Dank God onder alle omstandigheden

6 november 2013

Wie God wil danken onder alle omstandigheden zal trots maar ook zelfverwijt moeten laten varen. Hoe kun je God danken als je jezelf op de borst klopt voor wat je bereikt hebt? Net zo goed verstomt de dank in je leven wanneer je vol zit met zelfverwijt.

Lezen: Genesis 45:1-15

Tekst: Genesis 45:5-7

Hoe ga jij vanavond danken? Met die vraag wil ik beginnen. Hoe zit je hier? Heb je een goed jaar achter de rug of werd je ontslagen? Maakte je bedrijf winst of vroeg de baas een loonoffer? Heb je momenteel een vast contract of kun je volgende week zonder werk naar huis gestuurd worden? Zit je hier met in je achterhoofd zorgen over de betaling van de hypotheek? Overweeg je momenteel meer te gaan werken om de verhoogde belastingdruk op te vangen? Of heb je juist geld opzij kunnen zetten? Heeft je onderneming winst gemaakt? Dit maakt nogal wat uit voor hoe je hier zit en hoe je dankdag beleeft. We kunnen hier zomaar met heel verschillende gevoelens zitten. Misschien ben je hier gekomen met de vraag: wat heb ik eigenlijk te danken? Of je zit hier zorgeloos in de wetenschap dat jij je zaakjes goed voor elkaar hebt en je vraagt je af: ben ik nou echt dankbaar?

 

En dat geldt ook voor jongeren. Hoe zit je in je vel? Ben je gelukkig? Misschien ben je voor de zomer geslaagd en ben je net begonnen aan een vervolgopleiding. Je geniet volop. Van je studie, van het studentenleven. Misschien heb je een vriend of vriendin. Vaste verkering. Het leven is goed. Het kan ook zijn dat je hier heel anders zit. Je baalt van school. Of je hebt grote problemen thuis. Of je verkering is net uit. Of je hebt schulden en geen baantje. Kortom, je zit absoluut niet lekker in je vel.

 

Het kan zijn dat je moeiten aan jezelf verwijt. Je hebt domme dingen gedaan en nu zit je met de gevolgen. Of dingen zijn buiten je schuld gebeurd- je werd ontslagen, het bedrijf waar je werkte ging failliet, iemand liet je in de steek- maar toch voel je het als een persoonlijke mislukking. Hier speelt ook mee hoe je als mens in elkaar zit. De een zal dingen die misgaan eerder aan zichzelf wijten dan een ander. En het zal vaak onbewust zijn. Maar het maakt het wel moeilijk om dan te danken. Als je hier zit met allerlei zelfverwijt en negatieve gevoelens over jezelf en je prestaties, hoe moet je dan danken?

 

Omgekeerd maakt ook trots het moeilijk om te danken. Wanneer je een goed jaar achter de rug hebt en de zaken staan er goed voor, dan kun je gemakkelijk wat trots op jezelf zijn. Te midden van de crisis die Nederland in zijn greep heeft, die de wereld in zijn greep heeft, heb jij het goed gedaan. Je hebt dan ook keihard gewerkt, je bent slim ingespeeld op de veranderde omstandigheden, je hebt het gewoon goed gedaan. Onbewust ben je daar best wel een beetje trots op. Ook dat maakt het moeilijk om te danken.

 

Thema voor vanavond is:

Dank God onder alle omstandigheden

Dat is wat Paulus zegt in 1 Tessalonicenzen 5:18. En Jozef, die nogal wisselende omstandigheden in zijn leven moest doormaken, laat ons vanavond ziet hoe je dat doet.

 

In de geschiedenis van Jozef speelt voedsel een grote rol en dat is de link met dankdag. In de geschiedenis van Jozef gaat het over ploegen en oogsten. Het gaat over hongersnood en overvloed. Het gaat over zakken graan en levensonderhoud. En het is crisis in de regio. Velen vragen zich af: is er morgen nog wat te eten of zullen we honger moeten lijden? Ook de zonen van Jakob vragen zich dit af. Iedereen maakt zich grote zorgen.

