Jezus regelt een nieuwe relatie met God voor jou

15 maart 2015

Omdat Jezus zelf God is, omdat Hij eeuwig leeft en zelf volmaakt is, gaat Gods relatie met mensen lukken.

Lezen: Hebreeën 8:1-13

Tekst: Hebreeën 8:1-13

Vanmorgen wil ik het hebben over je relatie met God. Ik kan ook zeggen: over Gods relatie met jou. Dan bekijk je het dus van de andere kant. Beiden kanten zijn belangrijk. In een relatie zijn er altijd twee. Jij en die ander, die ander en jij.

 

En ik zeg ‘relatie’ en niet ‘verbond’. Ik heb het over Gods relatie met jou en niet zijn verbond met jou. Ik heb het over jouw relatie met God en niet jouw leven in het verbond. Ik doe dat niet om modern te doen, ook niet omdat ik een hekel heb aan het woord verbond, allerminst, maar ik doe dat omdat wij het woord verbond niet meer zo goed begrijpen. Als ik relatie zeg lukt dat denk ik al wat beter.

 

De mooie afspraak tussen God en zijn volk

Nu is het woord verbond een kernwoord in Hebreeën 8. In dit hoofdstuk wordt het woord 7 keer gebruikt. Als ik het nu dus vervang door het woord relatie moet ik er wel wat meer over zeggen. De relatie van God met zijn volk -ik kan ook zeggen: met mensen- wordt door twee dingen gekenmerkt. De kern van die relatie is dat God zich zegenend toewijdt aan zijn volk, en dat het volk zich dankbaar toewijdt aan zijn God. Die twee dingen zijn kenmerkend voor de relatie van God en zijn volk. Dit is de afspraak. Het zal niemand verbazen dat de Bijbel in Gewone Taal in Hebreeën 8 niet het woord verbond gebruikt. De Bijbel in Gewone Taal heeft het ook over ‘een afspraak’. Ik spreek daar geen oordeel over uit, ik zou zeggen: proef dat woord eens voor jezelf, zit daar alles in wat je ook bij het woord verbond dacht. Even terug naar die twee kenmerken van de relatie van God en zijn volk: God wil er zijn voor zijn volk met zijn zegen, en het volk wil er zijn voor God met zijn dankbaarheid. Er is nog veel meer over de relatie van God met mensen te zeggen, bijvoorbeeld dat deze relatie altijd van God uitgaat, bij God begint, maar vervolgens iets van twee kanten is. Moet zijn. Ik laat dat nu allemaal rusten omdat ik door wil gaan op die toewijding. Dat ‘er zijn voor de ander’. God wil er zegenend voor zijn volk zijn, het volk wil er dankbaar voor God zijn. Dat is de afspraak.

 

De mens schiet tekort in deze afspraak

Van Gods kant lukt dat 100 % en altijd. Hij haakt nooit af. Zijn toewijding is volmaakt. Hij laat het nooit afweten. Hij schiet nooit tekort met zijn zegen. Van onze kant, van de kant van de mens lukt het niet altijd, lukt het vaak niet, schieten we tekort in onze dankbaarheid. Onze toewijding aan God is niet volmaakt. Wij zijn er niet altijd voor God. En ook niet altijd dankbaar. Ik in ieder geval niet, laat ik voor mezelf spreken. Dit zet de relatie onder druk, dat begrijp je. Ik houd me niet aan de afspraak. Ik houd me niet aan het verbond. Ik schiet tekort in de relatie. Daarmee leg ik een bom onder mijn relatie met God.

