Bidden omdat je leven ervan afhangt

14 april 2013

Waarom bid je, hoe en wanneer? Deze drie vragen werden door jongeren gesteld en krijgen vanuit Lucas 11 en de Catechismus een praktische beantwoording.

Lezen: Lucas 11:1-13

Tekst: Zondag 45

Vanmiddag maken we een begin met een kleine prekenserie over bidden. We doen dat vanuit de Catechismus, Zondag 45-52. En de preek van vanmiddag is voorbereid samen met een groepje jongeren, dat levert altijd hele waardevolle vragen en gezichtspunten op.

 

Zo vertelden de jongeren bijvoorbeeld welke moeiten zij ervaren rond bidden. Ik geef daar iets van weer. Juist ook omdat ik denk dat dit net zo goed moeiten zijn die ouderen ervaren, niet-jongeren, dertigers, veertigers, vijftigers, iedereen, ik zelf ook. En het ene zul je meer herkennen dat het andere. De dingen die de jongeren moeilijk vinden aan bidden zijn: dat je vaak hetzelfde bidt en vaak voor dezelfde mensen, dat je je gebed gemakkelijk en kort wilt houden en dat bidden wordt ervaren als ritueel of ook als plicht.

 

Ik heb de jongeren ook uitgedaagd om hun vragen bij bidden te stellen. En hier geldt hetzelfde, het zijn vast niet alleen jongeren die met deze vragen rondlopen. De vragen die gesteld werden waren: is het verkeerd om altijd hetzelfde te bidden? Hoe hou je je aandacht erbij, juist ook als iemand anders bidt? En waarom bidden we eigenlijk bij het eten?

 

Ik geef kort antwoord op deze drie vragen voor we verder gaan, want de jongeren gaven zelf aan dat het zwaartepunt voor hen bij drie andere vragen ligt. Maar ook deze vragen wil ik niet onbeantwoord laten.

 

Is het verkeerd om altijd hetzelfde te bidden? Mijn reactie zou zijn: nee. Dat is helemaal niet verkeerd. Laat die woorden die je dan vaak bidt wel iedere keer echt uit je hart komen. En wat helpt om variatie in je gebed te krijgen is het volgende: lees eerst uit de bijbel en probeer dingen vanuit dat bijbel lezen een plek te geven in je gebed. Als je een Psalm hebt gelezen waarin gesmeekt wordt om redding geef die vraag om redding dan ook een plek in je gebed. Als je gelezen hebt in Openbaring over de nieuwe hemel en aarde bidt dan ook om de komst van Gods nieuwe wereld.

 

Dan de vraag: hoe hou je je aandacht bij bidden? Want zo gemakkelijk dwalen je gedachten af. Zeker als iemand anders bidt. Mijn antwoord is: concentreer je. Bid in je hoofd mee met degene die hardop bidt. En denk aan God, stel je God voor op zijn troon. Een hele praktische is dat je afwisselend bidt, in kringgebed, dan moet je wel luisteren naar de anderen. Mijn catechisanten vroegen er laatst zelf om en zo hebben we die les ook gebeden. Heel mooi.

 

De derde vraag was: waarom bidden we eigenlijk bij het eten? Daar kan ik kort over zijn, dat is een goede gewoonte. En je kunt net zo goed andere vaste tijden kiezen. Dat kan zelfs beter zijn, want als je een keer de maaltijd overslaat of je eet even snel tussendoor dan kan het ons zomaar gebeuren dat ook het bidden erbij inschiet. Door te bidden op vaste tijden voorkom je ook dat je pas gaat bidden als je daar de behoefte toe voelt, waardoor het gebed wel eens uit je leven zou kunnen wegsijpelen.

 

Maar nu naar de vragen die voor de jongeren zwaarder wegen. Dat zijn er drie.

 

1. Waarom bidden? (v/a 116)

2. Hoe bidden? (v/a 117 en 118)

3. Wanneer bidden? (1 Tessalonicenzen 5:17)

Wie zich afvraagt waar v/a 119 dan blijft; ik denk dat v/a 117 gaat over ‘hoe bidden?’ en v/a 118 en 119 meer over ‘wat bidden?’ Dus als onderdeel van het ‘hoe?’ komt ook het ‘wat?’ aan de orde.

