Beter het eind dan het begin
1 september 2024
Preek bij de start van het nieuwe schoolseizoen.
Lezen: Prediker 7:1-14
Tekst: Prediker 7:8
Ik denk, jongens en meiden, dat je liever aan het begin van de vakantie staat dan aan het eind. Want aan het eind van de vakantie, als de vakantie voorbij is, moet je weer naar school. Morgen! Maar als je aan het begin van de vakantie staat, dan ligt die heerlijke tijd nog voor je. Ik zou best terug willen naar 22 juli, toen begon mijn vakantie. En dan ga ik weer lekker weg.
Maar dan lijkt deze bijbeltekst, Prediker 7:8, dus niet echt te kloppen: ‘Beter de voltooiing van de dingen dan dat ze beginnen.’ Dan zou een vakantie die voorbij is beter zijn dan een vakantie die op het punt staat te beginnen. In sommige gevallen kan ik me voorstellen dat je zegt: het eind van iets is beter dan het begin. Een toetsweek bijvoorbeeld. Of de preek: je hebt liever dat de preek klaar is dan dat hij begint. En het schooljaar dan? Beter het eind van het schooljaar dan het begin. Ja, want als het schooljaar dat morgen begint klaar is, is het weer vakantie.
Het ligt er dus maar net aan waar je aan denkt. Denk je aan iets leuks dan zeg je: ik sta liever aan het begin. Denk je aan iets wat niet leuk is of iets dat moeilijk is, dan zeg je: beter het eind dan het begin. Want dan heb je het achter de rug. Nu maakt de bijbeltekst dit onderscheid niet. Daar wordt gewoon gezegd: het eind van iets is beter dan het begin. Dus ook het eind van de vakantie is beter dan het begin. Waarom? Waarom staat dit zo in de Bijbel? En wat is het evangelie in dit verhaal, zo aan het begin van het nieuwe schooljaar? Daar gaan we in deze preek naar op zoek. En ik beloof jullie, er komt een eind aan deze preek. Maar of dat beter is dan het begin?
Je kunt je wel een paar redenen verzinnen waarom het eind van iets beter is dan het begin. Aan het eind van iets weet je of het gelukt is. Pas aan het eind van het schooljaar weet je of je over gaat. Pas aan het eind van het kerkseizoen kunnen we terugkijken en zeggen: het was goed. Zelfs bij een vakantie weet je pas aan het eind of het allemaal goed verlopen is: geen ongelukken, niemand ziek, goed weer gehad. Als je ergens nog voor staat kan dat spanning geven. Zelfs bij dingen die op zich leuk zijn. Prediker 7:14 zegt: ‘Geen mens kan in de toekomst zien.’ Die spanning ben je kwijt als je aan het eind van iets staat. Of het nou iets leuks of iets minder leuks is.
Een tweede reden. Wanneer iets af is kun je met voldoening terugkijken. Je bent tevreden met het resultaat. Je hebt je ergens voor ingezet, en nu het klaar is ben je blij dat het gelukt is. Je zou het zo kunnen zeggen: oogsten is beter dan zaaien. Ik denk hierbij aan Psalm 126 waar staat: ‘Wie in tranen op weg gaat, dragend de buidel met zaad, zal thuiskomen met gejuich, dragend de volle schoven’ (vers 6). Of in de berijmde versie: ‘Wie moeizaam hier met tranen zaait, zal juichen als hij eenmaal maait.’ Op een bepaalde manier geldt dat ook voor werk en school. Je zet je in, maar ziet niet direct resultaat. Je leert voor een so of een repetitie. Dat lijkt soms zonde van je tijd, want die kennis verdwijnt onzichtbaar in je geheugen. Maar als je de toets terugkrijgt zie je het cijfer: resultaat! Zo is het ook met de boer die zaait, hij gooit kostbaar graan weg waar hij ook brood van had kunnen bakken. Het graan, het zaad verdwijnt in de aarde. Het lijkt verloren te gaan, want in eerste instantie gebeurt er niks. Dat is vers 8b, over dat geduld. Prediker 7:8b zegt: ‘Beter geduld dan ongeduld.’ Om bij de voltooiing van iets uit te komen heb je geduld nodig. De boer moet geduld hebben. Maar ook jij op school. Maar juist wanneer het graan sterft groeit er iets nieuws uit. Een veelvoud van wat je had aan het begin. Juist wanneer je geduldig met je schoolwerk bezig bent krijg je resultaat. Onder de zegen van de Here betaalt je moeizame inzet zich uit.
