Een Geest van geheiligde kracht

23 mei 2021

De ontvangen PinksterGeest geeft de kracht, liefde en bezonnenheid om te getuigen van Jezus.

Lezen: Handelingen 2:1-21

Tekst: 2 Timoteüs 1:7

Volgens mij wil niemand laf gevonden worden. Laf klinkt negatief en vinden we negatief. Het is een woord dat gebruikt wordt als scheldwoord: doe niet zo laf! Wie laf is loopt weg voor dingen die alleen nog maar een klein beetje moeilijk zijn.

 

Nu schrijft de apostel Paulus in zijn brief aan Timoteüs: ‘God heeft ons niet een Geest van lafhartigheid gegeven’. Nee natuurlijk niet. God maakt mensen niet laf. Als ze dat al zijn dan zijn ze dat uit zichzelf. Paulus begint die zin alleen maar zo om aandacht te vragen voor wat volgt. Want wat doet God dan wel? God geeft mensen een Geest van kracht, liefde en bezonnenheid, zodat mensen met die Geest gaan getuigen van Jezus Christus.

 

Gek genoeg vinden wij getuigen van God en Christus vaak moeilijk. Dat betekent dat er een vreemde spanning zit tussen de Geest van kracht die God mensen geeft, en hun laffe houding als het gaat over getuigen. Niemand wil laf gevonden worden en toch schrikken we er voor terug om vrijmoedig te getuigen van ons geloof. Daar schamen we ons op de een of andere manier voor.

 

Wat is dat voor schaamte? Dat zal van persoon tot persoon verschillend zijn (en misschien hebben sommige mensen geen schaamte om te vertellen over hun geloof), toch is er in zijn algemeenheid wel iets over te zeggen. Ik kan me voorstellen dat je je schaamt omdat geloven in Nederland wordt afgedaan als iets doms, wie puur rationeel nadenkt zou toch moeten inzien dat geloven niet waar kan zijn. Misschien komt je schaamte voort uit het feit dat je als gelovige in Nederland tot een steeds kleiner wordende minderheid behoort. Geloof heeft ook de naam onverdraagzaam te zijn, standpunten rond homoseksualiteit en gender die mensen op hun geloof baseren worden in de samenleving steeds minder geaccepteerd. En wie zou zich niet schamen wanneer je geconfronteerd wordt met lastige vragen waarmee je in de hoek gedreven wordt?

 

Waarom schaamde Timoteüs zich eigenlijk? Paulus zegt in vers 8: ‘Schaam je er dus niet voor om van onze Heer te getuigen’. Mogelijk was Timoteüs van zichzelf iemand die gauw in zijn schulp kroop. In een eerdere brief aan Timoteüs schreef Paulus al: ‘Sta niemand toe dat hij vanwege je jeugdige leeftijd op je neerkijkt’ (1 Timoteüs 4:12). En in zijn brief aan de Korintiërs schrijft Paulus: ‘Zorg ervoor dat u Timoteüs niet afschrikt wanneer hij bij u komt’ (1 Korintiërs 16:10-11). Behalve dat het misschien wat in hemzelf zat is er ook nog iets anders, Paulus schrijft in vers 8: ‘schaam je ook niet voor mij, die omwille van hem gevangen zit’. Ik kan me voorstellen dat u en jij zich zouden schamen als ik in de gevangenis zit. Dan loop je er niet mee te koop dat je lid bent van de Kandelaar. ‘O dat is van die dominee die in de gevangenis zit.’ Maar nog een treetje dieper, zou je je niet schamen voor Jezus zelf? Wat is dat voor God die zich laat doden door zijn vijand? Wat is dat voor God die zich naakt laat kruisigen? Zou onze schaamte om over ons geloof te vertellen daar niet op vast moeten zitten? Wij maken ons al gauw druk om onze eigen eer, word ik niet uitgelachen? Maar moet het ons niet veel meer raken dat God wordt uitgelachen? Misschien gebeurt dat niet hardop, maar de manier waarop er over Hem wordt gepraat en hoe Hij wordt weggezet kan heel pijnlijk zijn. Typisch hoe de zonde zelfs op dit punt in ons doorwerkt, dat we ons drukker maken over onze eigen gevoelens van schaamte dan dat we ons druk maken over hoe God beschaamd wordt.

 

Wat getuigen natuurlijk ook moeilijk maakt is als je zelf twijfels hebt. Als je merkt dat je het moeilijk vindt om bepaalde dingen uit de Bijbel te geloven, dan praat je al gauw met wat aarzeling. Je voelt zelf ook de tegenkrachten en de druk die er op je geloof wordt gelegd. Je voelt de moeite die het jou kost om het geloof vast te houden. En om nou te zeggen dat jij een heilig leven leidt… ook niet perse. Dit kan schaamte geven zodat je niet gauw je mond open doet om te getuigen van God.