 

1. Waarom bidden?

Op de vraag ‘Waarom wil God dat wij bidden?’ gaf een van de jongeren zelf het volgende antwoord: uit respect voor God. Ik vind dat een mooi antwoord en ik zal er straks vanuit v/a 116 nog meer over zeggen. Maar de vraag die hierbij ook gesteld moet worden is: wat is bidden? De jongeren zien bidden als een gesprek met God. En net zoals het in een huwelijk nodig is dat man en vrouw met elkaar praten zo is dat ook nodig in de relatie met God. In het huwelijk is het normaal dat je met elkaar praat want je houdt van elkaar en je hebt elkaar dingen te vertellen. Je deelt je leven met elkaar. En het is ook zo dat gebrek aan gesprek druk legt op je relatie. Dat geldt in het huwelijk maar dat geldt ook in de relatie met God.

 

Nu naar v/a 116. De vraag is: Waarom is het gebed voor de christenen noodzakelijk? Het antwoord bestaat uit twee stukjes: a) God vraagt het van jou, en b) God wil door jou gevraagd worden. Eerst

 

a) God vraagt het van jou

Bidden komt van het woord bieden, aanbieden. Denken wij bij bidden vooral aan vragen, het heeft oorspronkelijk de kleur van geven. Denk aan hoe in de Middeleeuwen de pachters eens per jaar naar het kasteel van hun heer gingen om daar hun beden aan te bieden. Ze boden een deel van de oogst aan om hun dankbaarheid te laten merken dat ze het land van hun heer mochten gebruiken. En zo vraagt God ook onze dankbaarheid. Hij wil dat wij Hem onze beden aanbieden, de oogst van het leven dat Hij ons te gebruiken geeft.

 

b) God wil door jou gevraagd worden

V/a 116 zegt dat God je zijn genade en zijn heilige Geest alleen wil geven als je Hem daarom vraagt en daarvoor dankt. Gods genade stroomt dus niet vanzelf ons leven binnen en de heilige Geest gaat niet zomaar in ons aan het werk. God wil dat wij er om vragen, van harte en zonder ophouden. Maar als je dat doet dan geeft God ook, dat is 100% zeker. Zo is God. Hij houdt woord, Hij doet wat Hij belooft. God zegt: vraag om mijn heilige Geest, vraag Mij om genade en je krijgt het.

 

Opvallend is ook de plek van Zondag 45 na 44. Na de wet gaat het over het gebed, die twee hebben met elkaar te maken. Voor ons is het alweer even geleden dat Zondag 44 bepreekt is, maar de Catechismuszondagen over de verschillende geboden laten ons zien wat de Here aan gehoorzaamheid van ons, bevrijde mensen, vraagt. De geboden laten je stuk voor stuk zien hoe God jouw nieuwe leven voor zich ziet. Dat leven van liefde voor God en liefde voor de medemens. Maar wij hebben er de handen vol aan, hoe breng ik dat ooit op? In die tien woorden glanst het leven met God, maar kan ik dit?! Nee. En als je dat bedacht hebt zie je hoe belangrijk bidden is. Het is het voornaamste, het allerbelangrijkste, zegt Antwoord 116. God laat ons niet met zijn geboden in de maag zitten maar leert ons erom bidden. Want wat God in de tien geboden van je vraagt, de heiliging van je leven, geeft Hij je graag in Christus. En er is maar één manier om het je krijgen: bidden. Vader, geef mij uw genade in Christus. Help mij met uw heilige Geest om naar uw goede geboden te leven.

 

Dus bidden is inderdaad noodzakelijk voor christenen. Je leven hangt er vanaf. Niet in die zin dat je door je bidden gered wordt maar wel in de zin dat Gods genadige redding pas op het gebed in je leven komt. De link tussen gebod en gebed vind ik een eyeopener. Ik zag het ergens zo staan: gebod zonder gebed maakt een mens moe, gebed zonder gebod maakt een mens lui. Die link tussen gebod en gebed onthult het diepste antwoord op de vraag ‘Waarom zou ik bidden?’ Het antwoord is: bidden is nodig voor je behoud. Het is nodig om in het nieuwe leven te kunnen wandelen.