Een derde reden waarom het eind van iets beter is dan het begin. Wanneer je aan het einde van iets staat, weet je dat je hebt volgehouden. Volhouden is mooi. Halverwege afhaken is niet leuk, dat wil je liever niet. Nee, je wilt een doel bereiken, je wilt ergens uitkomen. Zo heeft de apostel Jakobus het over volhouden in het geloof, hij schrijft in hoofdstuk 5:11: ‘Degenen die standhielden prijzen we gelukkig!’ En in Hebreeën 10:36 staat: ‘Blijf juist volharden, want als u de wil van God doet, zult u ontvangen wat u beloofd is.’ Wanneer iets af is, wanneer je klaar bent met iets, heb je laten zien dat je kunt volhouden.
Drie redenen waarom het einde van iets beter is dan het begin. Maar wat is nou het evangelie hierin? En wat heb je hieraan bij het begin van het schooljaar? Nu is onze tekst niet de eerste ‘beter dit dan dat’ uitspraak in Prediker 7. Het is ook niet de laatste. Het bindt deze verzen samen, met als conclusie vers 13: ‘Bezie het werk van God.’ Dus let op wat God doet. In alles wat wij meemaken zit Gods hand. En het is maar de vraag of wij de dingen in ons leven altijd goed beoordelen. Of wij goed noemen wat goed is. En of wij kiezen voor datgene wat beter is, wat waardevol en belangrijk is.
Luister maar eens naar vers 1, de tweede ‘beter dit dan dat’ uitspraak. ‘De dag waarop je sterft is beter dan de dag waarop je wordt geboren.’ Misschien struikelde je daar net al over toen het werd voorgelezen, dacht je toen al: waar slaat dit op? En vers 2: ‘beter naar een huis vol rouw dan naar een huis vol feestrumoer.’ En vers 3: ‘Je kunt beter droevig zijn dan vrolijk.’ Ik denk dat wij het met deze drie uitspraken nog niet zomaar eens zijn. De dood is een ramp, wat een verdriet geeft dat niet. En je bent toch liever vrolijk dan verdrietig?
Nu gaat het in vers 1 niet over je eigen dood en geboorte. Vers 1 en 2 horen bij elkaar. Luister maar eens naar vers 2 in de vertaling van de Bijbel in Gewone Taal: ‘Je kunt beter naar een begrafenis gaan dan naar een feest. Want uiteindelijk gaat ieder mens dood, denk daar goed aan.’ Het gaat dus over de dood van iemand anders. En dan lees ik ook gelijk vers 3 maar even voor in de BGT: ‘Je kunt beter verdrietig zijn dan vrolijk. Want verdriet maakt je sterker.’ Het is de raad die ook Psalm 90 ons geeft: ‘Leer ons zo onze dagen te tellen, dat wijsheid ons hart vervult’ (vers 12). Oftewel, besef dat je als mens sterfelijk bent. Het houdt een keer op. Het is niet: lang leve de lol. Je leven stopt een keer. Dat moment duwen we gemakkelijk voor ons uit, maar verstandig is dat niet. Je kunt je er beter op voorbereiden.
Hoe dan? Prediker 7 wijst je op God. Hij kent de toekomst wel. Hij heeft de toekomst zelfs in zijn hand. En Hij trekt niet altijd rechte lijnen. Vers 13 zegt: ‘Bezie het werk van God: wie maakt recht wat Hij krom heeft gemaakt?’ Dat klinkt gek, in onze ogen is recht goed en krom fout. Maar is het vaak niet zo dat wij rechte lijnen proberen te trekken, recht op ons doel af? Terwijl God soms omwegen met ons gaat. Dan begrijp je er niks van: waarom moet dit nou gebeuren? Waarom deze omweg in mijn leven, wat heeft dit voor zin? En voor je het weet word je boos op God. Je ergert je over de weg die Hij met je gaat (vers 9). Je denkt dat het vroeger beter was dan nu (vers 10). De Prediker zegt: geniet nou maar op de goede dagen. En bedenk dat ook de slechte dagen door God gemaakt zijn. Let op, dit wil niet zeggen dat God slecht is. Het wil juist zeggen dat jouw slechte dagen, dagen zijn die nog steeds van God zijn. Ook die dagen gaan niet buiten Hem om, ook die dagen bestaan alleen maar omdat God bestaat. En Hij is erbij, helpend en troostend.
