Christus' hemels perspectief op zijn kerk

18 september 2011

Jezus Christus, onze machtige koning van goddelijke heerlijkheid en heiligheid, ziet andere dingen in de gemeente dan wij. Hij ziet ook scherper. Vanuit zijn hemels perspectief op het gemeenteleven zijn dingen slechter dan ze lijken, en dingen zijn beter dan ze lijken.

Lezen: Openbaring 2-3

Tekst: Openbaring 2-3

Hebt u/jij wel eens ervaren dat mensen boos op je werden om een uiting van je geloof? Stel je zegt op je werk iets van een vloek. Maar de reactie die je krijgt is: ‘Hé, hou je geloof voor jezelf!’

 

Of vrienden die nergens aan doen nodigen je uit voor een feest op zondag. Jij zegt: ‘Dan ga ik naar de kerk.’ Waarop zij reageren met: ‘Doe niet zo stom man. Is die kerk belangrijker voor jou dan onze relatie?’

 

Zomaar twee voorbeelden van hoe je als gelovige in botsing kunt komen met de ongelovige samenleving. Wij leven als kerk in Nederland temidden van ongelovigen. Ook hier in Zeewolde. En we weten ons betrokken op die samenleving; daarbij denkend aan het woord van de profeet Jeremia: ‘Bid tot de HEER voor de stad waarheen ik jullie weggevoerd heb en zet je in voor haar bloei, want de bloei van de stad is ook jullie bloei’ (Jeremia 29:7). Later deze maand zit ik samen met de andere voorgangers van Zeewolde bij de burgermeester. Om te overleggen wat we als kerken kunnen betekenen voor het dorp. Maar ook achter alle missionaire activiteit die vanuit de gemeente georganiseerd wordt zit hart voor de mensen die om ons heen wonen. Wij leven als kerk in Nederland, als kerk in Zeewolde, temidden van ongelovigen. Maar omdat geloof en ongeloof elkaars tegenpolen zijn botst dat ook geregeld.

 

Waar komen wij als kerk, als kerkmensen, in botsing met de seculiere, de ongelovige samenleving? Je zou kunnen denken aan de weigerambtenaar. Christenen die als ambtenaar van de burgerlijke stand weigeren een homohuwelijk te sluiten. Daar valt de samenleving overheen. Wat denken die christenen wel? Laat ze ophouden hun overtuiging ons door de strot te drukken. Omgekeerd kunnen wij als christenen datzelfde denken wanneer in lesmateriaal voor scholen homoseksualiteit als iets normaals wordt neergezet. En dat lesmateriaal moet ook wel gebruikt worden!

 

Het conflict tussen kerk en samenleving zou ik zo willen samenvatten: 1) Vanuit de samenleving wordt ons verteld dat ons geloof een privézaak is: Hou het achter je voordeur. Kom er niet mee naar ons toe. Hou het buiten het publieke leven. Doe niet alsof er een God is die ook over ons iets te zeggen heeft. En 2) Vanuit de samenleving wordt er druk op ons gelegd mee te doen met wat normaal gevonden wordt. Zoals de acceptatie van homoseksualiteit, en überhaupt vrije seks. Zoals de acceptatie van het zelfbeschikkingsrecht van ieder mens, tot uiting komend in bijvoorbeeld euthanasie. Oftewel, er wordt druk op ons gelegd om ook de god van het bevrijde individu te gaan dienen.

 

Nu zegt iemand als Ad de Bruijne uit Kampen dat we ons niet zo druk moeten maken voor de gewetensbezwaarde weigerambtenaar. Zijn kritiek is dat onze verontwaardiging nogal selectief is. Hij vindt het verdacht wanneer christenen in de huidige maatschappij alleen rond het thema van het homohuwelijk gewetensproblemen voelen opkomen. En ik val hem daarin bij. Het conflict tussen kerk en samenleving is veel breder. De vraag is alleen of wij dit zo ervaren. Voelen wij iets van dit brede conflict?

 

Ik denk wel eens dat wij -en daar reken ik mezelf ook toe- dat wij erg wereldgelijkvormig zijn geworden. We hebben ons op tal van terreinen geheel of gedeeltelijk aangepast aan wat normaal is in onze samenleving. Wij luisteren naar dezelfde muziek en kijken dezelfde tv-programma’s. Ons consumptiepatroon is hetzelfde als dat van onze ongelovige buren. Onze omgang met bezit lijkt verdacht veel op dat van de wereld. De manier waarop we denken is in de kern vaak hetzelfde: ik-gericht. Dit kan er de oorzaak van zijn dat we van het conflict tussen kerk en samenleving soms maar weinig merken.