 

Jezus regelt een nieuwe relatie

En moet je horen wat Hebreeën 8 dan zegt. De Hebreeënschrijver zegt: Jezus regelt een nieuwe relatie tussen God en zijn volk. Jezus regelt een nieuwe relatie tussen God en mensen. Dat is mijn samenvatting van wat je leest in Hebreeën 8. Vergeet even al die moeilijke zinnen, vergeet even het woord verbond. Als ik het kopje boven Hebreeën 8 had mogen bedenken dan had er gestaan: Jezus regelt een nieuwe relatie tussen God en zijn volk. Van mijn part schrijf je het in je bijbel, ik heb dat wel gedaan. Dit is wat Jezus doet als hogepriester in functie. In hoofdstuk 7 ging het erover dat God zelf zijn Zoon aanstelt als hogepriester. Hebreeën 7, een uniek hoofdstuk in de bijbel, beschrijft de aanstelling van Jezus als volmaakt en eeuwig hogepriester. En hoofdstuk 8 vertelt wat deze aangestelde hogepriester doet, namelijk een nieuwe relatie regelen tussen God en zijn volk.

 

Sleutelverzen

 

    De schaduw van de verzoening vervangen door de realiteit (1-2)

De schrijver van de Hebreeënbrief start in vers 1-2 met: ‘De kern van mijn betoog is...’ Dat is natuurlijk prachtig als iemand zoiets zegt. Als ik tijdens een catechisatieles zeg: ‘jongens, deze hele les gaat mij hierom,’ en dan één zin, dan zegt een slimme catechisant: dit is de samenvatting, dit is het enige dat ik moet onthouden. En dan heeft hij nog gelijk ook. Maar nu zou het getuigen van luiheid als je dan niet verder luistert. Want die ene zin wordt wel breder uitgewerkt. Zo’n samenvatting wil je helpen om het totaal beter te kunnen begrijpen en onthouden. Zo is dat ook met Hebreeën 8:1-2. Je zou kunnen zeggen, dit is de samenvatting van de hele Hebreeënbrief. Dit hele bijbelboek samengevat in twee verzen. Geweldig natuurlijk, zet er een rood blok omheen in je bijbel. En dit is niet mijn samenvatting maar de samenvatting van de schrijver zelf, dus betrouwbaar. Prachtige verzen: ‘De kern van mijn betoog is dat wij een hogepriester hebben die in de hemel plaatsgenomen heeft aan de rechterzijde van de troon van Gods majesteit en die de dienst vervult in het ware heiligdom, de tent die door de Heer en niet door mensenhanden is opgericht.’ Daarmee vat de schrijver het voorafgaande samen, en wat verder volgt in deze brief heeft dit als basis. Als ik vers 1-2 in eigen woorden moet weergeven zou ik het zo zeggen: met Jezus vervangt God de schaduw van de verzoening door de realiteit van de verzoening. De schaduw van de verzoening was de offerdienst van het oude testament, met menselijke priesters en dagelijkse dieroffers in de tabernakel (later de tempel). Het was als de schaduw van iemand die nog om de hoek moest komen. Want de realiteit van de verzoening is Jezus, Gods Zoon die als volmaakt en eeuwig hogepriester dienst doet in de hemel. Wij denken weleens dat de offerdienst is afgeschaft, dat offerdienst iets is van het oude testament, maar offerdienst is iets van het nieuwe testament. De offerdienst van het nieuwe testament, de dienst van Jezus als volmaakt en eeuwig hogepriester in het werkelijke heiligdom is duizend keer mooier en duizend keer beter dan de offerdienst van het oude testament. Vers 5 laat zien dat de tabernakel een kopietje was van het echte heiligdom, de hemel. Of misschien moet je zeggen, de tabernakel was een soort maquette van het echte hemelse heiligdom. Vers 5 zegt: Mozes mocht op de Sinaï het hemelse heiligdom van God zien, het altaar in de hemel en misschien zelfs wel de dienst van Jezus als hogepriester bij dat altaar, en vervolgens moest hij daar een aardse variant van maken. Een tabernakel, met ook een altaar, met ook priesters en offers. Kortom, vers 1-2 laten zien dat God in Jezus de schaduw van de verzoening heeft vervangen door de realiteit van de verzoening.

