Afsluiting thema Liefde en Trouw

26 juni 2011

Terugblik op het thema Liefde en trouw. Gods Woord gaat open bij Hosea 2:16-25, 1 Korintiërs 13, 1 Johannes 4:9-10 en Matteüs 22:36-40. De dragende delen van de serie worden nog een keer voor het voetlicht gehaald.

a. lezen Hosea 2:16-25

Ik weet niet of u het zich nog herinnert, maar we zijn het thema Liefde en Trouw twee jaar geleden begonnen met Hosea. In Hosea 1-3 lezen we hoe de profeet het huwelijk van God met zijn volk moet uitbeelden in zijn eigen leven. Hij moet met een ontrouwe vrouw trouwen en haar liefhebben. Hosea staat voor God, zijn ontrouwe vrouw voor Israël.

 

En wat verbazen we ons dan over Gods liefde! Wie wil zo’n vrouw nog hebben? Gebruikt. Afgedankt. Maar God wil haar hebben. Als zijn vrouw. Hij haalt haar op uit het bordeel en koopt haar vrij. Hij sluit een huwelijk met haar. Bizar, zouden wij zeggen. Maar God doet dit. Want Hij heeft liefde te geven. Hij wil liefde geven. God trouwt niet om zichzelf, maar om zijn bruid. Omdat Hij haar wil opnemen in zijn huis, omdat Hij haar wil laten delen in zijn leven.

 

Maar wat je al vreesde gebeurt. De vrouw die God trouwde, vlucht bij Hem weg. Ze houdt het niet langer onder zijn liefde. Ze begrijpt zijn liefde voor haar niet. Ze is het niet waard. Ze kan zich niet geven. Ze weet dat ze haar man nooit zo veel liefde terug kan geven. Ze vlucht. En ze zoekt haar oude leven weer op. Die manier van leven die meer weg heeft van overleven, maar het is de enige manier van leven die ze kent. Hier is ze iemand. Gerespecteerd om wat ze kan.

 

Maar opeens staat haar man weer voor haar. Niet als klant maar als haar bruidegom. En hij zegt: ‘Kom weer met me mee. Ik wil je mijn liefde geven. Nog steeds. En voor altijd. Ik heb voor jou gekozen. Daar verandert niets of niemand wat aan. Ook jij niet.’

 

Zo is de liefde van God voor zijn volk. Zo is Gods trouw aan Israël. Daar begrijp je niets van. Dit is gevende, trouwe liefde. Die niet gebaseerd is op iets in de ander, maar die een eigen bron heeft: Gods hart. Voor eeuwig welt daaruit zijn liefde op.

 

Vanuit die liefde zoekt God zijn wereld. Hij heeft de wereld lief! Hij heeft de mens die Hij geschapen heeft lief. Daarom heeft God zijn Zoon, Jezus, naar de aarde gestuurd. Geloven in Hem betekent geloven in Gods liefde.

 

En dan zien we in de bijbel het beeld van bruidegom en bruid toegepast worden op Jezus en de kerk. Op Jezus en zijn gemeente. De gemeente is de bruid, Jezus de bruidegom. Je leest daarover in Efeziërs 5:21-33. En opnieuw staan we dan versteld van de liefde die op ons afkomt. Als onze bruidegom heeft Jezus zich voor ons gegeven. Tot in de dood. Om ons als bruid te hebben kwam hij vanuit de hemel naar de aarde. En daar gaf Hij zijn leven voor ons. Voor ons, een bruid, die lang niet heilig is. Die zelfs niet trouw is. Maar nog steeds geldt: Gods liefde is trouw. En bij God is trouw niet dat Hij woord houdt zolang de ander dat doet. Dat heeft met trouw niets te maken. Dan spreek je van een contract. Wanneer de één contractbreuk pleegt is de ander vrij. God gaat ons voor in echte trouw en blijvende liefde. In Romeinen 3:3 staat over de Israëlieten: ‘Wanneer sommigen van hen God ontrouw zijn geworden, zal dat dan geen einde maken aan Gods trouw? Natuurlijk niet.’ En in 2 Timoteüs 2:13 staat: ‘als wij hem ontrouw zijn, blijft hij ons trouw, want zichzelf verloochenen kan hij niet.’ Gods liefde is totaal anders dan die van ons. Komend van één kant bewerkt het een relatie van twee kanten.

zingen Psalm 63:2

 

b. lezen 1 Korintiërs 13

1 Korintiërs 13 is het loflied op de liefde. Op de gevende liefde. Dit heeft niets met verliefdheid te maken. Deze liefde is voor een mens hard werken. De liefde wordt in 1 Korintiërs 13 door Paulus aangeprezen als bindmiddel in de gemeente. Het is deze liefde die een mens ertoe brengt zijn gaven ten dienste van allen in te zetten. Deze liefde geeft richting: niet ik, maar de ander!