 

Ondertussen baadt Jozef in weelde. Als onderkoning van Egypte komt hij niets, maar dan ook helemaal niets tekort. Iedere dag is er voor hem en zijn gezin een overvloedig gedekte tafel. Meer dan ze op kunnen. En de toekomst ziet er zorgeloos uit. Bergen graan liggen in de voorraadschuren van Egypte. Daar heeft Jozef voor gezorgd. Op zijn advies is er een soort ‘graanbelasting’ geheven in de jaren van overvloed. Onder zijn leiding zijn er schuren gebouwd en tot de nok toe gevuld. En het is Jozef die nu ook aan het hoofd staat van de ‘afdeling verkoop’ van het graan.

 

We weten hoe Jozef daar terecht is gekomen. Zijn broers haatten hem. En toen ze de kans kregen verkochten ze hem aan voorbij reizende kooplieden. Zo komt Jozef in Egypte terecht als slaaf in het huis van Potifar. En daar doet zijn trouw aan God hem in de gevangenis belanden. Maar wanneer de farao hoort dat Jozef dromen kan uitleggen laat hij hem naar zijn paleis halen. Want de farao heeft ook een droom gehad. Over zeven vette en de zeven magere koeien. En de magere aten de vette op. Jozef vertelt dat dit betekent dat er eerst zeven jaar van overvloed komt en daarna zeven jaar hongersnood. En hij zegt ook: wat farao zou moeten doen is schuren bouwen en graanvoorraden aanleggen. En direct benoemd farao Jozef tot hoofd van dit project.

 

En wat zijn de rollen dan vreselijk omgedraaid wanneer Jozef zijn broers op zich af ziet komen. Ze buigen zich voor hem neer. Met een vingerknip kan hij hen tot slaaf maken. Je zou je daar ook wat bij kunnen voorstellen. Maar Jozef doet dat niet. Want hij ontdekt in alles wat er gebeurd is opeens de hand van God. Jozef denkt: Ahh, maar daarom ben ik hier terecht gekomen. Om mijn broers te kunnen redden. Mijn broers en hun gezinnen, mijn vader. Daarom ben ik onderkoning geworden in dit land. God zat daarachter. Maar dan stuurde God het dus ook zo dat ik door mijn broers daar bij Dotam verkocht werd aan die kooplieden. Dan stuurde God het ook zo dat ik juist bij Potifar terecht kwam omdat juist zijn vrouw een oogje op mij zou laten vallen. Maar dan heeft God er eigenlijk ook voor gezorgd dat ik in die gevangenis terecht kwam en dat ik daar de schenker en de bakker tegenkwam. En God heeft er dan ook voor gezorgd dat de schenker mij vergat en pas weer aan mij dacht op het moment dat de farao zijn dromen had. Opeens ziet Jozef de hand van God in alles wat hem overkwam.

 

En dat is ook wat hij uiteindelijk tegen zijn broers zegt bij die dramatische ontknoping. Jozef barst in huilen uit. En zijn broers staan als aan de grond genageld. Maar dan zegt Jozef: ‘Maak jezelf geen verwijten dat jullie mij verkocht hebben en dat ik hier terecht ben gekomen, want God heeft mij voor jullie uitgestuurd.’ Jozef wijst op Gods hand in dit hele verhaal. Eigenlijk zegt hij tegen zijn broers: jullie hebben niks gedaan. Dat lijkt nogal overdreven, ik kom daar straks nog op terug. Maar Jozef zegt ook: ik heb niks gedaan. Ook ik heb niks gedaan waardoor ik nu deze hoge positie heb. Ik heb niks gedaan waardoor ik eten in overvloed heb. Ik heb niks gedaan waardoor ik succesvol ben. God, alleen God was aan het werk. Hij stuurde alles. Hij had de hand in alles.

 

Dit is een enorme belijdenis, een hele sterke geloofsuitspraak. Toch? Jozef had ook kunnen denken: ik heb mezelf maar mooi opgewerkt in het huis van Potifar. Door mijn trouw, door mijn inzet. Ik begon onderaan de ladder maar uiteindelijk had ik de leiding over al het personeel. En in de gevangenis deed ik dat eigenlijk opnieuw. Door trouw en betrouwbaar te zijn kreeg ik een verantwoordelijke positie. En daardoor kwam ik ook in contact met de schenker en de bakker. Stom dat hij mij vergat, maar goed toen ik daar dan voor de farao stond had ik wel het lef om hem gelijk maar mijn advies te geven. Nou ja, en zo ben ik onderkoning geworden.