 

2. Hoe bidden?

V/a 117 noemt drie dingen over de manier waarop we zullen bidden, de houding waarmee we zullen bidden. En dan gaat het niet over je lichaamshouding -geknield, zittend, staand, voorover gebogen, met je handen samen of in de lucht- nee, het gaat over onze mentale houding, de houding van je hart. V/a 117 noemt drie dingen die nodig zijn voor je gebedshouding. Wij zullen bidden met:

 

a) Godskennis

b) zelfkennis

c) kennis van Christus

 

a) Godskennis

Hoe kun je bidden als je God niet kent, of niet goed kent? Als ik bij de slager sta en ik vraag om een krop sla dan kijkt hij mij verwonderd aan. Als ik bij de groetenboer om een achterham vraag dan gaat er ook iets mis. In Antwoord 117 worden het kennen van God en de dingen die ik aan Hem vraag met elkaar verbonden. Als ik God goed ken weet ik wat ik aan Hem kan vragen, moet en mag vragen.

 

Ik had al gezegd dat bij de vraag ‘Hoe bidden?’ ook het ‘Wat bidden?’ aan de orde zou komen. De jongeren vroegen tijdens de voorbereiding van deze preek: hoe kun je nou goed bidden? En ze ontdekten zelf al dat dit eigenlijk de vraag is die de discipelen ook stellen. In Lucas 11 lees je hoe de leerlingen aan Jezus vragen: ‘Heer, leer ons bidden.’ En dan komt Jezus met het Onze Vader. De Catechismus zegt in v/a 118 en 119 dat dit gebed gaat over alles wat wij voor lichaam en ziel nodig hebben. We zullen dit gebed in de komende weken ook bede voor bede bekijken. Opvallend is dat dit gebed een gebed is voor onderweg, voor mensen die onderweg zijn naar het koninkrijk van God. Na de aanspraak -Onze Vader in de hemel- volgen drie uitroepen: uw naam moet geheiligd worden, uw rijk moet komen, uw wil moet geschieden. Wie het Onze Vader bidt juicht Gods beloofde toekomst uitbundig toe en bidt daar tegelijk heel dringend om. Daarna volgen drie vragen. Vragen die betrekking hebben op jou als mens onderweg naar dat rijk. Je hebt voedsel nodig voor onderweg, vergeving van zonden en bescherming tegen de boze. Dus het Onze Vader laat je zien dat de nieuwe hemel en aarde nog niet gekomen is. Johannes de Doper had dit koninkrijk verkondigd, Jezus brengt dit toekomstig koninkrijk, maar de weg er naar toe voert door een tijd van afhankelijkheid en beproeving. Denk maar aan het boek Openbaring.

 

Kortom, wanneer je God kent als de Schepper die bezig is alles nieuw te maken, ook jouw leven, dan weet je wat je moet vragen aan God: kom gauw met uw koninkrijk en breng mij er thuis. Door uw genade en Geest.

 

b) zelfkennis

De Catechismus zegt in Antwoord 117 dat wij ‘onze nood en ellende grondig moeten kennen, om ons voor het aangezicht van Gods majesteit te verootmoedigen’. Je verootmoedigen betekent: je klein maken. Daarbij past een geknielde, voorover gebogen lichaamshouding. Maar verootmoediging begint in je hart. Je nood en ellende kennen wil zeggen dat je je realiseert dat je compleet met lege handen staat. En dat je zelf niets voor elkaar kunt krijgen. Dat nieuwe leven naar Gods geboden, de glans van die geboden in je leven brengen, de heiliging van je leven, je kunt het niet. En dat besef je. Als je door hebt dat je van jezelf zwak bent en onvolmaakt en dat je het koninkrijk niet op eigen kracht binnen kunt, ga je vragen om Gods genade en Geest. Nood leert bidden, en bepaalt ook de inhoud van je gebed.

 

c) kennis van Christus

Tijdens de voorbereiding met de jongeren stelde ik ook de vraag naar verhoring, hoe zit dat? Bijvoorbeeld bij ziekte. Stel je bent ziek en je bidt om genezing, de praktijk leert dat je niet per se beter wordt. Wat doet dit met je verwachting van verhoring? Verhoort God al je gebeden? De jongeren gaven eigenlijk een heel mooi antwoord. Ze zeiden: God gaat zijn weg met je, je bidt toch ook ‘uw wil geschiede’? Wat spreekt daar een prachtig Godsvertrouwen uit!

