Gods rechtvaardigheid

15 juli 2007

Je wordt gered door Gods liefde én zijn rechtvaardigheid. Wat Gods rechtvaardigheid inhoudt gaan we na in deze preek. In ieder geval wordt duidelijk dat Gods rechtvaardigheid levensreddend is! In Christus wordt Gods rechtvaardigheid het meest zichtbaar.

Lezen: Romeinen 3:21-31 en artikel 20 Nederlandse Geloofsbelijdenis

Tekst: Romeinen 3:25-26

Gods rechtvaardigheid wordt nog wel eens tegenover Gods barmhartigheid, Gods liefde gezet. Ik denk dat de meesten van ons ook eerder zullen zeggen: ‘Ik wil me over geven aan Gods liefde’ dan: ‘Ik geef me over aan Gods rechtvaardigheid’. Wij kunnen vaak niet zoveel met de rechtvaardigheid van God. ‘Rechtvaardigheid’ dat klinkt koel en afstandelijk. En dat is niet zoals wij ons God voorstellen. En -belangrijker- dat is ook niet zoals God is. Wat is dan wel Gods rechtvaardigheid?

 

Vaak stellen wij ons de redding van God zo voor: Het oordeel van God is dodelijk. Bijvoorbeeld een vuur. Door wie dat vuur is ontstaan is nu even niet belangrijk. Ook niet of dat bewust was of per ongeluk. Maar het oordeel van God is als een vuur waarin een mensenleven verbrandt. Aan dit oordeelsvuur is de hele schepping onderworpen. Maar is de redding van God nu dat zijn liefde het vuur blust? Zo wordt het wel bezongen in bijvoorbeeld Psalm 85:1. ‘Gij waart goedgunstig voor uw land, o HEER / in Jakobs harde lot bracht Gij een keer. / De schuld uws volks wilt Gij niet gadeslaan. / Gij hebt hun zonden uit uw boek gedaan. / Gij die de vlammen van uw toorn bezweert, / Gij hebt U van uw gramschap afgekeerd.’ Het lijkt er in deze Psalm op dat Gods liefde als een soort bluswater Gods brandende woede over de zonde doet verdwijnen. Wie in de bijbel Psalm 85 opzoekt ziet dat het er toch net iets anders staat. Dan staat er in vers 4: ‘U bedwong uw woede, en wendde u af van uw brandende toorn.’ Als God zich van zijn toorn afwendt, blijft die boosheid zelf dus wel bestaan. Hooguit temperde, bedwong God het vuur van zijn woede iets. Tijdelijk wellicht. Gods boosheid over de zonde, en de redding van de mens die de zonde begaat, staan tegelijk naast elkaar.

 

In Psalm 130:2 (berijmd) wordt diezelfde onterechte tegenstelling gemaakt. We zingen daar: ‘Als U ons overtreden, / o Heer, blijft gadeslaan, de ongerechtigheden - / Heer, wie zal dan bestaan? / Maar nee, daar is vergeving / bij U altijd geweest, opdat U in ons leven / eerbiedig wordt gevreesd.’ Dat woordje ‘nee’ is net teveel. In de bijbeltekst, de onberijmde psalm staat dat ook niet. Daar staat alleen: ‘Maar bij u is vergeving’. Door het woordje ‘nee’ in de berijmde psalm -maar nee, daar is vergeving- wordt gesuggereerd dat als God vergeeft, Hij niet meer kijkt naar de ongerechtigheden. Alsof Gods liefde je redt, en niet zijn rechtvaardigheid.

 

En dat laatste is gewoon niet zo. Een mens wordt gered door Gods liefde én rechtvaardigheid. Denk weer even aan dat vuur. De mens en de hele schepping zijn onderworpen aan het vuur van Gods oordeel. Maar is de redding nu dat Gods liefde het vuur voor ons blust? Nee! Zo denken wij dat wel, misschien. Nee, Gods redding houdt in dat Hij zijn Zoon, Jezus Christus, het vuur in stuurt. Als redder, als brandweerman. Om er samen met jou weer uit te komen! Gods redding maakt het vuur zelf niet minder heet. En wie niet gered wordt, zal ook verteren. In het vuur van de hel. Vanuit Gods rechtvaardigheid blijft het vuur heet. Vanuit Gods liefde, zijn barmhartigheid stuurt Hij zijn Zoon als redder dat vuur in. Om jou er uit weg te halen, en je zonde erin achter te laten.