 

    God wil samen zijn met mensen (10b)

God doet dat omdat Hij een relatie met zijn volk wil hebben. Dat ontdek je in vers 10b: ‘Dan zal ik hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.’ Dat is een kernzin in de bijbel. Een kernzin en een kernwerkelijkheid die je door heel de bijbel heen tegenkomt. Als je mij vraagt: waar gaat de bijbel over, dan zou dit mijn antwoord zijn: God wil een God van mensen zijn. God wil samen zijn met zijn volk. Je komt dit vers in het begin van de bijbel tegen en aan het eind en op heel veel plekken daartussen. Dit is echt een rode-draad-vers. Dit is het evangelie, Gods blijde boodschap. Dit is zijn liefde, zijn wezen. Dit typeert God. Je komt dit vers bijvoorbeeld tegen in Leviticus 26:12. Dat is de eerste keer in de bijbel. Je komt die kerngedachte wel eerder tegen in de bijbel, of de helft van deze zin (‘Ik zal jullie God zijn’, Exodus 6:7), maar in Leviticus 26:12 voor het eerst de hele formulering. En het kader is daar: God die zich verbindt met zijn volk Israël. De laatste keer dat je dit leest is in Openbaring 21:3. ‘Ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde (…) en een luide stem riep: ‘Gods woonplaats is onder de mensen, hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal als hun God bij hen zijn.” Daar tussendoor lees je dit in Jeremia (7:23, 11:4, 30:22, 31:33, 32:38) -de Hebreeënschrijver citeert hier ook uit Jeremia (31:33)- verder in Ezechiël (36:28, 37:27) en in 2 Korintiërs 6 (16). Aan die laatste tekst en ook aan Openbaring 21 zie je dat je het woord ‘volk’ breder mag opvatten dan alleen het volk Israël. Ook de niet-joden krijgen een plek in het volk van God, kunnen gaan behoren tot het volk van God. Daar zit ook gelijk de spannende vraag van deze morgen. De spannende vraag is: geldt Hebreeën 8:10b ook voor mij? God komt daar uit, ‘Dan zal ik hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn.’ Dat gaat gewoon gebeuren, zie Openbaring 21. Maar hoor jij bij het volk van God? Nu? Straks? Als God hier uit gaat komen dan is het heel belangrijk om bij het volk van God te horen.

 

    Jezus maakt de realiteit van de verzoende relatie met God waar (6)

Juist omdat dit zo spannend is gaan we gauw naar vers 6: ‘Maar Jezus is dus aangesteld voor een eerbiedwaardiger dienst, in die zin dat hij bemiddelaar is van een beter verbond, dat zijn wettelijke grondslag heeft gekregen in betere beloften.’ Weet je wat hier staat? Dat ook de realiteit van de verzoende relatie met God door Jezus wordt waargemaakt. Jezus is de liturg staat er letterlijk, de bemiddelaar, de priester van de nieuwe relatie tussen God en mij. Hij maakt de realiteit van de verzoende relatie met God waar.

 

Ik zet het even op een rijtje:

 

God wil samen zijn met mensen (10b). Hij wil een relatie hebben met mensen waarin Hij er zegenend is voor de mens en waarin mensen er met hun dankbaarheid zijn voor Hem. De mens schiet van zijn kant tekort, dit slaat een breuk in de relatie, daarom is er verzoening nodig. Echte verzoening.

 

In Jezus vervangt God de schaduw van de verzoening door de realiteit van de verzoening (1-2).

 

Ook deze realiteit van de verzoening maakt God zelf waar in het leven van zijn volk door Jezus (6). Jezus regelt de nieuwe relatie tussen God en zijn volk. Jezus bewerkt de nieuwe relatie tussen God en mensen. Jezus zorgt ervoor dat de realiteit van de nieuwe relatie werkelijkheid wordt. Ik vind dat een groot wonder. Dit maakt mij nou sprakeloos: Jezus regelt voor mij de realiteit van een nieuwe relatie met God.