 

En wanneer we dan kijken naar wat er staat in vers 4-7 dan realiseren we ons dat dit allemaal klopt voor God. God is geduldig en vol goedheid. In Hem is geen jaloers zoeken naar wat Hij niet heeft. Hij loopt niet met zichzelf te koop. In Hem draait niet alles om zichzelf. God is niet grof. Hij zoekt niet zichzelf. God gaat niet door het lint, Hij rekent het kwaad niet aan. Nee, Hij verzoent het kwaad! God vindt vreugde in recht en waarheid. God verdraagt alles. God twijfelt nergens aan. Hij hoopt alles, Hij volhardt in alles.

 

God volhardt vooral in zijn gevende liefde. En Hij volhardt vooral in zijn trouw waarmee Hij ons achterop komt. Hierin is Hij zo God, zo anders dan wij, mensen. De liefde van 1 Korintiërs 13 slaat de brug naar de ander. God zelf doet dat. Hij sloeg de brug naar wie niemand ooit een brug zou slaan; God sloeg de brug naar zijn vijand, de mens. God liet de mens binnenkomen bij zichzelf. God hield de afstand die de mens gemaakt had niet veiligheidshalve in stand. En tegelijk kwam God zelf over de brug. Met zijn liefde die het hart van de mens zacht maakt.

 

En als je dan kijkt in vers 8-13 dan zie je wat bij God het laatste woord krijgt. Dat is de liefde. Profetie, talen en kennis gaan verloren. Het gaat dan allereerst over onze kennis, en over ons spreken. Onze kennis is beperkt. Wij hebben de waarheid niet in pacht. En in ons spreken zitten we er zo vaak naast. Dat stemt tot nederigheid. Maar belangrijker is nog dat spreken en kennis het afleggen tegen de liefde. Als relatiemakend middel. Natuurlijk, door te spreken leggen we contact met onze medemens. En vanuit onze kennis proberen we elkaar te overtuigen van standpunten. Denkend elkaar daarmee vast te houden. Maar God zegt: geef liefde het laatste woord. Het eerste en laatste woord. Dat verbindt.

 

En God zelf gaat ons daarin voor. Op het moment dat God zich openbaart in de bijbel opent Hij de hemel. En wanneer wij dan omhoog kijken, tot in de hemel, dan zien we dat God zelf zo is. God geeft niet zijn kennis het laatste woord, maar zijn liefde. En dat terwijl zijn kennis volmaakt is. God weet dat Hij gelijk heeft als Hij de ontrouw van de mens aanwijst. Toch gaat God niet de discussie met ons aan, maar Hij zoekt ons op met zijn liefde. Hij stuurt in zijn liefde zijn eigen Zoon, Jezus Christus, om ons alsnog van zijn liefde te overtuigen.

 

Nog even naar vers 1-3. Zonder liefde is het leven leeg. Zijn je daden leeg. Zijn je woorden leeg. Zijn zelfs je offers leeg. God is vol. Vol liefde. Uit Hem mogen wij liefde ontvangen. Zodat ons leven niet leeg is maar gevuld met datgene wat er werkelijk toe doet: liefde en trouw.

zingen Psalm 136:1,18,21

 

c. lezen 1 Johannes 4:9-10

‘Het wezenlijke van de liefde’, als je zoiets hoort of leest dan spits je je oren. Nu komt het! Eindelijk ontdekken we waar het om gaat bij de liefde van God. En wat Johannes dan zegt is: voor liefde moet je niet naar jezelf kijken maar naar God. God definieert de liefde. Wanneer wij ons een voorstelling maken over Gods liefde moeten we niet redeneren vanuit onszelf, maar onze liefde zal zijn zoals God liefheeft. Johannes maakt hier het verschil tussen religie en godsdienst. Gods-dienst, het woord zegt het al, is het dienen van God. Je bent gericht op Hem. Je geeft je tijd, je energie aan Hem. Je offert je leven aan Hem. Ook als dat betekent dat je je eigen gevoel en verlangen opzij moet zetten. Dienen begint bij liefde en uit zich in luisteren en doen. Bij religie daarentegen gaat het om mij, om mijn behoeften, om mijn spirituele uitingen. Met religie ben ik gericht op mijzelf. En Johannes zegt: vergis je alsjeblieft niet. Het wezenlijke van de liefde is niet onze liefde voor God, maar zijn liefde voor ons. Onze liefde voor God bestond niet eens zonder de liefde van God!

