Geroepen tot wat menselijkerwijs niet mogelijk is

5 december 2021

Je nieuwe mens wordt geboren uit de heilige Geest en in de gemeenschap.

Lezen: Lucas 1:26-38

Tekst: Lucas 1:26-38

Het gedeelte dat we gelezen hebben vat ik zo samen: Gabriël valt Maria’s huis, leven en huwelijk binnen. Ik verdeel de preek ook in drie delen.

 

Huis

Gabriël valt Maria’s huis binnen. Dat geeft nogal een schrik. Nietsvermoedend is Maria bezig met wat ze ook maar aan het doen is, en opeens staat de engel Gabriël in haar huis. Hij klopt niet aan, hij komt niet door de deur, hij staat gewoon in één keer binnen. Denkend aan de eenvoudige afkomst van Maria zal het geen ruim huis zijn geweest, dus de engel staat ook nog eens dichtbij. Maria kan geen kant op. Voor veel mensen is hun huis de plek waar je je veilig voelt. In je huis word je niet zomaar overvallen door mensen met lastige vragen of opdringerige verkooppraatjes. Als dat al gebeurt dan gaat dat via de telefoon of bellen mensen aan. Die wimpel je vriendelijk af en je gaat verder met je eigen leven. Zo werkt dat toch? Teruggetrokken in je huis bepaal je zelf wat je doet. Daar heb je de controle.

 

Maar die verlies je zodra er een engel in je huis staat. Onuitgenodigd. Onaangekondigd. Maria’s ogen worden groot en haar hart slaat over. Dan begint de engel te spreken. Gabriël zegt: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd.’ Normaal groeten engelen in de Bijbel niet, ze verschijnen gewoon. Wanneer die verschijning angst of verbazing oproept, stellen ze gerust. Maar wanneer Gabriël bij Maria komt begint hij met een groet: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd.’ Pas later komen de geruststellende woorden: ‘Wees niet bang, Maria.’ Die opvallende groet aan het begin laat zien dat er iets bijzonders gaat gebeuren, dat de boodschap die de engel brengt anders is dan alle andere boodschappen die engelen ooit gebracht hebben. Gods genade staat op het punt om door te breken in de wereld. En in Maria wordt die genade zichtbaar. Want wie is zij? Ze is uitgehuwelijkt aan Jozef. Jozef is een afstammeling van koning David. Maar ze wonen in Nazaret in Galilea, een gat in het Noorden van Israël. Dat is toch intriest, dat hij van koninklijke bloede is maar de kost verdient als timmerman in een uithoek van het land. Maar als dan het meisje dat aan hem is uitgehuwelijkt een koning mag voortbrengen, dan is dat puur genade. Want het koningshuis van David is compleet in verval geraakt, Judea en Galilea zijn Romeinse provincies, het is een en al vergane glorie. En de voorouders van Jozef en Maria, het volk van Israël, had daar zelf schuld aan. Alles wat op deze groet volgt is Gods genade. Gabriël valt met de deur in huis: Maria, God gaat jou zo gelukkig maken!

 

Ik vraag me wel eens af, welke plek heeft God in onze huizen? In je huis bepaal je zelf wat je doet. Wie laat je toe, wie nodig je uit, voor wie is de deur gesloten? De plek die God in je huis heeft kun je afmeten aan dingen als Bijbel lezen en bidden. Gaat thuis de Bijbel open, wordt er gebeden? En op een niveau dieper: wie heeft het voor het zeggen in jouw huis, is dat God of ben jij dat zelf? Denk dan niet gelijk (of alleen) aan regeltjes: dit mag niet, dat mag niet. God wil in je huis zijn met zijn genade. God komt iets brengen, een geweldige boodschap. Een boodschap van liefde, vergeving, vernieuwing en ruimte voor het leven. Met God in je huis waait er een milde wind, vol van prikkeling en verlangen naar licht en lente.