 

Het oude van het oude verbond en het nieuwe van het nieuwe verbond

Dat is ook het nieuwe eraan. Misschien vraag je je af: wat is nou het verschil tussen het oude en het nieuwe verbond? Het oude dat afgedaan heeft en het nieuwe waarin wij, nieuw-testamentische christenen, mogen leven. Kijk er eens zo naar: in de oude relatie (het oude of eerste verbond) regelden mensen de relatie van God en zijn volk. Menselijke priesters waren de regelaars, de bemiddelaars in de relatie tussen God en zijn volk. In het nieuwe verbond (de nieuwe regeling of nieuwe afspraak) is het Jezus die de relatie tussen God en zijn volk regelt.

 

Wat jij hiervan merkt in je leven

Wat merk je daar nou van? Belangrijke vraag. Want dat hier een aardverschuiving heeft plaatsgevonden is duidelijk. Eerst vervangt God met Jezus de schaduw van de verzoening door de realiteit van de verzoening. Vervolgens gaat God die realiteit ook zelf waarmaken in het leven van zijn volk door Jezus. Dat is een heerlijke aardverschuiving. Ik schaam mij ervoor dat dit nodig was. Je ziet het ook staan in vers 9: het eerste verbond, met menselijke regelaars, liep vast op de ontrouw van het volk. Zij hielden zich niet aan de afspraak, zij liepen weg uit de relatie. En dat geldt nog steeds voor mij. Mensen zijn niet veranderd. Maar tegelijk ben ik ontzettend blij want God wil zo graag met mij en met mensen omgaan dat Hij dit dus doet: een nieuwe relatie, een nieuwe afspraak, een nieuw verbond waarin Jezus de realiteit van de relatie met God in mij gaat waarmaken. Wat een genade! God stelt zijn Zoon aan als Hogepriester in de relatie tussen God en mij, dat was Hebreeën 7. En hoofdstuk 8 zegt: deze aangestelde Hogepriester gaat nu jouw relatie met God regelen. Hij gaat dat doen voor jou. Wat een genade!

 

Wat merk je hier nou van in je leven? Als ik daar wat meer over ga zeggen ontdekken we gelijk ook wat Jezus doet, hoe Hij die relatie met God in jouw leven organiseert. Dat God je God wil zijn en jou als lid van zijn volk wil ontdek je op allerlei manieren. Je leest het in de bijbel, je hoort het in de kerk, je ziet het in de doop (prachtig hoe God daarin als eerste naar je toekomt) je ziet en proeft het ook in het avondmaal. God wil een relatie met jou. Hij wil er zegenend voor je zijn en Hij wil dat jij er met je dankbaarheid voor Hem bent. Maar wat merk je er nou van in je leven dat Jezus dit voor je gaat organiseren? Daarvoor gaan we naar de verzen 10, 11 en 12. Drie verzen want het zijn ook drie dingen.

 

    Door Jezus ga je Gods wet van harte doen (10)

