De schat in de akker

4 oktober 2020

Wat zie jij in het geloof? Deze preek vormt een tweeluik met de preek over Matteüs 13:45-46.

Lezen: Matteüs 13:44-52

Tekst: Matteüs 13:44

Ik begin deze preek een beetje gek, namelijk met het verzoek je even te verplaatsen in een ongelovige. Hoe zou je dan kijken naar mensen die geloven? Ik denk dat je je zou afvragen waarom ze daar zoveel energie in steken. Waarom gaan ze iedere zondag naar de kerk of kijken ze een dienst op internet? Waarom zetten ze zich in binnen allerlei commissies? Waarom lezen ze uit de Bijbel, bidden ze, proberen ze goed te leven? Waarom zetten ze zich in voor hun naasten? Waarom zien ze om naar elkaar? Waarom geven ze geld aan de kerk? Het zijn nou niet echt spectaculaire dingen. Misschien schiet die vraag jou ook wel eens door het hoofd, waarom doe ik dit allemaal? Van buitenaf gezien ziet geloven er raar uit: mensen steken allerlei energie in zoiets gewoons als een clubje mensen, dat af en toe bij elkaar komt en wat zingt en bidt en Bijbel leest.

 

De vraag is dus waarom gelovigen dit doen. Zij doen dit omdat zij de onschatbare waarde ontdekt hebben van het koninkrijk van God. In die gewone dingen als samenkomen als mensen, omzien naar elkaar, zingen, bidden en Bijbel lezen, hebben zij iets gigantisch kostbaars ontdekt. Namelijk het koninkrijk van God. Aan de buitenkant zie je het er niet van af, maar zij weten: dit is hemels. Wat hier gebeurt in de kerk en wat wij met elkaar hebben als gemeente in onderlinge liefde is waardevoller dan wat dan ook. Dat hebben zij ontdekt. En daarom zetten ze zich er zo voor in. Zij zien iets in geloven wat anderen er niet in zien.

 

Dit zit allemaal in Matteüs 13:44, de gelijkenis over de schat die verborgen ligt in een akker. Het koninkrijk van de hemel (de nieuwe wereld waar God mee bezig is, de wereld waar het leven goed is omdat Hij er regeert) is er al, maar je kunt het niet zien. Dat koninkrijk is eindeloos kostbaar en vol van schatten. Ik kan me voorstellen dat je daarnaar verlangt. Een leven zonder dood, moeite en pijn. Een leven zonder oorlog, ruzie en haat. Een leven zonder eenzaamheid, problemen, afbraak en uitzichtloosheid. Een leven waarin je eindelijk God zult zien en waarin het loven en prijzen van Hem vanzelf gaat. Een leven waarin je niet meer hard hoeft te werken, maar waarin je eindeloos mag genieten, met mensen om je heen met wie je het goed hebt. Het is een heel ander leven, een rijker leven.

 

Dit is ook de betekenis van dat woord schat. In een tijd waarin er geen banken en kluizen waren bewaarden mensen hun kostbaarheden in huis. Grote hoeveelheden munten, kostbare voorwerpen en sieraden. Maar in een tijd van dreiging of uit angst voor diefstal verstopten mensen zulke kostbaarheden in de grond. Je wikkelde het in een doek en begroef het in de grond, op je erf binnen je omheinde muur. Als je huis dan geplunderd werd en je bracht het er levend af, had je tenminste nog je geld. Maar stel nou eens dat bij zo’n plundering het hele gezin omkwam, en het huis raakt in verval, de muren die het erf omheinen storten in, de stenen worden weggehaald en voor iets anders gebruikt. Na een jaar of vijftig is er niets van over, op de plek waar eens het huis stond ligt nu een akker. Niet dat de eigenaar de grond zelf bewerkt, hij heeft het verpacht aan iemand die daar een armoedig bestaan van probeert te hebben, het is immers niet de beste grond. Maar op een dag stuit deze arme boer met zijn schep op iets hards. Hij graaft verder en haalt tot zijn verbazing een enorme schat naar boven: gouden munten, kostbare voorwerpen en schitterende sieraden. Deze man beseft dat dit zijn leven totaal kan veranderen. Deze schat opent de deur naar een ander leven dat tot nu toe onbereikbaar was. Met deze schat hoeft hij nooit meer te werken, hij kan een huis laten bouwen en gaan rentenieren. Nu is er alleen één probleem, de akker is niet van hem. Hij is een loonwerker. De schat komt de eigenaar van de akker toe. Daarom doet hij dit: hij verstopt de schat weer en koopt de akker. Hij verkoopt alles wat hij heeft, zodat hij genoeg geld heeft om die akker te kopen. Hij is bereid er grof voor te betalen. Iedereen in zijn omgeving verbaast zich, waarom zoveel betalen voor een waardeloos stuk grond? Wat ziet hij er toch in? Zij zien er niks in.