 

Ik denk dat we juist in deze tijd van corona en beperkingen rond de kerkdiensten werk moeten maken van onze huisgodsdienst. Kon je vroeger misschien van de zondag naar de zondag leven en het Bijbel lezen en bidden door de week kort af doen onder druk van clubjes, sport en huiswerk, nu kan dat echt niet meer. Dan mis je teveel. Laat het zwaartepunt van je omgang met God thuis liggen, in wat je thuis doet aan Bijbel lezen, daar over doorpraten, bidden en misschien wel zingen. Laat Gods genade je huis vullen.

 

Leven

Gabriël valt Maria’s huis binnen maar ook haar leven. Met de aankondiging van een zwangerschap. Als er iets is dat je leven op de kop zet is het een ongeplande zwangerschap. Maar nu schrikken wij ook, want wat zegt Maria in reactie op deze aangekondigde zwangerschap? Ze zegt: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Dan sta je toch met je oren te klapperen? Wat een bereidheid. Geen spoor van verzet. Geen spoor van opstandigheid, zo van: mag ik daar misschien zelf ook nog wat over te zeggen hebben? Niets. Alleen bereidheid en dienstbaarheid. Maria wil God dienen. Dat wil ik ook. Ik hoop iedereen die nu luistert. Maar je leven compleet door God op zijn kop laten zetten, wie trekt dat?

 

Toch is dat wat God wil, Hij wil dat jij Hem dient. In je huis, maar ook met je hele leven. God wil niet een onderdeeltje van je leven zijn -een verre vriend waar je af en toe contact mee hebt, of dagelijks contact maar dan wel erg vluchtig- nee, God wil je leven vullen. Hij wil de hele dag door naast je lopen, bij je in de auto zitten, meegaan naar je werk. Hij wil bij je aan tafel zitten, het brood uitdelen en je beker vullen. Hij wil je vertellen over zijn genade. Hij wil je zegenen voor je gaat slapen. God wil je leven vullen met geluk en vrede. Hij wil een nieuwe mens van je maken. Daarom zegt Hij: geef mij je leven, dan maak ik er iets moois van.

 

Maar wat vinden wij dat moeilijk. Wij houden graag de controle over ons leven. Vaak denken we ook zelf beter te weten wat goed voor ons is. God kan wel dit van me vragen en dat met me willen, maar word ik daar gelukkig van? Dit zit zo diep in ons. Zelfs wie zegt: ik wil de Here dienen, loopt er tegenaan dat dit uit jezelf niet lukt. Dat merk ik ook. Het is de zonde van het begin: zelf de controle over je leven willen hebben en houden. God roept ons tot het menselijkerwijs onmogelijke, namelijk dat je God dient met heel je leven. Dat Maria dit deed, dat Maria dit kon, was het eerste teken dat de heilige Geest over haar kwam.

 

In ons leven staan wij voortdurend voor keuzes, grote en kleine. Zeker bij de grote keuzes geldt, wil ik God dienen of kies ik voor mezelf? Ze staan zomaar tegenover elkaar: God vraagt iets van me maar ik wil iets anders. Of ik wil graag iets maar ik weet dat het tegen God ingaat, wat doe ik dan? God niet willen dienen betekent zijn genade afwijzen, dat is heel gevaarlijk. Dat is misschien wel de eerste keus in je leven, de keus waar alles mee begint: wil ik God dienen? In die keuzes van iedere dag wordt het vervolgens zichtbaar en merk je of God invloed op je leven heeft en of het geloof doorwerkt in je leven. Onderzoek dat maar eens voor jezelf: maak jij je keuzes met God? Kies je voor het goede of kies je voor het kwade? En laat je goed en kwaad invullen door God?

 

Huwelijk

Wat we tot nu toe gezien hebben is dat Gabriël Maria’s huis en leven binnenviel, maar hij valt ook haar huwelijk binnen. Want Maria zal zwanger worden zonder gemeenschap te hebben met Jozef. Jozef en Maria gingen nog niet met elkaar naar bed, want ze waren dan wel voor elkaar bestemd maar nog niet getrouwd. Maar nu zegt de engel: in jullie huwelijk zal een kind geboren worden maar het zal niet van Jozef zijn. Hiermee vraagt God dienstbaarheid tot in de intiemste delen van Maria’s leven. God in je huis ontvangen is al een ding, God in je leven toelaten gaat nog verder, maar dat God zich mag bemoeien met intimiteit en relaties, dat gaat wel heel ver.

