Christus verbindt de geschapen wereld met het heilige van God

4 oktober 2015

In deze afscheidspreek van de gemeente in Zeewolde wordt nog een laatste keer de kern van het evangelie verkondigd: het geheim van een vroom leven is Christus, de sleutel tot een vroom leven is de verkondiging van Christus.

Lezen: 1 Timoteüs 3:14-4:10

Tekst: 1 Timoteüs 3:16

De vraag waar het vanmorgen over gaat is: hoe moet je als gelovige omgaan met het geschapene? Je bent mens, je hebt een lichaam, je leeft in een geschapen wereld. En boven je hoofd is de hemel van God, in je gebed is God dichtbij, zijn heilige Geest woont in je. Maar hoe ga je dan om met dingen uit de geschapen wereld? Is genieten van een biertje op een terras een aards genot of heeft dat ook iets hemels? Mag je genieten van een groot en mooi huis of moet daar altijd de rem op van ‘het is maar aards goed’? Is op vakantie gaan te verbinden met je geloof of zijn dat losstaande dingen? Kun jij God danken voor seks of krijg je die woorden niet over je lippen: Here, dank u wel dat het zo lekker was.

 

Gescheiden werelden

Die spanning voelen we denk ik allemaal wel. Seksualiteit is door de kerk jarenlang in de ban gedaan, dat was niet iets om van te genieten maar alleen bedoeld om kinderen te krijgen. En genieten van eten en drinken, een Bourgondische levensstijl, konden we ook niet goed rijmen met het geloof. Met als effect dat ze los van elkaar komen te staan: het geloof, het geestelijke aan de ene kant, en het lichamelijke, de geschapen wereld aan de andere kant. Het worden twee werelden. Maar die twee werelden zitten in die ene mens, jij als mens leeft in die twee werelden. En wat je dan kunt krijgen is dat vanuit het geestelijke het aardse als minderwaardig wordt bestempeld: het gaat niet om genieten, het gaat om geloof. Of het geschapene wordt vanuit het geloof verdacht gemaakt, seks, alcohol zouden maar tot zonde leiden. Het is natuurlijk waar dat veel zonden in het lichaam plaatsvinden, je zondigt met je mond of met je handen of met je ogen. En dan kun je je soms even laten gaan om daarna gauw weer in het gareel van het geloof te lopen. Of wat ook kan, het blijft los van elkaar staan voor jou: wat je vakantie, sport, hobby of werk met God te maken hebben, je zou het niet weten. Het zijn dingen uit verschillende werelden.

 

Het geheim van een vroom leven: Christus

Maar 1 Timoteüs 3:16 zegt: weet je wat het geheim is van een leven waarin het lichamelijke en het goddelijke met elkaar verbonden zijn? Weet je wat het geheim is van een leven waarin het geschapene verbonden is met het heilige? Weet je wat het geheim is van een vroom leven? Want daar gaat het over in deze tekst: vroom leven, dat is een leven waarin het geschapene en het heilig met elkaar verbonden zijn. Een vroom leven is een leven waarin jij met je aardse, lichamelijke, geschapen leven gericht bent op het heilige, gericht bent op God. Het woordje geloof in 1 Timoteüs 3:16 (NBV) is echt te vlak, het gaat hier over vroomheid (godsvrucht, zo in de NV51 en de Herziene Statenvertaling). Als je het woord geloof wilt gebruiken, maak er dan van: levend geloof. ‘Het geheim van een levend geloof is: ...’ En dat ‘geheim’ is niet iets geheimzinnigs, geen mysterie. Het woord geheim heeft hier de kleur van ‘publiek geheim’, iets dat iedereen weet. Denk aan hoe wij kunnen zeggen: het geheim van een goed huwelijk is communiceren. Geheim betekent dan ook: de sleutel tot. Maar, terug naar 1 Timoteüs 3:16, wat is nu het geheim van een leven waarin het geschapene verbonden is met het heilige van God? Antwoord: Christus!