 

Nee, niets daarvan bij Jozef. Had Jozef dan trouwens kunnen danken voor het slapengaan? Als er iets in hem was dat zei: ik heb het lang niet gek gedaan? Een heel klein beetje trots maakt je dank al anders. Trots en dankbaarheid gaan moeilijk samen. Nu leven we in Nederland in grote rijkdom. Terwijl er veel honger is in de wereld, hongersnood. Maar hier liggen de schuren vol: Egyptische toestanden. Ik denk dat je gerust kunt zeggen dat we in Nederland te maken hebben met overvloed. Ondanks dat het crisis is. Maar komt die overvloed nou door onze slimheid? Door onze inzet, door ons harde werken? Hoe kijk jij daar tegenaan? Jozef zou hebben gezegd: God! God heeft er de hand in. Het komt uit Gods hand. Jozef zegt het ook tegen de farao. Als de farao zegt: ik heb gehoord dat u een droom maar hoeft te horen of u kunt hem verklaren, dan zegt Jozef: ‘Dat is niet aan mij, maar misschien geeft God een uitleg die gunstig is voor de farao’ (Genesis 41:16). Jozef zegt: hoe het met je gaat komt uit Gods hand. Dus dank er maar voor.

 

En geldt dat ook niet voor hoe het met jou persoonlijk gaat? Je rijkdom komt uit Gods hand. Maar als je hier nou zit met een hart vol zorgen? Want in het nog steeds rijke Nederland kun je hard door de crisis getroffen zijn. Doordat je je baan verloor. Doordat je als zelfstandige of als onderneming minder opdrachten kreeg. Of doordat je als gezin opeens voor hogere kosten werd geplaatst. Of je hebt een paar financiële tegenvallers achter elkaar gehad. Of je had hoge kosten door ziekte. En nu weet je eigenlijk niet meer hoe het verder moet. Je leeft van maand naar maand en je vraagt je af hoe je bepaalde dingen straks moet betalen. Dat heeft vaak een sterk effect op hoe je je voelt. Op hoe je naar jezelf kijkt. Misschien voel je je nutteloos. Of je hebt het gevoel dat je gefaald hebt. Eigenlijk, onbewust, verwijt je het dan jezelf. Dat kan natuurlijk ook bij allerlei andere problemen: wat heb ik fout gedaan? Lukt het dan trouwens om nog te danken voor het slapengaan? Als je vol zit met zelfverwijt? Dan heb je toch niks om voor te danken?

 

Hoe zou dat voor de broers van Jozef zijn geweest? Denk je dat zij konden danken voor Jozef en zijn positie en dat er op deze manier graan voor hen was? Die jongens liepen natuurlijk rond vol zelfverwijt! Zij hadden toch met hun haat dit hele verhaal in gang gezet? Alles was begonnen met hun zonde, hun kwaad. Maar dan zegt Jozef, en dat is heel opvallend: ‘maak jezelf geen verwijten dat jullie mij verkocht hebben (...) God heeft mij voor jullie uit gestuurd.’ Jozef wijst de hand van God aan in deze geschiedenis. Jozef gelooft dat God de dingen gestuurd heeft in zijn leven en in het leven van zijn broers. En dat geeft ruimte om God te danken. Als je vol zit met zelfverwijt dan heb je niks om voor te danken. Maar wanneer je Gods hand leert zien, ook dwars door jouw fouten en mislukkingen heen, dan is er een wereld om voor te danken.

 

