God beantwoordt je roep om hulp

21 juli 2013

God kan je laten wachten op zijn antwoord wanneer je roept om hulp om des temeer door jou geprezen te worden.

Lezen: Psalm 22

Tekst: Psalm 22

Misschien herken je dit wel in je leven, dat je heel intens God om hulp roept maar dat je voor je gevoel geen antwoord krijgt. Je roept, je schreeuwt, je fluistert schor gebeden en je krijgt maar geen antwoord. Nachten lang bid je en je wacht en je wacht en je wacht maar er verandert niets. Dat is Psalm 22. Tenminste, de eerste helft van Psalm 22.

 

Het omslagpunt is ook maar één heel klein zinnetje aan het einde van vers 22: ‘U geeft mij antwoord.’ Eén heel klein onopvallend zinnetje. En de rest van de Psalm daarna (vers 23-32) is lofprijzing, is alleen maar lofprijzing. Dat is zo opvallend in deze Psalm. De eerste helft van de Psalm is één grote klacht: waarom antwoordt u niet, waarom, God, hebt u mij verlaten, snel mij te hulp, bevrijd mij, ik schreeuw het uit maar u redt mij niet. En dan dat ene zinnetje zomaar vanuit het niets: ‘U geeft mij antwoord’, en vervolgens kantelt de Psalm volledig naar één heerlijke lofprijzing: ik zal uw naam bekend maken, u loven, loof Hem, breng Hem eer, overal zal men de HEER gedenken, voor u zullen zich buigen alle stammen en volken, Hij -laatste zin van de Psalm- Hij is een God van daden!

 

Maar waarom laat God deze dichter, David, zolang wachten op hulp? Waarom laat God hem eerst bijna kopje onder gaan voor Hij antwoordt? En wat is eigenlijk dat bijzondere antwoord van vers 22 waardoor deze hele Psalm kantelt? En hoe zit dat wanneer God jouw roep om hulp niet direct beantwoordt? Soms moet je lang wachten op hulp, op een antwoord van God. Je kunt je dan zomaar afvragen: wat doet God met mijn roep om hulp? Hoe zit dat wanneer een antwoord uitblijft?

 

En toch is het thema voor deze preek:

God beantwoordt je roep om hulp

 

In deze dienst zal ………. belijdenis van haar geloof afleggen en daarna ook het teken van het verbond met God ontvangen, de doop. Jouw vraag voor deze dienst was: laat nou eens zien dat Jezus Christus van Genesis tot en met Openbaring de centrale figuur in de bijbel is. Laat nou eens zien dat Hij de bijbel beheerst van begin tot eind. Niet alleen maar de evangeliën, Matteüs, Marcus, Lucas, Johannes, maar heel de bijbel. En zelf had je een heel aantal teksten opgeschreven waarin zichtbaar wordt dat Jezus Christus van voor de schepping is en dat Hij ook de eeuwigheid van na deze wereld draagt. Daar stond ook Psalm 22 bij. Want er was je iets opgevallen. Namelijk dat er in die Psalm -eeuwen voor Christus- al gesproken wordt over het doorboren van voeten en handen, van het verdelen van kleren, van het werpen van het lot om een mantel. Iets dat precies zo gebeurde bij de kruisiging van Jezus. Je schreef mij: is dit nou profetie of kwam dat in die tijd ook voor?

 

Ik vind het mooi dat dit jou was opgevallen. Hou die frisse blik en die verfrissende vragen vast en dien ons ermee. Voor vaste kerkgangers is de link tussen Psalm 22 en het lijden en sterven van onze Here Jezus hoop ik een bekende. Vers 2 van Psalm 22 zegt: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ Oftewel: Eli, Eli, lema sabachtani, dat is wat de Here Jezus zegt aan het kruis, zoek maar op in Matteüs 27:46. Maar ook vers 8 van Psalm 22: ‘Allen die mij zien, bespotten mij, ze schudden meewarig het hoofd.’ Matteüs 27:39 zegt: ‘De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met hem.’ En vers 9 van Psalm 22: ‘Wend je tot de HEER! Laat hij je verlossen, laat hij je bevrijden, hij houdt toch van je?’ - dat hoor je terug in Matteüs 27:43. De omstanders bij het kruis zeggen: ‘Hij heeft zijn vertrouwen in God gesteld, laat die hem nu dan redden, als hij hem tenminste goedgezind is. Hij heeft immers gezegd: ‘Ik ben de Zoon van God.”