 

Maar waarom moet Gods vuur heet blijven? Hoe kun je nou zeggen dat Gods rechtvaardigheid je redt? Dat Gods rechtvaardigheid en liefde je redden? In de serie over Gods eigenschappen zagen we eerder al dat de verschillende eigenschappen van God niet tegen elkaar uitgespeeld kunnen worden. Daarom kan het ook nooit dat Gods liefde je redt van zijn rechtvaardigheid. Daarom kan het ook nooit dat Gods liefde het vuur van Gods boosheid blust. Nee, Gods rechtvaardigheid wil dat zijn vuur uitraast. Dat de zonde gestraft wordt. Dat er voor onze overtredingen geboet wordt. Alleen zo wordt het weer goed. God ziet de overtreding niet door de vingers, maar reikt de vredehand. Het is geen kwestie van afzoenen, maar van verzoenen. Alleen door het vuur van Gods rechtvaardigheid wordt de zonde verteerd. Wordt de aarde weer schoon. Kan het echt weer goed worden tussen God en de mens. Zonder Gods rechtvaardigheid is er geen toekomst voor God en de mens samen. En dat is nou juist wat God wil.

 

Thema voor deze preek is:

Gods rechtvaardigheid dat is dat God vasthoudt aan wat Hij met zijn schepping wil

God wil de mens laten delen in zijn glorie. In zijn geluk, in zijn liefde, in zijn heerlijk ‘zijn’. En we weten hoe dat ging. Het begon bij de mooie schepping. Maar de zonde van de mens wekte Gods toorn op. Loskoop geeft Hij in Christus. En zo wordt het opnieuw mogelijk te delen in Gods glorie. Dus: schepping - toorn - loskoop - glorie.

 

Zo klinkt het al een stuk beter, toch? ‘God rechtvaardigheid dat is dat Hij vasthoudt aan wat Hij met zijn schepping wil.’ Dat klinkt niet meer koel of afstandelijk. Ik hoop dat het zo ook mogelijk wordt om over Gods rechtvaardigheid te gaan nadenken. En om er positief over te gaan denken. Want hoe kun je anders naar bijvoorbeeld ongelovigen toe over Gods rechtvaardigheid spreken? Als je er zelf moeite mee hebt? En hoe zou je er met je kinderen over praten, als je zelf al weerstand voelt tegen alleen al dat woord ‘rechtvaardigheid’?

 

Vermoedelijk geldt het voor ons allemaal dat het gemakkelijker is om te praten over Gods liefde. En dat zit ook meer in ons denken: God is liefde. Gods rechtvaardigheid parkeren we dan gemakkelijk op een zijspoor van ons geloof. Maar laten we dat spoor -dat toch zal blijken een hoofdlijn te zijn- vanmiddag eens oprijden. Want als je alleen over Gods liefde praat loop je dan niet vast? Wat stelt Gods liefdevolle redding voor als er niet een levensbedreigende situatie is? Wat is de redding van Jezus nog waard als er niet een heet vuur is van oordeel en straf waar Hij doorheen is gegaan? En wanneer Gods liefde het vuur van zijn boosheid zou blussen, dan hoeven zij die niet in Jezus geloven toch ook niets meer te vrezen? Waar blijft dan het oordeel van de jongste dag dat de schepping zal louteren van zonde, vloek en kwaad?

 