 

Want dit prachtige lied over Christus, en die zes dingen die over onze Heer worden gezegd, komen hier niet uit de lucht vallen. In veel bijbels sluit vers 16 een gedeelte af, dan hoort het als een conclusie bij hoofdstuk 3. In 3:9 zegt Paulus dat diakenen, mensen die in de gemeente dienen, aan het geheim van het geloof moeten vasthouden. Er zit dus wel een link met het voorafgaande. Maar je kunt ook zeggen dat 3:16 het begin is van waar het in hoofdstuk 4 over gaat. In de eerste vijf verzen van hoofdstuk 4 gaat het over mensen die beweren dat het geschapene niet meer past in het leven van de gelovigen. Zij willen het huwelijk verbieden, zij doen lekker eten in de ban, een echte gelovige zou afstand nemen van het geschapene. Maar de apostel zegt: Timoteüs, dat is dwaalleer. Het grote geheim van het geloof is nou juist dat God mens werd, dat de Schepper schepsel werd, om het geschapene weer met het heilige te verbinden. God kroop in het geschapene en herverbond het van binnen uit met het heilige.

 

Kijk maar eens naar dat lied. Zes korte zinnen. Het beginwoord ‘Hij’ verwijst naar God, het slaat terug op vers 15. Maar het vervolg van het lied maakt duidelijk dat het over Gods Zoon gaat. De Zoon van God is op aarde verschenen in een sterfelijk lichaam, dat is Kerst. Maar dat het er zo onbeschermd staat: ‘Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam’, maakt dat je leest ‘God’. Het was God, de heilige, de ongeschapene die een aards lichaam aannam. Nu zijn er over het vervolg van dit lied verschillende gedachten. Ik ga die niet allemaal noemen, zelf denk ik dat je de heilsfeiten in dit lied mag herkennen: Kerst, Pasen, Hemelvaart, Pinksteren en het resultaat daarvan, en het zitten van Jezus aan de rechterhand van de Vader.

 

‘Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam’, dat is Kerst.

 

‘in het gelijk gesteld door de Geest’, dat is de opstanding. Pasen. Jezus had altijd beweerd de Zoon van God te zijn, de meeste mensen wilden dat niet geloven, maar als Jezus uit de dood wordt opgewekt door zijn Vader dan blijkt dat Hij gelijk had met wie Hij had gezegd te zijn.

 

‘is verschenen aan de engelen’, dat is zijn hemelvaart.

 

‘verkondigd onder de volken’, dat begint met Pinksteren.

 

‘vond geloof in de wereld’, het resultaat van Pinksteren.

 

‘is opgenomen in majesteit’, oftewel: Jezus zit aan de rechterhand van de Vader in hemelse majesteit en glorie, vandaar regeert Hij deze wereld totdat Hij terugkomt om zijn hemelrijk op aarde te brengen.

 

Als je vraagt waar Goede Vrijdag is gebleven, dat zit in het ‘sterfelijke’ van de eerste regel.

 

In Christus zijn het geschapene en het heilige verbonden

Je merkt dat ik in die zes regels een chronologische volgorde zie, de volgorde van het leven van Jezus. Andere uitleggers hanteren andere principes, bijvoorbeeld het contrast aarde-hemel wat in die zes regels telkens wisselt. Maar wat in ieder geval duidelijk is, is dat het gaat over Jezus Christus en dat in Hem het lichamelijke en het heilige samenvallen. Het sterfelijk-aardse en het geestelijk-hemelse. Dat zijn de regels 1 en 2: God, de heilige, wordt een aards mens met een sterfelijk lichaam, maar Hij leefde dat aardse leven heilig, zijn opstanding is het bewijs, de heilige Geest bevestigt dat. En het is dit evangelie dat impact heeft op hemel en aarde, op engelen- en volkerenwereld. Het is dit evangelie dat verkondigd en geloofd moet worden. En het is deze mens, in wie het geschapene en het heilige volmaakt samengaan, die in majesteit over alles mag regeren tot in alle eeuwigheid, zoals altijd al Gods bedoeling met de mens was geweest.

 

Dus het geheim van een vroom leven, een leven waarin het geschapene en het heilige met elkaar verbonden zijn is Jezus Christus. God doet het zelf, Hij verbindt het geestelijke en het lichamelijke. Hij heiligt de schepping. Zijn schepping. De zonde maakt afstand tussen het heilige en het geschapene. En de duivel wil die afstand alleen maar groter maken om zo die prachtige schepping los te weken van God. Maar God laat dat niet gebeuren. God wil blijven genieten van zijn schepping. Hij liet het niet toe dat de breuk definitief werd: God verbond het geschapene en heilige in Christus voorgoed en Hij laat dit aan jou verkondigen. Dat is de kern van het evangelie van God. Hij wil ons niet kwijt. Hij wil jouw aardse, lichamelijke leven verbinden met zijn heiligheid.