 

En daarom is de boodschap in deze dienst waarin we het jaarthema Liefde en Trouw afsluiten dit, drie dingen: laten we kijken, kijken en kijken naar Gods liefde en trouw. We hebben dat gedaan afgelopen twee jaar, maar laten we dat blijven doen. Kijken naar Gods liefde en trouw. In de bijbel. Je zou bij het bijbel lezen telkens deze standaardvraag kunnen stellen: ‘Hoe zie ik in dit gedeelte Gods liefde en trouw?’ En bij de ene tekst is het antwoord misschien gemakkelijk te geven, bij andere gedeelten is dat misschien een hele uitdaging. Maar ik ben ervan overtuigd dat je op elke bladzij in de bijbel Gods liefde en trouw kunt vinden. Misschien moet ik dat anders formuleren: op elke bladzij in de bijbel komen Gods liefde en trouw op je af!

 

En het brandpunt van Gods liefde en trouw is en blijft het sturen van zijn Zoon naar de wereld. Gods liefde is vergevende liefde. Daarin heeft God zijn liefde geopenbaard, zegt Johannes. In Jezus geeft God zicht op zijn liefde en trouw.  Dan zullen wij dus ook naar Hem kijken. En wanneer we dat doen dan doorstroomt een diepe vreugde ons. Diepe blijdschap dat de grote en heilige God ons zo waardevol vindt dat Hij zijn eigen Zoon voor ons overhad. En opnieuw geldt: dat wij voor God zo waardevol zijn zegt niet iets over ons, het zegt alles over God. Het zegt niet iets over een kwaliteit in ons, maar het zegt alles over een kwaliteit in God: zijn trouw! God doet wat Hij zegt. Hij houdt elke belofte. Hij maakt af waar Hij aan begon. Zijn liefde verandert niet. Hij zal daar uitkomen waar Hij bij het begin van de wereld voor ging: het samenzijn van Hem met zijn schepping in een duurzame relatie van wederzijdse liefde en trouw. Dat is Gods trouw. Dat Hij daaraan vasthoudt. Het Hebreeuwse woord voor trouw is emet. Rabbijnen maken bij dat woord de opmerking dat dit woord bestaat uit de eerste, middelste, en laatste letter van het Hebreeuwse alfabet. Oftewel het omvat alles wat gezegd kan worden!

zingen Gezang 140:1


 

d. lezen Matteüs 22:36-40

Twee keer ontvangen wij een gebod om lief te hebben. Gevende liefde. Die niet gebaseerd is op iets in de ander. Die niet duurt zolang de ander mij liefheeft. Dat is trouwe liefde. Aan dit gebod kunnen wij alleen voldoen wanneer we Gods liefde en trouw ontvangen. Het is een kwestie van teruggeven, richting God, en doorgeven, richting onze medemens. En juist in die liefde voor onze naaste gaat het erom spannen. Juist dat is de lakmoesproef van onze liefde. God liefhebben is moeilijk. En kost levenslange oefening. Met heel je hart, met heel je ziel, met heel je verstand. Maar bij het gebod om de naaste lief te hebben wordt het allemaal concreet. Ook die moeite die het ons kost. Want die man met wie je zo slecht kunt opschieten zit wel naast je op kantoor. Die vrouw op wie jij zo jaloers bent zit wel voor je in de kerk. Die jongen die jij zo irritant vindt zit wel bij je op vereniging. Dat meisje dat jij zo vreemd vindt zit achter je op school.