 

Zo is het ook met ongelovigen, zij zien niks in een kerk, zij zien niks in geloven, in Bijbel lezen, zingen en bidden. Ze snappen niet waarom gelovigen bereid zijn daar zoveel energie en geld in te steken. Maar de gelovige heeft daarin iets ontdekt. Hij of zij heeft daarin het koninkrijk van God ontdekt. Gelovigen beseffen dat die gewone kerkdiensten en dat zingen, bidden en Bijbel lezen, het omzien naar elkaar, dat dit hun leven totaal kan veranderen. Zij zien hierin het komende koninkrijk glinsteren. Gelovigen zien de -nu nog- verborgen kostbaarheid van het koninkrijk van God.

 

Ik kan me voorstellen dat je op dit moment denkt, ik ben een gelovige maar ik zie de kostbaarheid van het koninkrijk ook niet. Ik snap ook niet waarom ik voor die gewone dingen als kerkdiensten en gemeente zijn en gelovig leven alles over zou moeten hebben. Daarom wil ik de schatten van het koninkrijk gaan benoemen. De boodschap van de gelijkenis van de schat in de akker is: ontdek de -nu nog- verborgen waarde van het koninkrijk van God. Wat is er dan zo kostbaar aan dat koninkrijk?

 

De schatten van zijn koninkrijk zijn allereerst gaven. In Romeinen 12:6-7 lees ik over profeteren, dienen, onderwijzen, troosten, weggeven, leiding geven en goed doen aan anderen. Ik moet ook denken aan het rijtje van Galaten 5:22-23, de heilige Geest werkt liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing. Maar dit opent de deur naar een compleet ander leven dat tot nu toe onbereikbaar was. Het leven zonder deze gaven van het koninkrijk wordt ook beschreven in de Bijbel, bijvoorbeeld in Efeziërs 2:3: beheerst worden door wereldse begeerten, alle zelfzuchtige verlangens en gedachten volgen die in je opkomen. Titus 3:3 vult aan met: slaaf zijn van allerlei begeerten en lusten, een leven dat in het teken staat van boosaardigheid, afgunst en onderlinge haat. Maar wat stuit je met het koninkrijk van de hemel dan op een onvoorstelbaar kostbare schat, echt een ander leven. Een rijker leven: geen haat meer, geen ruzie en afgunst, niet meer geleid worden door begeerte en lust. Een leven in vriendelijkheid, vreugde en vrede. Het schitterende, het waardevolle van het koninkrijk van God is dat daarin het goede leven meekomt.

 

Er is nog meer te noemen. Wat het koninkrijk van God ook zo kostbaar maakt, is dat het een rijk met toekomst is. In 1 Petrus 1:13 staat: ‘vestig al uw hoop op de genade die u ontvangen zult wanneer Jezus Christus zich openbaart.’ Aardse koninkrijken hebben een houdbaarheidsdatum: ze komen op, ze blinken en verzinken. Het koninkrijk van God is eeuwig. Wanneer Jezus terugkomt op aarde ontvang je meer voldoening, meer bevrediging, meer waardering, meer geluk en rijkdom dan je hier op aarde ooit zult krijgen. Het koninkrijk van God is kostbaar vanwege zijn waardevaste beloften.

 

Het koninkrijk van God is ook sterker dan alle andere rijken. In Matteüs 16:18 zegt Jezus over de kerk: ‘de poorten van het dodenrijk zullen haar niet kunnen overweldigen.’ Eén van de gaven van het koninkrijk is de kerk die nu op aarde is. Die kerk zal blijven. In alle onzekerheid en strijd blijft de kerk van Jezus Christus bestaan. De kerk is de plek waar het nieuwe leven begint en waar het geoefend wordt. De kerk is een stukje koninkrijk op aarde. Een samenleving van mensen rond God, mensen die Hem aanbidden en elkaar willen dienen. De kostbaarheid van Gods koninkrijk zijn niet alleen zijn gaven en toekomst, maar ook zijn kracht.

 

Het vierde wat ik noem is dat het koninkrijk een priester-koning in de hemel heeft: Jezus (Openbaring 1:4-20, Hebreeën 4:14-16). Hij regeert deze wereld en tegelijk staat Hij zo dichtbij. Hij is vol van macht en majesteit en tegelijk kun je naar Hem toe met je vragen, je zorgen en je angst. Bij Hem vind je genade, medelijden en hulp.