 

Vanochtend mag hierover hemels licht vallen. Het boek Openbaring is het boek van de onthullingen. Dat begon met een onthulling over Jezus. Openbaring 1: Hij is de eindeloos majesteitelijke God van heerlijkheid en licht en macht en heiligheid. Openbaring 2 en 3 onthult ons hoe Hij naar de kerk kijkt. Naar zijn kerk die leeft temidden van de ongelovige samenleving.

 

Het thema voor de preek is:

Christus’ hemels perspectief op zijn kerk

 

In de brieven aan de 7 gemeenten in Asia ligt het conflict met de ongelovige samenleving er duimendik bovenop. Zo worden de christenen in Pergamum geprezen om hun trouw blijven aan Christus, ook toen één van hen gedood werd om zijn geloof. Dan gaat het dus over concrete vervolging vanuit de samenleving, de overheid, die geen geloof in Jezus Christus tolereert. Tegelijkertijd worden de christenen in Pergamum, en ook de broeders en zusters in andere steden, gewaarschuwd voor het meedoen met de samenleving. Daarbij moeten we denken aan meedoen met offerfeesten, meegaan in een losse seksuele moraal, meedoen met de verering van de keizer in Rome. En de druk om mee te doen was ook heel erg groot. Wie niet meedeed lag er uit. Uit het gilde, uit de handel. Deze 7 steden leefden stuk voor stuk van de handel. De één in dit, de ander in dat; goud, textiel, parfums en zalven, edelstenen, het bankwezen. Maar al die gilden, dat hele handelsgebeuren was doordrenkt van afgodenverering. Elk gilde had zijn eigen beschermgod, met de daarbij behorende offers om die god gunstig te stemmen, en dankfeesten wanneer de handel veel had opgeleverd. Wie als christen daar niet meer aan mee wilde doen werd als gevaarlijke spelbreker gezien. Dus de broeders en zusters kwamen voor de keus te staan: meedoen, en dan positie en levensstandaard kunnen behouden, of niet meedoen, met als gevolg dat je relaties en contacten verloor, dat je uitgesloten werd van alle voordelen van de gilden, en dat je in de marge van de samenleving terecht kwam.

 

Hoe gingen de christenen in de 7 gemeenten met dit conflict met de samenleving om? We zien drie reacties. Twee gemeenten worden geprezen om hun verzet: Smyrna en Filadelfia. Twee gemeenten wordt verweten dat ze lauw zijn of slapen: Sardes en Laodicea. En in drie gemeenten wordt het compromis gepreekt: Efeze, Pergamum en Tyatira. Dat zijn die Nikolaïten. In Efeze zijn ze actief, maar hun praktijken worden door de gemeente afgewezen. In Pergamum en Tyatira krijgt hun leer wel ingang. Deze christenen zeiden: ‘Je kunt best meedoen met offerfeesten en dat soort dingen want afgoden bestaan niet dus het gaat nergens over.’ Zij praten het meedoen aan de heidense samenleving goed. Maar ondertussen lopen zij het gevaar hun loyaliteit aan Christus in te ruilen voor loyaliteit aan de samenleving.

 

Stiekem vragen we ons nu misschien af hoe een brief van Jezus aan onze gemeente eruit zou zien. Zijn wij een gemeente die verzet biedt aan de samenleving? Of zijn wij lauw, vragen we ons angstig af. Liggen we misschien te slapen en komen allerlei wereldse dingen ongemerkt ons leven binnen? Of, erger nog, hebben we een stijl ontwikkeld waarin we van beide walletjes eten, en promoten we dat ook: ‘Kom op, we moeten wel een gerespecteerde partner in de samenleving blijven, met vervreemding schiet niemand wat op.’ Ik denk dat we ons best mogen afvragen hoe zo’n brief van Jezus aan ons eruit zou zien. Denk daar maar eens over na. Praat daar met elkaar over. Of zet maar eens wat op papier.

 

En wanneer je daar dan over praat met elkaar, bedenk dan wat het karakter is van de 7 brieven van Jezus aan de 7 gemeenten. Deze brieven bevatten het hemels perspectief op het gemeenteleven. Christus’ perspectief. En Hij ziet andere dingen dan wij. Hij ziet de dingen zoals ze echt zijn. In elke brief klinken die woorden: ‘ik weet’. Ik weet wat u doet, of: ik weet van uw ellende, of: ik weet waar u woont. Het hele boek Openbaring moeten we lezen als afkomstig van Jezus die de almachtige, goddelijke koning van majesteit, macht en heerlijkheid is. Het boek van de onthullingen begint met déze onthulling over Jezus, Openbaring 1. Maar dan is déze Jezus ook de auteur van de 7 brieven aan de gemeenten in Asia. En zijn ogen van vlammend vuur zien dingen die wij niet zien. Deze brieven onthullen het hemels perspectief van Christus op het gemeenteleven. De brieven staan daarom ook niet op zichzelf in het boek Openbaring. Ze lijken soms een vreemd intermezzo tussen Openbaring 1 en 4. Maar dat is niet zo. De 7 brieven en de rest van Openbaring zijn sterk met elkaar verbonden. Je zou kunnen zeggen: het heden van de gemeenten wordt onthuld vanuit de toekomst. Christus wijst nu al in de gemeenten aan wat in het licht van zijn toekomstig oordeel niet kan bestaan of juist beloond wordt. Dus hoe de gemeenten er nu voorstaan wordt bekeken door de bril van wat in de toekomst van Christus belangrijk is. Je kunt dit ook omgekeerd formuleren: de toekomst -Openbaring 4 tot 22- wordt onthuld als bepalend voor het heden. Dus de 7 gemeenten ontvangen het boek van de Openbaring, met zijn onthulling van wat in de toekomst gaat gebeuren, omdat met het oog op die toekomst het gemeenteleven nu al vorm gegeven moet worden.

