De drie getuigen

26 december 2021

Door geloof in de menswording overwin je de wereld van de zonde.

Lezen: 1 Johannes 5:1-12

Tekst: 1 Johannes 5:5-8

Hoeveel getuigen heb je nodig om iets te geloven? Een vriendin vertelt jou een ongelofelijk verhaal, je luistert welwillend, maar je blijft je twijfels houden: zou het echt waar zijn? Maar dan kom je iemand tegen die precies hetzelfde verhaal vertelt over diezelfde gebeurtenis. Je gaat twijfelen aan je twijfel, misschien is het toch waar. Dan krijg je een appje van een vriend met opnieuw datzelfde bizarre verhaal: moet je horen wat ik heb meegemaakt... Dan moet je het wel geloven, blijkbaar is het echt gebeurd.

 

Nu gaat het in 1 Johannes 5 over het overwinnen van de wereld. Christenen overwinnen de wereld; hebben de wereld zelfs overwonnen, zegt vers 4. Met de wereld wordt hier de wereld van de zonde bedoeld. Christenen overwinnen de zonde; hebben de zonde overwonnen. Ik vind dat maar moeilijk te geloven. Mijn ervaring is dat de zonde hardnekkig is. Eens zal ik de zonde overwinnen, bij mijn dood of als Jezus terugkomt. Maar zo staat het er niet in 1 Johannes 5, daar wordt het beschreven als een feit. Ik vind dat maar moeilijk te geloven want ik zie die andere werkelijkheid, dat de zonde zo vaak zijn overwinningen behaalt. Komt het ooit goed met mij en met deze wereld? Is en wordt de zonde echt overwonnen in mij en in deze wereld?

 

Nu verbindt vers 5 de overwinning op de zonde aan het geloof dat Jezus de Zoon van God is: ‘Wie anders kan de wereld overwinnen dan hij die gelooft dat Jezus de Zoon van God is?’ Blijkbaar heeft dat met elkaar te maken. Blijkbaar kun je de wereld van de zonde niet overwinnen als je niet gelooft dat Jezus Gods Zoon is. En daar zat het probleem in de gemeente waar Johannes aan schrijft. Er waren daar mensen (geweest) die niet geloofden dat Gods Zoon echt mens geworden was. Dat vonden ze een bizar idee, dat de Zoon van God -die zelf aan de schepping van de wereld had meegewerkt- zich tot schepsel had laten maken. Dat ging er bij hen niet in. Het is natuurlijk ook bijzonder.

 

Toch vieren wij vandaag het kerstfeest. Dat gaat over het wonder van de menswording. Gods Zoon werd op aarde geboren als mens. Ik vermoed dat de meesten van u en jullie dat geloven. Ik geloof dat zelf ook. Volgens vers 5 kun je dan de wereld van de zonde overwinnen. Maar het gekke is dat dit mij niet lukt. U en jou denk ik ook niet. Dus wij geloven dat Gods Zoon mens werd maar het lukt ons niet om zonde en kwaad te overwinnen. Hoeveel getuigen heb jij eigenlijk nodig om daar toch in te gaan geloven?

 

Volgens de Bijbel zijn twee getuigen voldoende (Deuteronomium 17:6, 19:5, Matteüs 18:16, 26:60, 1 Timoteüs 5:19, Hebreeën 10:28, Openbaring 11:3). Als twee mensen onafhankelijk van elkaar eenzelfde getuigenis afleggen is dat rechtsgeldig. Dan staat de zaak vast. Nu had Johannes te maken met mensen die ontkenden dat Gods Zoon als mens geboren was. In hoofdstuk 4:2-3 schrijft hij: ‘iedere geest die belijdt dat Jezus Christus als mens gekomen is, komt van God. Iedere geest die dit niet belijdt, komt niet van God.’ Nu gaat Johannes niet één, zelfs niet twee, maar drie getuigen oproepen die bewijzen dat Gods Zoon echt mens geworden is. Die drie getuigen zijn: ‘de Geest, het water en het bloed, en het getuigenis van deze drie is eensluidend’ (vers 8). Deze drie getuigen vertellen hetzelfde verhaal: Gods Zoon is echt mens geworden. Oftewel, God bemoeit zich echt met ons en met onze wereld. God is inderdaad de grote schepper, Hij is ver boven de aarde en de mens verheven. Dat maakt het best onwaarschijnlijk dat Hij zich met de problemen van deze wereld zou bemoeien. In de tijd van Johannes was het beeld dat veel mensen van goden hadden, dat goden genoeg hadden aan zichzelf, dat ze lekker in hun eigen wereldje zaten met hun godenzonen, -dochters en vrouwen. Wie nu gelooft in God kan ook gemakkelijk denken dat God zich nauwelijks met de wereld bemoeit. Wat merk je van Hem? Wanneer grijpt Hij eens in; als Hij dan al bestaat. Wanneer maakt Hij een einde aan het kwaad?