 

Opvallend is dat God Maria roept tot wat menselijkerwijs onmogelijk is, namelijk zwanger worden zonder gemeenschap. Dat is dan ook precies de vraag die Maria stelt: ‘Hoe zal dat gebeuren?’ Het antwoord is: doordat de heilige Geest over je komt, Gods eigen kracht. Voor God is niets onmogelijk. Waarop Maria zegt: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Zie je het? Dienstbare overgave geeft ruimte voor wat onmogelijk is. Maria wordt geroepen tot wat menselijkerwijs niet mogelijk is, namelijk zwanger worden zonder gemeenschap. Maar jij wordt ook geroepen tot wat menselijkerwijs niet mogelijk is, namelijk leven in dienstbaarheid aan God. God wil je huis binnenkomen, God wil in je leven aanwezig zijn, God wil dat je Hem zelfs dient met de meest intieme delen van je leven. Maar het breekt ons bij de handen af. De geest is wel gewillig maar het vlees is zwak. Ik wil het goede wel, maar het lukt me niet. Menselijkerwijs gesproken is het onmogelijk om God te dienen. Hoe gaat dit ooit gebeuren in mijn leven?

 

Toen Maria dat vroeg kreeg ze als antwoord: de heilige Geest zal over je komen. Dat is toch ook onze enige kans? Dat is de enige manier waarop het kan lukken. God dienen met alles wat in je is lukt je alleen wanneer de heilige Geest dat bewerkt. Wanneer God roept tot datgene wat menselijkerwijs onmogelijk is, geeft Hij daarbij zijn Geest. Vertrouw jij daarop? Vertrouw jij erop dat de heilige Geest die Jezus geboren liet worden, ook jouw nieuwe mens geboren laat worden? Dienstbare overgave geeft ruimte voor wat onmogelijk is. Laat God het onmogelijke in je mogelijk maken door zijn Geest. God wil dat doen, Hij wil een nieuwe mens van je maken die Hem dient. Daarom zegt God: geef mij je leven, dan maak ik er iets moois van.

 

Nog één detail, het nieuwe leven in Maria ontstond zonder gemeenschap maar door de heilige Geest. Ons nieuwe leven ontstaat ook door de heilig Geest maar dan in de gemeenschap. In de gemeenschap van Gods volk. Ik gebruik het woord gemeenschap nu in een andere betekenis, niet als uitdrukking voor seksuele omgang, nu verwijst het naar de gemeente van Jezus. De zogenaamde ‘gemeenschap der heiligen’, dat zijn al Gods kinderen samen. Op die plek leer je het nieuwe leven. De nieuwe mens is liefdevol, trouw, geduldig en vriendelijk. De nieuwe mens is vol van vreugde en vrede, hij is zorgzaam en zachtmoedig, hij dient God en de medemens. Dat leer je toch in de gemeente van Jezus? Dat is de oefenplek voor geduld. Het is de school van de liefde. Het is de plaats waar je trouw wordt getest en de oven waarin je dienstbaarheid wordt gelouterd.

 

Ik wil een en ander concreet maken. In het eerste deel van de preek zei ik: maak werk van je huisgodsdienst. In deel twee: onderzoek hoe je geloof, hoe God, doorwerkt in je leven bijvoorbeeld in concrete keuzes die je maakt. Vanuit dit derde deel van de preek zeg ik: leef naar, geloof in en bid om het onmogelijke. Het menselijk onmogelijke. Geloof dat God je wil veranderen, je dienstbaar wil maken voor Hem en de naaste. Leef daar naar, zoek daar naar, maak daar een begin mee. En vraag erom, vraag Gods Geest om over je te komen. Vul je gebed daarmee. Want er is niets dat zo belangrijk is als jouw nieuwe leven. Je denkt toch niet dat Jezus voor iets anders geboren is? Amen.