Morgen begint een nieuw schooljaar. Je weet niet hoe het zal gaan: ‘Geen mens kan in de toekomst zien.’ Hoe moet je zo’n jaar beginnen? Met God voor ogen. Vanuit jezelf gezien is het leven onzeker. Het kan goed met je gaan maar dat hoeft niet. Je kunt gezond blijven maar die garantie heb je niet. Je kunt goede resultaten halen maar dingen kunnen ook mislukken. Hou in dat alles God voor ogen. Bedenk dat Hij erbij is. Vraag Hem in je gebed ook met je mee te gaan, elke dag. Dan snap je waarom de Prediker zegt: ‘Beter de voltooiing van de dingen dan dat ze beginnen.’ Want aan het eind van het schooljaar kun je terugkijken. En wat je dan ziet is de route die God met je gegaan is. Wij waren in de vakantie in de bergen. Daar zitten de meeste wegen vol met bochten, haarspeldbochten. Omdat je alleen op die manier een bergwand op kunt rijden. Recht omhoog, dat gaat niet. Maar als je dan bovenaan staat en je kijkt achterom, zie je de route die je gevolgd hebt. Zo kan het ook zijn met dingen in je leven. Op het moment dat je terugkijkt begrijp je al beter waarom dingen zo gegaan zijn dan toen je er nog voorstond of nog middenin zat. ‘Beter de voltooiing van de dingen dan dat ze beginnen’, want terugkijkend herken je de hand van God. Duid je de hand van God. Zo geeft de voltooiing van de dingen ook ruimte om Gods hand aan te wijzen. Tegenover je kinderen, tegenover je broeders en zusters, tegenover mensen die God niet kennen. Je wijst het werk van God aan, je benoemt het: God heeft me altijd geholpen, God was er altijd bij - toen het goed ging maar ook toen het moeilijk was.
Dit geloof, dit vertrouwen heeft een hele diepe basis gekregen in Jezus Christus. Hij maakt af wat God begint. Hij voltooit de geschiedenis van deze wereld. De komst van Christus in deze wereld heet al ‘de voltooiing van de tijden’ (Hebreeën 9:26). In een andere tekst (Efeziërs 1:9-10) gaat het over Gods besluit ‘om alles in de hemel en op aarde onder één hoofd, Christus, bijeen te brengen, omdat het Hem behaagde de voltooiing van de tijd te verwezenlijken met Christus.’ Wat hier gezegd wordt is dat in Christus, door het werk van Christus, alles in principe af is. Wij moeten nog wachten op de voltooiing van Gods plannen maar in de hemel zijn ze al af, zijn ze al werkelijkheid. In de hemel is er geen enkele twijfel over het eindresultaat. God komt uit waar Hij wezen wil. Met ons, met deze wereld en met zijn relatie met ons en de wereld. Dan zullen we het de Prediker van harte nazeggen: ‘Beter de voltooiing van de dingen dan dat ze beginnen.’ Nu proberen we vaak nog het verleden vast te houden: die mooie vakantieherinneringen, die tijd dat onze kinderen nog klein waren, die tijd dat we jong waren en het leven nog voor ons lag. Best, maar de Prediker leert je anders kijken. Niet naar de moeiten in het heden, niet naar het verheerlijkte verleden, maar hij leert je vooruit kijken naar het moment dat je terugkijkend Gods werk overziet. Dat geldt voor het totaal van je leven, het geldt voor het totaal van de geschiedenis, het geldt ook voor het jaar dat voor ons ligt. Wanneer het voorbij is kun je God danken voor wat Hij je gaf, dat Hij je hielp, dat Hij erbij was. Omdat je daar zeker van bent, zul je Hem ook gaandeweg al zien. Zo begin je het jaar goed, en mag je het nog beter eindigen. Amen.