 

    Avondmaal

Waar merk je dat in je leven? Denk eens aan het avondmaal. Niets voor niets wordt 1 Timoteüs 3:16 in een van de avondmaalsformulieren (3) aangehaald. Juist aan de avondmaalstafel wordt zichtbaar dat God ons aardse, lichamelijke leven wil binden aan zijn heiligheid: we zitten bij God aan tafel. Die heilige God deelt vervolgens aards brood uit. En zoals dat aardse brood in ons lichaam wordt opgenomen, de voedingsstoffen in ons bloed terecht komen en ons lichaam doorstromen, zo wil God in ons leven aanwezig zijn en ons in het bloed gaan zitten.

 

    Lichamelijke opstanding

Dat God ons aardse, geschapen leven belangrijk vindt en het wil verbinden aan zijn heiligheid, zie je ook in de belofte van een lichamelijke opstanding, en van een lichamelijke, schepselmatige eeuwigheid. God is en blijft de Schepper die een plezier heeft in materie. De nieuwe wereld straks is een nieuwe schepping. Niet een geestelijke wereld maar een geschapen wereld. Wie nu met afbraak van het lichaam te maken heeft, onomkeerbare beschadiging of onomkeerbare ingrepen in het lichaam, mag bedenken dat God mens werd om juist het geschapene te redden.

 

    Worsteling

Dat God daar mee bezig is (het geschapene weer met zijn heiligheid verbinden) merk je toch ook in de worsteling met de zonde? Omdat God zich niet neerlegt bij de ontkoppeling van ons aardse leven en zijn heiligheid voel je die strijd in je. Juist daarom is er die spanning en heb je die spannende vragen: hoe moet ik als gelovige met het geschapene omgaan? Bedenk maar eens hoe dat in jouw leven gaat. Hoe ga jij op vakantie? Hoe drink jij dat glaasje wijn? Geniet jij van het leven hier op aarde? Hoe verbind jij dat aan God? En baal jij ervan wanneer je iets in je leven niet aan God kunt verbinden? Ook in mijn leven is dit een worsteling: die verbinding van het lichamelijke, het aardse aan de heilige God. Tegelijk is dit mijn diepste wens, dat op een dag het geschapene en het heilige volmaakt in mij verenigd zijn.

 

De sleutel tot een vroom leven: de verkondiging van Christus

Het geheim van zo’n leven is Jezus Christus, dat is het evangelie van 1 Timoteüs 3:16. In Hem bestaat dit al. God werkt het dus, in u, in jou, in mij. En de sleutel tot zo’n leven is de verkondiging. Want hoe krijgt zo’n vroom leven nu al vorm in je bestaan? Antwoord: door de verkondiging van Christus. Het geheim van een vroom leven is Christus en de sleutel tot een vroom leven is de verkondiging van Christus. Kijk maar naar wat Paulus aan Timoteüs schrijft in hoofdstuk 3 en 4. Wie in de kerk wil dienen moet dit evangelie vasthouden (3:9). Timoteüs zelf moet uit dit evangelie leven: ‘mocht ik worden opgehouden, dan weet je hoe je je moet gedragen in het huis van God’ (3:14-15). Ook hijzelf moet dit evangelie aan de broeders en zusters voorhouden; geen bakerpraatjes, geen verzinsels, maar het evangelie van Gods Zoon die mens werd (4:6-8). En Paulus sluit af met: dit is de boodschap, hiervoor zwoegen en strijden wij, dit is onze redding (4:9-10). De sleutel tot een leven waarin het geschapene steeds meer verbonden raakt met het heilige van God is de verkondiging van Christus. Want als je maar vaak genoeg hoort hoe heerlijk dit in Christus verbonden is, hoe meer je er zelf naar gaat verlangen. Broeders en zusters, jongens en meisjes, iedereen hier: laat je dit evangelie verkondigen. Ik heb u dat verkondigd, Pier zal het u verkondigen. De verkondiging gaat door. Zo nemen we vandaag afscheid van elkaar. In de wetenschap dat ook dit stukje van de geschapen werkelijkheid -afscheid nemen- verbonden is met het heilige van God. Amen.