 

Dit is wat gelovigen allemaal zien in die gewone kerk, die menselijke gemeente en dat aan twijfel onderhevige geloof. Het is allemaal niet zo spectaculair. Dat hierin en hieronder het kostbare koninkrijk verborgen ligt, dat is iets dat je moet ontdekken. Maar dan ga je ook alles geven, je energie, je geld, je tijd. Buitenstaanders snappen daar niets van: wie zet zich nou zo in voor de kerk, wie doet nou zoveel moeite om te geloven? Ja jij, omdat je weet wat voor schat erin verborgen ligt, een opening naar een rijker leven.

 

Laat me op dit moment in de preek eens vragen wat geloven voor jou waardevol maakt. Wat zie jij in het geloof? Misschien zeg je, ik heb de schat nog niet ontdekt. Dat kan. Het is nog weer wat anders als je zegt: en ik ga ook niet zoeken, ik geloof gewoon omdat ik zo ben opgevoed. Het gekke is dat de zonde onze ogen sluit voor de kostbaarheid van Gods koninkrijk. De slang zei in het paradijs: je ogen zullen worden geopend als je van de boom eet. Maar het omgekeerde gebeurde, we werden blind. Blind voor God en zijn rijk, blind voor Jezus als priester-koning in de hemel, blind voor elkaar, blind voor wat goed, mooi en blijvend is. Ik merk dat ik geregeld de waarde van het koninkrijk over het hoofd zie, er bij langs kijk. Terwijl God zegt: ontdek nou het kostbare van mijn koninkrijk, kijk ik vaak naar de waarde van mijn leven hier op aarde. Vind ik mijn leven op aarde waardevol, terwijl het dat helemaal niet is. Maar Jezus wil mijn ogen openen. Tijdens zijn leven op aarde opende Hij de ogen van blinden. Echte wonderen, met een symbolische betekenis. Jezus wil je ogen openen voor de kostbaarheid van het koninkrijk van God. Toen Hij op aarde was, was Hijzelf de verborgen schat van het koninkrijk. Gods Zoon, kostbaar, heilig, vol van majesteit, vol van toekomst en leven, maar verborgen in een aards lichaam. Sommigen zagen het in Hem, anderen niet. Wie het zagen gaven alles op en volgden Hem. God wil ons laten delen in de schatten van het koninkrijk. En God wil eer voor zijn Zoon. Daarom spoort Hij ons aan: zorg ervoor dat je de waarde van het koninkrijk ontdekt. Jezus wil je ogen openen (Lucas 24:31), dat is hoe Hij je bevrijdt van de verblinding door de zonde. Jezus geeft je zijn Geest (1 Korintiërs 2:9-10), dat is hoe Hij het onzichtbare aan je bekend maakt.

 

Je ziet dit gebeuren in mensen die zich onvermoeibaar inzetten voor de kerk. Die zich inzetten voor de gewone dingen van het geloof. Zij kijken dieper dan een gewone kerkdienst, een gewone mannen- of vrouwenvereniging, een gewone daad van naastenliefde. Zij kijken dieper dan dat gewone stukje Bijbel lezen. Dat zijn de akkers, maar daarin zijn zij gestuit op de kostbare schat van het koninkrijk van de hemel. En nu geven ze alles daarvoor op. Verbazingwekkend. Maar daardoor weet je wel dat er een schat is. Probeer te ontdekken wat zij hebben ontdekt.

 

Hoe doe je dat dan, hoe ontdek je de kostbaarheid van Gods koninkrijk? En hoe leer je daarvoor alles te verkopen,- dat is nog best moeilijk. Eerst over het zoeken naar de waarde van Gods koninkrijk. Om het in termen van de gelijkenis te zeggen: blijf ploegen op je akkertje. Lees in de Bijbel, ga naar de kerk, bid en zing en zie om naar je naaste. En hou dan je oren en ogen open, soms stuit je zomaar op dat andere, rijkere leven. Zie je het opeens glinsteren. En ga dan graven, haal het naar boven. Daarna komt misschien wel het moeilijkste: alles opgeven om die schat te kunnen kopen. Ik vind dat moeilijk, dat je echt je tijd, geld en energie geeft om het koninkrijk te kunnen bemachtigen. Wat natuurlijk helpt is dat je de waarde van het koninkrijk ziet. Als je ziet dat het koninkrijk van God het meest waardevolle op aarde is, wordt het gemakkelijker om alles daarvoor op te geven. De Duitsers hebben daar een mooi woord voor: entdeckungsfreude (in het Nederlands ‘ontdekkingsvreugde’), het wil zeggen dat iets ontdekken een bepaalde energie geeft. In de gelijkenis staat over de boer: ‘en in zijn vreugde besloot hij alles te verkopen wat hij had en die akker te kopen.’ Als ik de preek samenvat zeg ik: heb de akker lief, ploeg en graaf, en ontdek het rijke leven van Gods koninkrijk. Amen.