 

Wat God betreft is dit niet toevallig. Wij zijn niet alleen op de wereld. We moeten de wereld delen. Want het is Gods wereld. Hij wil hem met ons delen. Maar de mens heeft God de wereld uitgewerkt. En toen leek het erop alsof we niet meer hoefden te delen. En toch, in de medemens is God gebleven. Onze naaste vraagt om onze liefde. Onze naaste leert ons dat we moeten delen. Hij doet een appèl op onze liefde. Op onze trouw. En wat is God daarin genadig. Want zo herinnert Hij ons eraan dat we Hém moeten liefhebben. Dat de wereld zíjn wereld is. Dat we ons leven met Hem zullen delen. In de medemens ontvangen wij een leerschool. Om liefde en trouw te leren. Laten we die kans grijpen. Omdat we anders niet in staat zullen zijn God liefde en trouw te betonen.

 

Juist ook de christelijke gemeente is die leerschool. We hebben elkaar niet uitgekozen. God gaf ons aan elkaar. For better and worse. In goede en kwade dagen, in rijkdom en armoede, in gezondheid en ziekte. Ja, dat zijn woorden die horen bij het huwelijk. En toch zeg ik tegen mezelf dat daar niets van af hoeft als het gaat over de gemeente. Hier sluit het thema van de afgelopen twee jaar aan op dat van volgend jaar: verbondenheid. Of gemeenschap, eenheid. Je zou het een praktijkjaar kunnen noemen na twee jaar theorie. Niet dat we alles wat we geleerd hebben even kunnen vergeten. Nee, juist voor de praktijk van de onderlinge liefde en trouw in de gemeente zullen we blijven kijken, kijken en kijken naar God. Naar zijn liefde en trouw. We kunnen alleen doorgeven wat we zelf ontvingen. Gods liefde ontvangen we misschien wel vooral van elkaar!

 

En de meest intensieve leerschool is dan het huwelijk. We hebben het veel gehad over het huwelijk in het laatste seizoen. Ons huwelijk moet een voorbeeld zijn van de band tussen Christus en zijn gemeente. Wie naar mijn huwelijk kijkt moet Gods liefde en trouw zien. Bij die liefde gaat het niet over geven en nemen, maar over geven en ontvangen. Bij die trouw gaat het niet over een ja-woord dat duurt zolang als de ander zich aan zijn woord houdt. Nee, bij die trouw gaat het om een belofte die standhoudt ook wanneer de ander ontrouw is. Juist dan. Zo is God. Zo is alleen God. Laten we kijken naar Hem. Kijken naar zijn liefde, kijken naar zijn trouw. Ons leven lang. Iedere dag. Amen.

 

gebed

Vader, u wilt ons verzadigen met uw liefde en trouw. Wij loven u om uw liefde en trouw. Groot is uw goedheid. Overvloedig uw wijsheid. Diep uw rechtvaardigheid. Eindeloos uw trouw. En verbazingwekkend uw liefde.

Geef dat wij de tijd nemen om naar u te kijken. Om bij u te zijn. Zodat we leren van u. Geef dat we verlangen naar u.

Geef dat wij uw liefde ontvangen in ons leven. En beantwoorden. Laat ons u liefhebben. Met alles in ons. Leer ons offeren. Ons hele leven. Als dankoffer.

Laat uw liefde ook de bron zijn voor de liefde naar onze medemens. En voor onze liefde voor, en trouw aan elkaar in de gemeente. En voor de liefde in ons huwelijk, in ons gezin, naar onze ouders, naar vrienden, collega’s en buren.

Wij bidden u ook voor elkaar. Als blijk van onze liefde. Ga met ieder van ons. Deze zondag. En ga met ons in de tijd die voor ons ligt. Wanneer we op vakantie gaan, bewaar ons op onze wegen. Here, u gaat mee, nee, u bent al op de plek van onze bestemming. De wereld is immers van u. U bent overal, op elke plaats rust uw oog.

Wees ook met ons wanneer we thuis zijn. Vader, geef kracht om moeiten te dragen. Wees met hen in ons midden die ziek zijn. Wees met de ouderen. Vertroost hen die verdriet met zich meedragen. Wees een helper voor hen die in stilte worstelen. Wees met de jongeren. Geef uw zegen in de gezinnen. De zegen van uw liefde en trouw. Omring ons allen met uw hemelse zorg.

Vader, wij aanbidden u in uw Woord. / Zoon van God, wij aanbidden u als aan ’t kruis doorboord. / En u, o Geest, aanbidden wij uit beiden. / Van uw gemeenschap, uw gena, uw liefd’ en trouw -halleluja- / zal ons geen schepsel scheiden! Amen