Gods rechtvaardigheid heeft daarom ook alles te maken met dat God doet wat Hij zegt! God blijft trouw aan zichzelf. Hoe Hij is, zo blijft Hij. En wat Hij gedaan heeft, dat handhaaft Hij. Daarom gaat God ook verder met zijn schepping. Want het werk van zijn handen -heeft Hij zelf gezegd- is goed. Niet het scheppend werk zelf is Gods rechtvaardigheid, maar de voortzetting daarvan, dat wil zeggen: zijn trouw aan zijn schepping. Maar door de zonde, door de zondeval heeft die trouw van God een bijzonder karakter gekregen. In zijn trouw verwerpt God de zondaar niet, maar verklaart hem rechtvaardig! Dat wil zeggen: God verklaart de mens vrij van schuld, en zegt tegen de mens: ‘jij hebt alles gedaan wat Ik van je verwachtte’. Dit doet God niet omdat Hij de zonde niet serieus neemt - dan zou God niet trouw zijn aan zichzelf, zichzelf niet serieus nemen, nee, Hij haat en straft de zonde. Wanneer God de opstandige mens vrij spreekt, de schuld van hem weg doet, dan moet Hij die schuld -om aan zichzelf trouw te blijven- overdragen op iemand anders. Op iemand anders die mens is en tegelijk de zonde kan dragen, dus God is. Oftewel: Jezus Christus, zijn Zoon. Hij wordt beladen met onze zondeschuld. En wie nu gelooft dat Jezus voor hem ‘tot zonde gemaakt is’ (2 Korintiërs 5:21) krijgt deel aan de gerechtigheid van God. Dus dat God je vrijspreekt van schuld en zegt: ‘jij hebt alles gedaan wat Ik van je verwachtte’. De rechtvaardigheid van God is reddend in de zin dat het de mens bevrijdt van zijn zonde. Maar de rechtvaardigheid van God is straffend in de zin dat Jezus moest boeten voor de zonde. En dan nog gaat de straffende rechtvaardigheid van God verder. Want het treft die mens die Gods rechtvaardigheid in Jezus niet aanvaardt.

 

God rechtvaardigheid is voor ons dus levensreddend. Wij hadden Gods straf nooit kunnen dragen. Maar in zijn rechtvaardigheid legt God de straf op Jezus. Hij kan de straf wel dragen, en God rekent dat ons toe. Gods rechtvaardigheid geeft daarom ook toekomst en uitzicht. Op leven met God in vrede, zonder zonde. Maar dat Gods rechtvaardigheid geluk en leven voor ons betekent wil nog niet zeggen dat Gods rechtvaardigheid als zodanig in genade en liefde verandert. Het vuur wordt niet geblust, maar er gaat een redder in -die er zelfs door verteert wordt omdat Hij onze zonden bij zich draagt- maar die uit kracht van zijn godheid opstaat, om er samen met jou uit te komen. We moeten niet zeggen dat God behalve dat Hij rechtvaardig is, gelukkig ook nog liefdevol en barmhartig is. Nee, het wonder van de rechtvaardiging is dat God juist in de uitoefening en de handhaving van zijn rechtvaardigheid de zondaar vrijspreekt, terwijl Hij Christus schuldig verklaart. In Jezus horen wij Gods ‘nee’ tegen onze zonden, maar in Jezus horen wij tegelijk Gods ‘ja’ tegen zondaars. In Christus wordt Gods rechtvaardigheid het meest zichtbaar. Wie Gods rechtvaardigheid wil leren kennen moet naar Hem kijken. Hij wordt gestraft, want aan de zonde gaat God niet voorbij. Maar, Hij wordt gestraft, en niet ik. God zet zijn rechtvaardigheid in, zijn liefdevolle rechtvaardigheid, om met mij zijn nieuwe schepping tegemoet te gaan.

 

Want dat is wat God wil. God wil verder met zijn schepping. God wil wat Hij altijd al wilde. Namelijk met plezier en vreugde naar zijn schepping kunnen kijken. Naar mensen die het goed hebben. Met elkaar, en met Hem als Schepper. God wil de mens laten delen in zijn glorie. Doordat die mens dichtbij Hem kan zijn. Zonder Gods liefdevolle rechtvaardigheid zou dat nooit kunnen! God bewijst ons genade door de handhaving van zijn recht. Juist door Gods rechtvaardigheid verdwijnt de vloek. Daarom moet Gods recht ook altijd blijven bestaan.

 

Als mens, als christen, hebben en houden we hier soms toch onze moeite mee. Met dat hele woord ‘recht’ en ‘rechtvaardiging’. Want ik kan u en jou vragen: ‘Ben jij zo iemand die gered is uit het vuur? Deel jij in Gods reddende rechtvaardigheid?’ Maar als mens houden we het liefst onze eigen broek op. En dan lijkt liefde van God ontvangen gemakkelijker dan te horen krijgen dat God ook gewoon het recht had om je te straffen. En dat Hij die straf ook laat staan, maar hem dan op Christus legt. Je voelt je in het krijt staan bij Christus, wat ook zo is. Hij vraagt dankbaarheid voor wat Hij voor ons gedaan heeft. Gods rechtvaardigheid kan ons dus nog steeds als een lastige graat in de keel zitten.