 

Maar dan zegt Paulus tegen Timoteüs: ‘God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht, liefde en bezonnenheid.’ In de NBV staat het woord geest met een kleine letter. In de BGT heeft het woord geest een hoofdletter. Daar wordt vers 7 zo vertaald: ‘God heeft ons zijn Geest gegeven. Niet om bange mensen van ons te maken, maar moedige mensen, vol liefde en geduld.’ Het verschil is dat het zou gaan over de menselijke geest of over de heilige Geest. Ik denk dat het hier over de heilige Geest gaat. Om drie redenen, 1) er wordt heel nadrukkelijk gezegd dat het God is die deze Geest geeft, 2) in vers 6 wordt deze Geest een gave genoemd; heilige Geest en gave horen bij elkaar (zie 1 Korintiërs 12:4), en 3) de constructie ‘niet de geest van dit, maar de geest van God’ kom je ook op andere plaatsen tegen, bijvoorbeeld 1 Korintiërs 2:12 waar staat: ‘Wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest die van God komt’ (zie ook Romeinen 8:15). Daarom denk ik dat je moet zeggen, de Geest van kracht, liefde en bezonnenheid is de heilige Geest. Kracht staat hier tegenover lafhartigheid. Dus Paulus bemoedigt Timoteüs, hij brengt hem in herinnering dat zij een Geest van kracht hebben ontvangen. Paulus zegt: Timoteüs, gebruik de kracht van de Geest om te getuigen van Jezus.

 

Waarom moet dit getuigenis klinken? De Geest van kracht die helpt om je schaamte te overwinnen is voor het eerst uitgestort op het Pinksterfeest (Handelingen 2). Petrus en de andere leerlingen kregen direct grote vrijmoedigheid om te vertellen over Jezus. Met het lef van de heilige Geest zeggen ze de Jeruzalemmers waar het op staat: jullie hebben de Zoon van God gekruisigd, maar Hij leeft en Hij regeert in de hemel. Waarom moet dit getuigenis klinken? Omdat God mensen wil redden. Petrus haalt de profeet Joël aan: ‘Aan het einde der tijden, zegt God, zal ik over alle mensen mijn geest uitgieten.’ Over ‘alle mensen’, daarom denk ik dat je het woordje ons in 2 Timoteüs 1:7 ook mag verbreden naar alle christenen. Oorspronkelijk duidt het alleen op Paulus en Timoteüs, maar de taak om te getuigen is breder, die taak heeft ieder christen (Matteüs 10:33, Hebreeën 12:1). De oproep om de kracht van de Geest te gebruiken komt op ieder christen af. En de profetie van Joël maakt duidelijk waarom er getuigd moet worden: we leven in het einde der tijden. Er hoeft en er zal nog maar één ding gebeuren, dat is de terugkomst van Jezus met zijn oordeel en de vestiging van zijn rijk op aarde. De tijd voor de wereldbewoners dringt: wil je gered worden van het oordeel, wil je toegelaten worden tot Gods rijk? In beide gevallen is Jezus het antwoord, door Hem word je gered en door Hem word je toegelaten tot Gods rijk. Bekeer je tot Hem, geloof in Hem. God wil mensen redden, daarom moeten wij de kracht van de ons gegeven Geest gebruiken om onze schaamte te overwinnen.

 

Waarom heet de heilige Geest hier de Geest van kracht, liefde en bezonnenheid? Kracht staat al tegenover lafheid, daarmee had het klaar kunnen zijn. Eerst over die liefde. Het Griekse woord dat hier wordt gebruikt duidt op de liefde die het goede met de ander voorheeft. Het is de liefde waarmee God ons liefheeft (1 Johannes 4:8-10). Die liefde van God, die je als christen zelf ontvangen hebt, geef je door. Met die liefde kijk je naar je medemens. Zo wordt de kracht van de Geest gekanaliseerd, geheiligd. Getuigen van Jezus Christus kan zonder liefde zomaar drammerig worden: kom op joh, nou moet je toch een keer zover zijn dat je gaat geloven. Of getuigen krijgt een scherpe rand: als je niet gelooft ga je naar de hel. De kracht van de Geest die helpt om te getuigen is sterk. Liefde helpt die kracht zo te gebruiken dat het tot Gods eer is en een maximaal effect heeft op hem of haar die niet gelooft. Getuigen begint toch ook bij liefde? Je medemens gaat je aan het hart. Je zoekt oprecht het goede voor hem of haar, daar wil je je voor inzetten. Liefde heiligt je motieven. Soms lijkt het wel alsof we tevreden zijn nu we zelf zicht hebben op redding; ik mag naar de hemel. Dan denk je niet vanuit Gods Pinksterplan. God wil zoveel mogelijk mensen redden. Dat is zijn liefde. Niet alleen in die op onszelf gerichte schaamte werkt de zonde door maar ook in op onszelf gerichte redding. God bevrijdt ons daarvan met de Geest van kracht en liefde.