 

V/a 117 wijst je als het gaat over verhoring op Christus. ‘Om Christus’ wil wil God ons zeker verhoren.’ Jezus Christus is de zekerheid van alle verhoring. God de Vader gaf het allerliefste wat Hij had voor ons om ons uit onze allerdiepste nood weg te halen, zou Hij onze gebeden dan niet verhoren? Dat betekent niet dat je altijd krijgt wat je vraagt. Maar je hoeft niet te twijfelen aan Gods welwillende houding naar jou. Je mag er zelfs zeker van zijn dat God je gebed beantwoordt op de allerbeste manier. Zijn reactie op je gebed is het allerbest voor jou.

 

In Lucas 11 zit dat ook in het verhaal van die vader die zijn kind natuurlijk geen slang geeft in plaats van een vis, of een schorpioen in plaats van een ei. Zelfs slechte vaders zouden zoiets niet doen. Nou, zegt Jezus, zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie Hem erom vragen? De tussenliggende verzen, 5-9, over die vriend die in de nacht om brood komt vragen, sporen ook aan om vol vrijmoedigheid bij God aan te kloppen. Je hoeft je niet door schaamte en verlegenheid te laten weerhouden om te bidden voor hulp onderweg.

 

 3. Wanneer bidden

Bij dit punt verwezen de jongeren naar een 2e schriftlezing. Nu gaat het maar om één vers, namelijk 1 Tessalonicenzen 5:17. Daar staat: ‘bid onophoudelijk’. Ik zal even ook de verzen ervoor en erna lezen anders staat het wel erg op zichzelf.

 

"Zie erop toe dat niemand kwaad met kwaad vergeldt en streef altijd naar het goede, zowel voor elkaar als voor ieder ander. Wees altijd verheugd, bid onophoudelijk, dank God onder alle omstandigheden, want dat is wat hij van u, die één bent met Christus Jezus, verlangt." (1 Tessalonicenzen 5:15-18)

 

Wanneer moet je bidden? Eigenlijk altijd. En niet ‘eigenlijk’ maar gewoon ‘altijd’. Of te wel: laat het gebed niet verstommen in je leven, dat is wat de apostel Paulus de christenen op het hart bindt. Leef biddend.

 

Bij de voorbereiding zeiden we hierover tegen elkaar: je kunt op de fiets bidden, in de auto, overal en op ieder moment. Dit vervangt niet het bidden op vaste tijden, thuis, in je slaapkamer. Het laat wel zien hoe nauw de gebedsrelatie met God kan en mag zijn. We hadden het in dit verband ook nog over een schietgebedje doen. Bijvoorbeeld vlak voor een toets op school, waarbij je vraagt om rust en om inzicht. Je leven van iedere dag met alles daarin mag je aan de Here voorleggen. De manier waarop je dat doet is wel belangrijk: bedenk telkens wat jouw vraag te maken heeft met het koninkrijk van God en jouw reis daarnaar toe. Maak ook die reis tot onderwerp van je gebed. Probeer dat maar eens te doen in de komende week.

 

Nog één ding. De jongeren verbaasden zich erover dat in de bijbel staat dat Jezus soms een hele nacht lang bidt. Dat is lang! Dat vind ik ook heel lang, dat vinden we denk ik allemaal. De jongeren zeiden: als je zolang bidt waar heb je het dan al die tijd over?! Ik weet het niet. De bijbel vertelt ons niet in detail waar Jezus over spreekt met zijn Vader als Hij een hele nacht lang in gebed is. Jezus zelf leert zijn leerlingen dat ze niet met ‘omhaal van woorden’ moeten bidden, of zoals de Nieuwe Bijbelvertaling zegt: ‘Bij het bidden moeten jullie niet eindeloos voortprevelen zoals de heidenen, die denken dat ze door hun overvloed aan woorden verhoord zullen worden’ (Matteüs 6:7). Dan gaat het dus over het willen beïnvloeden van God, Hem voor je karretje spannen. Maar met een lang gebed is op zich zelf genomen dus niets mis. Jezus bad soms een hele nacht lang. Ik ben daar verbaasd over en tegelijk voel ik een verlangen daarnaar.

 

Afsluitend, wanneer moet je bidden? Nou, zonder ophouden. Leef biddend, dag en nacht. Want je leven hangt af van de genade die God geeft! Amen.