 

Daarom wil ik u wijzen op Romeinen 3:25-26. Samengevat zegt God daar: ‘Geloof nou toch dat Ik rechtvaardig ben!’ God wil immers dat wij zijn rechtvaardigheid prijzen. En ook dat we ons er aan overgeven. Want niet alleen zijn liefde redt ons, maar ook, tegelijk, zijn rechtvaardigheid. Tenminste, wanneer we ons er aan overgeven, dat is: de noodzaak van zijn rechtvaardigheid erkennen. En daarom wil God ons van zijn rechtvaardigheid overtuigen. In plaats van dat we vast houden aan een eigen gerechtigheid. Dat houdt in dat je eigen redeneringen hebt over hoe God is, of over hoe God zou moeten zijn en doen. En dat je eigen redeneringen hebt over hoe nodig die rechtvaardigheid voor jou is. Maar om de mens te overtuigen van zijn -voor ons noodzakelijke- rechtvaardigheid zegt God: Ik zal van mijn rechtvaardigheid het bewijs geven. En wat is dan dat bewijs? Nou dit, dat God iedereen vrij spreekt die in Jezus gelooft. Of te wel: God houdt vast aan wat Hij met zijn schepping wil. God gooit na de zondeval niet de hele boel aan de kant. Nee, Hij zoekt een nieuwe weg om te komen tot datgene wat Hij vanaf het begin voor ogen had: dat de mens zou delen in zijn goddelijke glorie. En die weg -Jezus- staat nog steeds open! Voor iedereen!

 

Maar hoe kan God iedereen vrij spreken die in Jezus gelooft? Het staat er immers heel sterk: ‘God gaat in zijn verdraagzaamheid voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan.’ Doen mijn zonden uit het verleden er niet meer toe als ik maar geloof in Jezus? Ja, zo is het. Is dat rechtvaardig? Ja, want het heden van geloof in Christus houdt in de vergeving van zonden. Door Hem. Behoud is afhankelijk van geloof in Christus! Het zijn geen twee losse dingen: ‘vergeving van zonden’, en ‘aanvaarding van Christus’. Alsof je er met alleen vergeving van zonden ook wel komt. Of dat wanneer Christus aanvaard wordt, een heilig leven minder noodzakelijk is. Nee, met de aanvaarding, de ontvangst van Christus in je leven, komt de vergeving van zonden mee.

 

Daarom kan ik ook zeggen: ‘Wat telt is geloof vandaag!’ Het oordeel van God voltrekt zich in het heden. Maar wat is God daarin genadig! Zou Hij het verleden laten meetellen, dan werd niemand van ons gered. God slaat geen acht meer op de tijd dat wij Hem niet kenden, maar Hij roept nu, overal, de mensen op om een nieuw leven te beginnen. Dat is Gods verdraagzaamheid. Zijn geduld. Zijn wil om zijn plan met zijn schepping ten uitvoer te brengen. Hier zien we Gods rechtvaardigheid. Romeinen 3 zegt: God wil van die rechtvaardigheid van Hem het bewijs leveren. En Hij doet dat ook. Hij levert hiermee het bewijs. Want Gods gerechtigheid houdt in dat Hij zijn schepping in stand houdt. De geschiedenis van de mensheid vroeg daar niet om. En ook wij vroegen daar niet om. Maar God heeft zijn woede gematigd, het vuur getemperd, en de wereld gespaard voor de tijd van zijn terugkeer, dat God mens werd in Christus. En wie nu in Hem gelooft, ontvangt vergeving van zonden en eeuwig leven. Meer bewijs van Gods liefdevolle rechtvaardigheid is er niet te geven.