 

En dan die bezonnenheid. De BGT vertaalt met geduld. Je zou ook kunnen zeggen, de heilige Geest maakt je behoedzaam en voorzichtig. Je gaat niet impulsief te werk. Getuigen van Jezus komt best precies. Wat zeg je wel, wat zeg je niet, waar begin je? De liefde waar we het net over hadden is heel belangrijk, die zet de toon. Maar vervolgens maakt de Geest je ook wijs. De heilige Geest geeft je de juiste woorden in de mond. Elke situatie en ieder mens vraagt om een op hem of haar afgestemde boodschap. Op welke manier sluit ik het best op hem of haar aan? Daar wil de Geest je bij helpen. Dat betekent niet dat je dingen uit het evangelie weglaat of een slappe hap verkondigt. Dat deed Petrus ook niet op de Pinksterdag. Wat is hij scherp. Maar het heeft wel effect, want zijn toehoorders zijn diep getroffen en zeggen: ‘Wat moeten we doen?’ (Handelingen 2:37). Waarop Petrus zegt: bekeer je, ‘laat je redden uit dit verdorven mensengeslacht’.

 

Misschien denk je nu, ging het maar zo gemakkelijk. Waar is die kracht van de Geest in mijn leven? Zelf vind ik getuigen ook moeilijk. Ik ben ook niet vrij van die schaamte waar ik het over had. Laten we elkaar bemoedigen met die woorden van Paulus aan Timoteüs: God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een Geest van kracht, liefde en bezonnenheid. Dat is een bemoedigende reminder: gebruik de kracht van de Geest die je ontvangen hebt. Iets van die kracht zie je bij mensen die net tot geloof zijn gekomen. Blij met wat ze ontdekt hebben willen ze het evangelie doorgeven. Je ziet de drive om te evangeliseren vaak ook in evangelische gemeenten. Je ziet het in landen waar het evangelie nog jong is, Afrika, Zuid-Amerika. Nu zeg ik niet dat je naar Afrika of Zuid-Amerika moet gaan, ook niet dat je evangelisch moet worden, maar probeer wel die vreugde over het evangelie te hebben. Bid daar om. Bedenk dat je zelf de eerste ontvanger mag zijn van de kracht van de Geest. De heilige Geest getuigt allereerst in jouw hart, met de liefde van God en de wijsheid van God. Bedenk dat Gods kracht groter is dan alle tegenkrachten. Die tegenkrachten zijn er. Er ligt druk op ons geloof en Gods vijand is actief. Maar de ons gegeven Geest van kracht is altijd sterker. De Geest van Pinksteren gaat het winnen. God redt mensen voor het oordeel komt. Gebruik de kracht van de Geest om daarvan te getuigen. Om jezelf daarvan te overtuigen en vervolgens ook heel veel anderen.

 

Nou hoop ik dat je hier enthousiast van wordt en dat je dat gevoel van schaamte te boven komt. Misschien voel je je schuldig over je zwakte om over je geloof te praten. Het is niet de bedoeling van de preek om je zo’n schuldgevoel aan te praten. Wel kan het je er aan ontdekken dat je de kracht van de Geest nodig hebt. Uit jezelf gaat het niet lukken. Paulus herinnert Timoteüs er niet voor niets aan: gebruik de kracht, liefde en bezonnenheid van de Geest die je gegeven is. Ontdek die kracht. Om die kracht te ontdekken moet je gewoon beginnen. Om de kracht van het motorblok in je auto te ontdekken moet je gewoon gas geven. De Geest hebben we ontvangen. Hij is uitgestort ‘over alle mensen’ volgens de profetie van Joël en de woorden van de apostel Petrus. Zeg niet dat je niet de gave hebt om over je geloof te vertellen; de Geest is die gave. Ontdek de kracht van de je gegeven Geest door gewoon te beginnen. Wees alert op momenten, grijp kansen, heb lief en bid voor hen in je omgeving die God en Christus nog niet kennen. En laat je daden voor je spreken door behulpzaam te zijn, vriendelijk en trouw. Leef zo dat je vragen oproept (1 Petrus 3:15): wat drijft jou, waarom doe je dit? Vragen beantwoorden is gemakkelijker dan zelf over het geloof beginnen. Maar doe beiden: woord en daad.

 

Ik hoop dat er iets gaat gebeuren onder ons, dat er iets gaat veranderen. Ook in mijn eigen leven. Dat we uit onze schulp kruipen. Wanneer we de kracht, liefde en bezonnenheid van de Geest in ons laten werken, wanneer we de vreugde over de redding door Jezus opnieuw ontdekken, gaan we getuigen. En dan gaan we het meemaken: ieder die de naam van de Heer aanroept wordt gered. Amen.