 

Zijn wij bereid om vanuit dat hemels perspectief naar onze gemeente te kijken? Dus dat we zeggen: ‘Wat in onze gemeente kan niet bestaan in het komende oordeel van God? En om welke dingen in onze gemeente zal Hij ons prijzen? Wat zou zijn kritiek zijn, en welke bemoediging zouden wij krijgen?’ Misschien schrikken we daarvoor terug. Maar Christus’ hemels perspectief heeft twee kanten: dingen zijn slechter dan ze lijken, en dingen zijn beter dan ze lijken!

 

Eerst de dingen die slechter zijn dan ze lijken. Om te kunnen eindigen met de dingen die beter zijn dan ze lijken.

 

In de brief aan Smyrna -hoofdstuk 2:10- onthult Jezus dat de vervolging die de gemeente ondergaat nog erger zal worden dan ze al is. Dat heeft vast ook hiermee te maken dat Jezus onthult dat dit geen mensenwerk is maar dat de satan zelf hier achter zit. Op een zelfde manier onthult Jezus aan de gemeente in Pergamum dat zij wonen ‘waar satans troon staat’. Ook hier geldt: het is dus nog erger dan ze dachten. De gemeente verkeerde in de veronderstelling dat ze in een wereldse, heidense stad leefde. Dat brengt z’n moeiten met zich mee. Maar Jezus zegt: ‘Jullie leven in een stad waar sátan heer en meester is!’ Zo krijgen ook de gelovigen in Tyatira te horen dat zij die de profetes Izebel volgen in haar leer niet zomaar een dwaalleer aanhangen, maar dat er een satanische trek in zit. Zij verdiepen zich in de ‘verborgenheden van satan’, zegt Openbaring 2:24. Oftewel, het is waar wat de apostel Paulus eerder al tegen de gemeente in Efeze heeft gezegd: ‘Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen’ (Efeziërs 6:12). Jezus ziet dat en wijst dat concreet aan.

 

Ook onthult Jezus vanuit zijn hemels perspectief dat het er in de gemeenten zelf op bepaalde punten slechter voor staat dan van buitenaf lijkt. Zo kan de gemeente in Efeze geprezen worden voor inzet en standhouden en voor het ontmaskeren van dwaalleraars, maar met goddelijke precisie peilt Jezus het hárt van de broeders en zusters. En zijn conclusie is: jullie hebben de eerste liefde opgegeven! De liefde voor God, waarmee alles begonnen was. Ondanks dat men zich nog steeds inzet voor de kerk. Maar van bovenaf gezien, vanuit de hemel ziet Christus dit en Hij legt het bloot.

 

Op eenzelfde manier onthult Jezus wat Hij vanuit zijn hemels perspectief ziet in de gemeenten in Pergamum en Tyatira. Het zijn beide gemeenten die Jezus prijst om hun trouw, hun geloof, hun standvastigheid, hun liefdebetoon en hulpvaardigheid. Maar wat de christenen in deze gemeenten niet zien is dat hun meedoen in de heidense samenleving moet stoppen. Daarom onthult Christus dat dit slechter is dan het lijkt. Vanuit hemels perspectief moet er een keus gemaakt worden: loyaal zijn aan Christus, betekent breken met deelname aan heidense zaken uit de wereld.

 

Wat zou er vanuit Christus’ hemels perspectief bij ons slechter zijn dan het lijkt? Dat is een vraag die ik u wil meegeven. Om over na te denken. Om met elkaar over te praten. Kijk, van toekomstige vervolging in Nederland weten we niet. Wel maakt het denken vanuit hemels perspectief duidelijk dat we als gemeente van Christus in de frontlinie staan. Ook hier in Zeewolde. Dat is misschien minder leuk dan we dachten. Verder zet denken vanuit Christus’ perspectief op onze gemeente ons op scherp: hoe is het gesteld met onze eerste liefde, de liefde tot God? Is dat de bron voor alles wat we doen? En hoe radicaal zijn wij in onze loyaliteit aan God, ook als dat betekent dat we door de samenleving met de nek worden aangekeken? Misschien staan we er op dit punt ook wel slechter voor dan we denken.