 

Maar God greep al in: zijn Zoon is echt mens geworden en geboren op aarde. Voor wie dat niet gelooft zijn er drie getuigen, de Geest, het water en het bloed. Vers 6 zegt: ‘Hij, Jezus Christus, is gekomen door water en bloed - niet door het water alleen, maar door het water en het bloed. En de Geest getuigt ervan, omdat de Geest de waarheid is.’ Dit is een lastig vers in de Bijbel, het is moeilijk vast te stellen waar dit op slaat. Er zijn grofweg twee manieren waarop deze tekst wordt uitgelegd. De eerste is dat het water slaat op Jezus’ doop in de Jordaan en dat het bloed wijst op zijn dood aan het kruis. Nu laat Jezus’ doop zien dat de mens Jezus echt de Zoon van God is. De Geest daalt als een duif op Jezus neer en er klinkt een stem uit de hemel: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in hem vind ik vreugde’ (Matteüs 3:17). Maar dat is nou net niet wat Johannes wil bewijzen. Hij wil niet bewijzen dat Jezus Gods Zoon is, maar dat Gods Zoon Jezus is. Johannes wil bewijzen dat Gods Zoon mens is geworden. Misschien zeg je: wat maakt dat uit, wat is het verschil? Laat ik het dan zo formuleren: zijn Jezus en Gods Zoon één en dezelfde? Daar draait het om. Maar dan is de volgende vraag, is een mens nu God geworden of is God een mens geworden? Dat eerste kan niet, mensen worden geen goden. Maar dan blijft het punt, is God mens geworden? Dat is ook bijzonder, maar dat kan nog. Dat kan nog als God zelf dat wil.

 

Het is waar dat Jezus’ doop laat zien dat de mens Jezus echt God is. En zijn dood aan het kruis laat zien dat de mens Jezus echt mens is. Maar Johannes wil dat andere aantonen, Hij roept getuigen op die duidelijk maken dat Gods Zoon mens is geworden. Kerstgetuigen. Misschien denk je dan eerder aan het engelenleger, de herders of de wijzen. Maar Johannes heeft drie andere getuigen: water, bloed en Geest. Jezus is gekomen door water en bloed. De tweede manier waarop je dit zou kunnen uitleggen is dat het slaat op Jezus’ geboorte. Water en bloed slaan beide op Jezus’ geboorte. Met water en bloed heeft Johannes dan twee getuigen, dat is op zich voldoende. Hij heeft niet één getuige, alleen het water, maar hij heeft er twee, water en bloed. En straks komt hij nog met een derde, hoe overtuigend wil je het hebben? Op welke manier slaan water en bloed op Jezus’ geboorte? Bedenk dat het daar om ging in de brief van Johannes, hij had te maken met mensen die ontkenden dat Gods Zoon mens was geworden. Maar Johannes zegt: zijn geboorte is het bewijs. Die geboorte is in zichzelf een dubbelgetuigenis. Jezus is niet alleen door het water gekomen, ook niet alleen door het bloed, maar door water en bloed. Maar waar slaan water en bloed dan op als het gaat over de geboorte van Jezus?

 

Iedereen die iets weet van een geboorte of een geboorte heeft meegemaakt, weet dat daar water en bloed bij vrijkomt. Het water dat Johannes als getuige oproept slaat op het vruchtwater. En het bloed is het bloed van zijn moeder Maria. Ezechiël 16:9 beschrijft wat je doet wanneer een kind net geboren is: ‘Ik waste je met water, ik spoelde het bloed van je af, ik wreef je in met olie.’ Of Jozef en Maria water en olie bij de hand hadden weet ik niet. Maria wikkelde hem in een doek, schrijft Lucas (2:7). Duidelijk is, dat Gods Zoon echt mens is geworden. Hij ging de weg van ieder mens. Hij werd geboren zoals ieder mens geboren wordt: in een plas water en bloed. Dat zijn twee getuigen, zegt Johannes. Eigenlijk zou je het nu moeten geloven.

 

Maar er is niet één getuige, er zijn er zelfs geen twee, er zijn er drie. Drie getuigen dat God echt mens is geworden. Die derde is de heilige Geest. Wat moet je je daarbij voorstellen, hoe getuigt de heilige Geest van de menswording van Gods Zoon? Dat doet Hij onder andere door de woorden van de evangelisten. De heilige Geest heeft er voor gezorgd dat Jezus’ geboorte nauwkeurig is beschreven. De heilige Geest laat mensen dit ook geloven (Johannes 16:10, 1 Timoteüs 3:16). De taak van een getuige is feitelijke informatie aandragen, maar ook er voor zorgen dat deze feiten blijvend geloof vinden. Dat is precies wat de heilige Geest doet. Zo is Hij de derde getuige. ‘Er zijn dus drie getuigen’, schrijft Johannes, ‘de Geest, het water en het bloed, en het getuigenis van deze drie is eensluidend.’