 

Maar hoe zit het dan met hen die niet in Jezus willen geloven? Zal zijn rechtvaardigheid hen verteren? En is dat eerlijk? Is dat rechtvaardig? Romeinen 3:25-26 zegt: ‘Wat telt is geloof vandaag’. Ja, maar kan ieder mens daar dan voor kiezen? Is er niet ook nog zo iets als de ‘verwerping’? Dus dat bepaalde mensen gedoemd zouden zijn verloren te gaan? En daar dus ook eigenlijk niets aan kunnen doen? Het is duidelijk dat dit een heftig onderwerp is. Waar met voorzichtigheid over gesproken moet worden. Misschien kan ons helpen wat er staat in Romeinen 9. Daar gaat het over Jakob en Esau. En dan staat er in vers 12-13: ‘God kiest een mens niet uit op grond van zijn daden, maar omdat Hij hem roept. Zo staat er ook geschreven: ‘Jakob heb Ik liefgehad, Esau heb Ik gehaat’.’ En dan schrijft Paulus in vers 14: ‘Moeten we dan zeggen dat God onrechtvaardig is? Natuurlijk niet!’ Hoe kan dit?

 

Je gaat dat begrijpen als je luistert naar wat God zegt. Riep God Esau tot zijn liefde? Ja zeker! In vers 15 staat dat God zegt: ‘Ik ben barmhartig voor wie Ik barmhartig wil zijn, Ik schenk genade aan wie Ik genade wil schenken.’ God is dus uit op het goede voor de mens! Je kunt deze woorden niet omkeren alsof God ook zou zeggen: ‘Ik ben onbarmhartig voor wie Ik onbarmhartig wil zijn, Ik haat wie Ik wil haten.’ Nee, het gaat in vers 15 over Gods beslissing die de doorslag geeft, en niet de prestaties van de mens. Dat is de tegenstelling. In Romeinen 9 volgt ook het voorbeeld van de Farao van Egypte. Kon de Farao er wat aan doen dat hij niet naar God wilde luisteren? Ja natuurlijk. Want ook hij werd aangesproken met Gods barmhartigheid en genade. Niet met een doodsdreiging, maar met een woord van barmhartige ontferming over Gods onderdrukte volk: ‘Laat hen vrij’. God kwam naar Egypte met zijn bevrijdende kracht. Daar had Farao oog voor moeten hebben. De barmhartigheid, de genade is er altijd eerst. Zo spreekt God tot de mens. Want waar geen genade is, kan ook geen verharding zijn. De onwillige mens zet zich ergens tegen af. Tegen de genade. Die er dus wel degelijk was. Ook voor die mens. Conclusie: Wie deelt in Gods genade kan alleen God daarvoor danken. Het is geen eigen verdienste. Maar Gods toorn blijft bestaan tegen hen die zijn genade verwerpen. Geen mens hoeft tekort te komen, geen mens kan God van onrechtvaardigheid beschuldigen, want God blijft bij zijn eigen woord, zijn eigen evangelie, dat wie zich bekeert, behouden wordt!

 

Gods rechtvaardigheid dat is dat Hij vasthoudt aan wat Hij met zijn schepping wil. De vraag is nu hoe jij naar die rechtvaardigheid van God kijkt. Prijs je God daarom? Geef je je er aan over? Bedenk dat je alleen op grond van Gods rechtvaardigheid gered kunt worden! Liefde alleen is niet genoeg. Ze zijn ook helemaal niet van elkaar los te maken. Troostvol is het te zien dat God zoveel moeiten doet om u en mij van zijn rechtvaardigheid te overtuigen. Want dat betekent dat ik me er alleen maar aan hoef over te geven. Dan zorgt God voor de rest, voor geloof. Door Gods rechtvaardigheid gered, komt God dan met je tot zijn doel. Zijn scheppingsdoel. Laten wij God eren om zijn rechtvaardigheid. Laten we over Gods rechtvaardigheid lovend spreken. Laten wij positief over Gods rechtvaardigheid denken. Ook wanneer we het verbinden met dingen als zonde en straf, de uitverkiezing, de verzoening, Gods voorzienigheid en het laatste oordeel. Gods rechtvaardigheid is namelijk reddende rechtvaardigheid. In Christus horen wij Gods ‘nee’ tegen de zonde, maar tegelijk Gods ‘ja’ tegen zondaars. Het vuur wordt niet geblust maar we worden eruit gered, terwijl onze zonden erin achterblijven. God laat zien dat Hij rechtvaardig is, door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft! Amen.