Maar praat Jozef nou niet erg gemakkelijk over het kwaad van zijn broers heen? Ik denk het niet. Ik denk niet dat je door te geloven in Gods regie in je leven je eigen verantwoordelijkheid tussen haakjes kunt zetten. Kwaad blijft kwaad, zonde blijft zonde, ook als God er iets goeds mee bewerkt. In het geval van Jozef en zijn broers bewerkt God iets heel goeds, namelijk het voortbestaan van het beginnende volkje Israël. God had grote beloften gedaan aan Abraham, Izaäk en Jakob. Door Abraham zouden alle volken gezegend worden (Genesis 22:18). Door het nageslacht van Abraham, door Jezus, zouden alle volken gezegend worden (Galaten 3:16). Jozef is een profeet wanneer hij zegt: ‘God heeft mij voor jullie uit gestuurd om jullie voortbestaan op aarde veilig te stellen; zo wilde hij veel levens redden.’ Daar kijken we even heel ver vooruit. Daar zien we opeens ook onszelf staan. Als mensen die God op het oog had om te redden. Dank God daarvoor. God redt je leven. God stelt je voortbestaan op aarde veilig. Hij zorgt voor je eten en drinken, voor je inkomen, voor gezondheid, voor vrede en veiligheid, voor alles wat je in je leven nodig hebt. Hij zorgt voor je levensonderhoud. Hij stelt je leven veilig in Jezus Christus. Dat je zijn eigendom bent in leven en sterven. Dat deed God in het voorbije jaar en met dat vertrouwen mogen we ook een nieuw jaar tegemoet gaan.

 

Vanuit de geschiedenis van Jozef ontdekken we vanavond dit: wie God wil danken onder alle omstandigheden zal trots maar ook zelfverwijt moeten laten varen. Hoe kun je God danken als je jezelf op de borst klopt voor wat je bereikt hebt? Ik merk: hoe meer ik geloof dat ik zelf iets bereikt heb, hoe minder ik dank. Maar net zo goed verstomt de dank in je leven wanneer je vol zelfverwijt rondloopt: wat ben ik toch stom bezig geweest. Jozef zegt: God! God heeft de regie. Wat ik bereikt heb heeft Hij bewerkt. En wanneer ik last heb van mijn fouten en mijn stommiteiten en dat mezelf verwijt, mag ik bedenken dat God dwars daardoor heen bezig is iets goeds te doen. Zo kan ik God danken onder alle omstandigheden. In de viering met de kinderen vanmiddag was het thema: weer of geen weer, dank de Heer. Mijn dank is niet afhankelijk van de omstandigheden want ik dank God voor wat Hij gedaan heeft. Dat geldt ook voor het afgelopen jaar. Hij had de regie in mijn leven. En Hij wil mijn leven redden en voor eeuwig doen voortbestaan. Zo leer je God kennen in de geschiedenis van Jozef als de God die uit is op redding en leven. Uiteindelijk: in Christus. En dat is ook de diepe, bevrijdende boodschap hier: God werkt aan de redding van jouw leven dwars door het kwaad heen. Ook je eigen kwaad.

 

Dat God de regie in je leven heeft betekent niet dat je eigen verantwoordelijkheid verdwijnt. Je zult morgen gewoon weer voor je levensonderhoud op pad moeten. Of dat nou betekent dat je naar je werk gaat of dat je studeert of dat je gaat solliciteren of op school zit, je zult het zelf moeten doen. God legt die verantwoordelijkheid in jouw handen. Jozef had dat heel goed begrepen, hij doet zijn werk trouw, gehoorzaam en met grote inzet en zonder te weten wat het hem zou opleveren. Tegelijk hoef je onder die verantwoordelijkheid niet gebukt te gaan. Want je mag weten dat jouw verantwoordelijkheid voor jezelf is ingebed in Gods zorg voor jou. Ook je eigen verantwoordelijkheid voor je levensonderhoud is ingebed in Gods zorg voor jou. Voel je de bemoediging die daarin zit? Ook als je hier vanavond zit met grote zorgen voor de toekomst, juist als je hier zit met grote zorgen voor de toekomst, mag je weten dat God de regie heeft. Dat Hij bezig is met iets goeds dwars door moeiten en kwaad heen.

 

Om nu te leren danken, en om dwars door alles heen dankbaar te blijven, zou je dit kunnen doen concreet na deze dienst en in de rest van de week: dank God iedere dag voor iets anders. Probeer in je gebed telkens iets anders te benoemen waar je God voor dankt: werk, eten en drinken, gezondheid, goede resultaten op school, dat je elkaar hebt als gezin, de kerk, enzovoorts. Dank God iedere dag voor iets anders. Wees creatief. Sta op deze manier heel bewust stil bij je dankbaarheid aan God. En ja, het belangrijkste waar wij God dankbaar voor zijn, de redding van ons leven, ik hoop dat u daar iedere dag voor dankt. Amen.