 

Kijk, wanneer wij als christenen ons werkelijk profileren in een ongelovige samenleving -in plaats van dat we in onze veilige kerkgebouwen blijven zitten- dan zeggen ongelovigen niet dat wij ons ‘vergissen’, maar dat we achterlijk zijn en intolerant. Waarop we ons vaak helaas gauw weer terugtrekken omdat we denken dat we moeten voorkomen dat God en de kerk gelasterd worden. Wanneer wij dat conflict wel laten ontstaan, omdat we werkelijk trouw willen zijn aan Christus en ons in alles in ons leven op Hem willen richten, dan komt het aan op standhouden. Maar om dat vol te houden hebben we ook die andere kant van het hemels perspectief nodig. Dingen zijn ook beter dan ze lijken! En daar mogen we ons aan optrekken.

 

En het eerste dat beter is dan het lijkt is Christus zelf. Elk van de 7 brieven begint met een herinnering aan de onthulling van Jezus’ macht en majesteit, zijn hemelse glorie en kracht. Dit zegt hij ‘die de eerste en de laatste is’. Dit zegt hij ‘die het scherpe, tweesnijdende zwaard heeft’. Dit zegt ‘de Zoon van God, die ogen heeft als vlammend vuur en voeten als brons’. En bij de eerste brief, aan Efeze klonk: ‘Dit zegt hij die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt en tussen de zeven gouden lampenstandaards verblijft’. Oftewel: wat wij niet zien, maar wat wel zo is: het is de machtige koning van goddelijke heerlijkheid die naar zijn kerk omziet. Dat hij tussen de 7 lampenstandaards verblijft -7 als getal van de volheid- duidt op de volkomenheid van de zorg die Christus aan de kerk besteedt.

 

Vanuit de hemel laat Christus de kerk ook zien dat je arm kunt zijn op aarde terwijl je rijk bent in geloof; Openbaring 2:9. En dat wanneer Hij straft, dit is omdat Hij je liefheeft; 3:19. Soms zijn dingen ook beter dan ze lijken wanneer God geduld van je vraagt. Dat de profetes Izebel een tijd lang door kon gaan met haar dwaalleer is omdat God haar tijd gaf zich te bekeren; 2:21. En de gemeente van Filadelfia krijgt te horen dat er mensen bij hen zullen komen, die bij satan horen, zich ten onrechte joden noemen, maar dat zij zich eerbiedig voor de gemeente zullen neerwerpen en erkennen dat God hen heeft liefgehad! Dingen zijn dus stúkken beter voor hen dan het lijkt!

 

En als je vanuit hemels perspectief kijkt naar wat trouw aan Christus oplevert dan zijn dingen eindeloos veel beter dan ze lijken. Op aarde lijkt trouw aan Christus vooral te leiden tot ellende, smaad, gevangenschap en zelfs de dood. Maar vanuit hemels perspectief leidt trouw blijven en standhouden tot grote winst. Wie overwint mag eten van de levensboom in Gods paradijs. Wie overwint zal van de tweede dood geen schade lijden. Wie overwint zal macht krijgen over alle volken. Wie overwint zal in het boek des levens blijven staan. Wie overwint zal een zuil zijn in de tempel van God. Wie overwint zal samen met Christus op de troon zitten!

 

Dingen zijn slechter dan ze lijken en dingen zijn beter dan ze lijken. Ik wil u vragen vanuit dat hemels perspectief na te denken en te praten over ons gemeente zijn in Nederland, temidden van ongelovigen. Concreet betekent dit dat wij ons oog en oor laten scherpen voor bijbelse kritiek en aansporing. Christus ziet andere dingen dan wij, Hij ziet ook scherper. Daar kunnen wij alleen maar onze winst mee doen. Daarom klinkt in elk van de 7 brieven ook de oproep om gehoor te geven aan wat de Geest tegen de gemeente zegt. Luisteren is de opdracht aan de kerk. Kerken zijn luisterposten. En daar is een belofte aan gekoppeld: wij zúllen overwinnen wanneer we luisteren naar de Geest. Het hemels perspectief betekent ook concreet dat wij ons oog en oor laten richten op al die dingen die beter zijn dan ze lijken. Dat we ons oog en oor laten richten op Christus. Hij die is die was en die komt, de eerstgeborene van de doden, de overste van de koningen der aarde. En juist deze koning van goddelijke majesteit en macht is de zorgende Heer van de kerk. Amen.