 

Nu zei ik eerder in de preek dat ik vermoed dat de meeste van u en jullie wel geloven dat Gods Zoon echt mens is geworden. Ons ongeloof zit ergens anders, wij vinden het vaak maar moeilijk te geloven dat het ons gaat lukken om de zonde te overwinnen. Maar laten deze twee dingen nu met elkaar te maken hebben. Mag ik het eens omdraaien? Stel je gelooft niet dat Jezus en Gods Zoon één en dezelfde persoon zijn, waarom kun je dan de zonde niet meer overwinnen? Omdat jij als mens dat nooit gekund hebt, maar Gods Zoon overwon als mens de zonde in jouw plaats. Jezus overwon de wereld van de zonde. Als je dat gelooft, als je gelooft dat Hij daarvoor mens werd, als je gelooft dat Hij dat in jouw plaats deed, dan heb jij in zijn persoon de wereld overwonnen. Het geloof geeft je deel aan Christus en aan zijn overwinning. Wat Hij deed geldt voor jou. Jij hebt de wereld van de zonde overwonnen. Wie gelooft in de menswording van Gods Zoon mag ook geloven in zijn of haar overwinning op de zonde. Want Gods Zoon werd mens om in jouw plaats als mens de zonde te overwinnen. Hoeveel getuigen heb je nodig om dat te geloven?

 

Er is nog een tweede ding, in de geboorte van zijn Zoon als mens liet God ook zien dat liefde het wint van haat. God had de in zonde gevallen wereld kunnen bestrijden met zijn macht, woede en wraak. Dan had Hij natuurlijk gewonnen, maar dan zou God de mens verloren zijn. Wat God doet is verrassend: Hij heeft zijn vijand lief. De haat van de mens beantwoordt God met liefde. Terwijl de mens God de rug toekeert, loopt God hem achterna en zoekt hem op. En God geeft de mens zijn eigen Zoon. Dat moet het hart van de mens zacht maken; dat je als mens bij jezelf te rade gaat: ik ga het liefst mijn eigen weg zonder God, maar Hij laat mij niet los. Hij blijft mij liefhebben, Hij stuurt zelfs zijn eigen Zoon achter mij aan. Wat is dit voor God? En wie ben ik als mens? Laat ik nou eindelijk mijn verzet opgeven en de liefde van God aanvaarden. In de geboorte van zijn Zoon als mens overwint God de wereld van het kwaad. De liefde is machtiger, de liefde wint.

 

Ik vat samen wat we tot nu toe gezien hebben. Gods Zoon is echt mens geworden. Als mens overwon Hij de wereld van zonde en kwaad. Als jij dat gelooft overwin jij, in de persoon van Christus, de zonde en het kwaad. Dat is bevrijdend. Zonde en kwaad hebben geen macht meer over jou. Zonde en kwaad kunnen niet meer tussen God en jou in komen. Dit is een feit, je ziet het staan in vers 4: ‘En de overwinning op de wereld hebben wij behaald met ons geloof.’ Spannend wordt het wanneer je de overwinning op de zonde niet zo belangrijk vindt. Als je zegt: wat maakt dat nou uit, kunnen zonden echt kwaad, dat valt toch wel mee? De ernst van dit evangelie is dat de overwinning op zonde en kwaad noodzakelijk is om in Gods nieuwe wereld te komen. De wereld van zonde en kwaad kan daar niet binnenkomen. In jou moet die wereld overwonnen zijn om Gods rijk binnen te mogen gaan. Ik zeg dit niet om je bang te maken, wel om je tot geloof in Christus te bewegen. Want dan is zijn overwinning jouw overwinning.

 

Hoe zit het dan met blijvende zonden? De overwinning van Jezus op zonde en kwaad is door geloof mijn overwinning. Toch lukt het mij niet om definitief met de zonden af te rekenen in mijn leven. Iemand als de apostel Paulus kende dat (Romeinen 7) en ook Johannes zelf schrijft er over in deze brief (2:1-2). Tot mijn dood zal ik met zonden blijven worstelen. Belangrijk is hoe je die strijd voert. Kort gezegd, vind in Jezus’ leven de motivatie om tegen je zonden te strijden. Bedenk hoe groot zijn liefde was om neer te dalen uit de hemel en mens te worden. Lees in de Bijbel over zijn geboorte als mens, over zijn leven op aarde, over zijn dood aan het kruis. Laat dat diep tot je doordringen. En roep en bid tot Jezus in de hemel wanneer zonde je verleidt en de macht van het kwaad je te sterk wordt. Jezus onderging als mens de pijn, dan kun jij toch ook de pijn ondergaan die de strijd tegen de zonde van je vraagt? Jezus legde al zijn liefde in zijn leven als mens, dan kun jij toch ook liefde in je leven leggen?

 

Geloof, het komt goed. Want God bemoeit zich echt met ons en onze wereld. Hoeveel getuigen heb je nodig? Amen.