Het eerste waaraan je merkt dat Jezus de realiteit van een nieuwe relatie met God in je werkt is dat je Gods wet van harte gaat doen. Ik hoop tenminste dat je het hieraan merkt. Ik hoop dat dit zo is in je leven. In ieder geval kun je het hieraan merken. Je wilt Gods wet van binnenuit gaan houden. Niet omdat het je wordt opgelegd, niet omdat je bang bent voor straf, maar je wilt doen wat God van je vraagt omdat je van Hem houdt. Omdat je Hem lief hebt. Omdat je dankbaar bent dat Hij je verlost heeft van de rottigheid van afgoden, van haat, van leugens, van verterende begeerten, van hebzucht, eerzucht en jaloezie. Je bent er niet aan overgeleverd, dat is onzin, God heeft je ervan bevrijd. Net zoals Hij Israël uit de macht van Egypte losmaakte. God zegt: ‘In hun verstand zal ik mijn wetten leggen en in hun hart zal ik ze neerschrijven.’ Wij ontdekken hier in Hebreeën 8: dat gebeurt door de Geest van Jezus. Jezus organiseert dit. Jezus regelt dit. Jezus is de Hogepriester van de nieuwe, mooie, volmaakte relatie tussen God en zijn volk. De menselijke priesters gaven ook onderwijs in de wet van God (Deuteronomium 31:9-12), denk aan Ezra na de ballingschap (Nehemia 8:1-3), maar blijvend effect had het niet. Jezus onderwijst ons als priester de wet op een manier dat het wel binnenkomt. Hoe? Je kunt denken aan hoe Hij zelf het goede voorbeeld gaf: Jezus leefde naar de wet, Hij had God en de naaste lief met heel zijn hart, ziel en kracht. Je kunt ook denken aan de diepe ernst die Jezus maakte met de wet: Hij stierf de dood die op overtreding van de wet stond. Hij boog zich volledig onder Gods wet. In Jezus’ verstand lag Gods wet, in zijn hart stond Gods wet geschreven. Met zijn Geest wil Hij dit in je werken. Kijk daarvoor naar Jezus’ omgang met Gods wet en bid om zijn Geest.

 

    Door Jezus leer je God kennen (11)

Het tweede waaraan je merkt dat Jezus de nieuwe relatie met God werkelijkheid in je maakt is dat Hij je God steeds beter leert kennen. Als je naar Jezus kijkt, als je aan Jezus denkt, zie je God. Zie je zijn Vader. Zie je de Schepper. Op een hele mooie manier: in Jezus zie je de liefde van God, zie je zijn trouw aan zijn schepping, zie je Gods rechtvaardige omgang met de zonde van de mens, zie je ook Gods barmhartige omgang met de zonde van de mens. In Jezus zie je Gods goedheid, zijn majesteit, zijn glorie, zijn oneindige wijsheid en geduld. In Jezus leer je God kennen. Vers 11 zegt: ‘Volksgenoten hoeven elkaar niet meer te onderwijzen, hoeven niet meer tegen elkaar te zeggen: ‘Ken de Heer!” Ik denk dat dit het eindplaatje is, dit is de realiteit van het komende koninkrijk. Tot die tijd hoop ik dat wij elkaar erop blijven wijzen wie onze God is. Dat we elkaar blijven aansporen om God te kennen. Dat is toch ook wat de Hebreeënbrief doet?

 

    Door Jezus ontvang je vergeving (12)

Vers 12 zegt: ‘Ik zal hun wandaden vergeven en aan hun zonden zal ik niet meer denken.’ Ook daaraan merk je toch -in je eigen leven en in het leven van de gemeente- dat de relatie met God steeds meer werkelijkheid begint te worden? Door vergeving te vragen staan zonden niet langer tussen God en jou in, tussen God en ons in, en ontstaat er ruimte voor die heerlijke relatie. Voor het vieren daarvan. Voor groei in die relatie. Vraag om vergeving door Jezus.

 

Zie je dat Jezus de realiteit van de nieuwe relatie tussen God en mensen regelt? Dat Hij die nieuwe relatie organiseert? Dat is het evangelie van Hebreeën 8. Ik ontdek dat het mij niet lukt om de realiteit van de relatie met God te bewerken. God is er zegenend voor mij, maar het lukt mij niet om er met mijn dankbaarheid te zijn voor Hem. Soms wel, vaak niet. Maar het bevrijdende is: Jezus regelt dit voor mij. En omdat Jezus zelf God is, omdat Hij eeuwig leeft en zelf volmaakt is, gaat mijn relatie met God, gaat Gods relatie met mensen, lukken! Dat weet ik zeker. En dat bemoedigt mij. Amen.