 

Is dit nou profetie of werden er ook in die tijd al mensen gekruisigd? Dat laatste niet, in Israël werden mensen niet gekruisigd. Het was een Romeinse straf uit een latere periode. Ik las ergens dat de Perzen kruisiging als straf al wel gebruikten. Maar of David daar aan gedacht heeft toen hij deze Psalm maakte weet ik niet. Ik denk dat je ook beter kunt zeggen dat Jezus deze Psalm, deze bestaande Psalm van David, op zichzelf toepaste. Dat Jezus deze Psalm in de toedracht van zijn lijden en sterven herkende. Allereerst heeft David het zo beleefd: Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten? Uitleggers wijzen op de periode in Davids leven waarin hij achtervolgd werd door koning Saul. Sommigen wijzen nog iets preciezer de situatie rond Siklag aan. Toen keerden Davids eigen mannen zich tegen hem omdat de Filistijnen hun stad hadden verwoest en hun vrouwen en kinderen hadden meegenomen (1 Samuël 30). En dan voelt David zich volledig alleen staan, iedereen keert zich tegen hem. En God antwoordt maar niet. Hij roept en schreeuwt en wacht maar er verandert niets. Maar dan opeens antwoordt God. Met redding, bevrijding, uitkomst. En dan looft en prijst David zijn God. Te midden van het volk. En daarbuiten. En hij zal het aan de kinderen vertellen zodat een nieuw geslacht God zal dienen, want God -zegt David- is een God van daden!

 

En wanneer Jezus deze Psalm op zijn eigen lijden en sterven betrekt vult Hij de ontbrekende antwoorden profetisch in. David had gezegd: ‘U geeft mij antwoord.’ Wij weten niet wat hij daarmee bedoelt. Jezus vult het in en zegt: Ik ben het antwoord. Ik, in mijn lijden en sterven! David prijst God als een God van daden. Letterlijk staat er in het slotvers: Hij heeft het gedaan, Hij heeft het volbracht. Maar wat God gedaan heeft zegt David niet. Jezus vult het in en zegt: Gods daad is redding. De redding van de hele wereld. In en door Mij, hier aan dit kruis! Aan het kruis zegt Jezus precies hetzelfde: Het is gedaan, het is volbracht. Jezus haalt niet alleen het begin van Psalm 22 aan: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’, maar Hij haalt ook het slot aan: ‘Hij heeft het volbracht, Hij heeft het gedaan, Hij is een God van daden!’

 

En zo komt ook Gods antwoord op onze vragen in beeld. Zo hoor je God ook antwoord geven op jouw klacht. God zegt: Ik beantwoord de menselijke roep om hulp in Christus. Jezus Christus is mijn antwoord op elke roep om hulp. God zegt: Ik kan je wel bevrijden van je problemen maar Ik verlos je liever van de oorzaak.

 

En daar is God al vanaf de zondeval mee bezig. Toen de door God geschapen mens zich van God afkeerde en met de satan in zee ging zei God tegen satan: ‘Vijandschap sticht ik tussen jou en de vrouw, tussen jouw nageslacht en het hare, zij verbrijzelen je kop, jij bijt hen in de hiel’ (Genesis 3:15). Maar behalve dat God bezig is om de mens van satan los te weken probeert Hij ook zijn hart voor Hem te winnen. God laat het hele Oude Testament door zien dat Hij een genadig God is, die helpt, die redt, die leven geeft, leven met Hem. Hij redt Israël uit Egypte, Hij geeft zijn volk een eigen land, Hij woont bij hen, Hij spreekt met hen en Hij belooft een redder te sturen die echte vrede brengt. De profetieën van bijvoorbeeld Jesaja zijn er vol van. Ik denk aan Jesaja 9 met daarin vers 5: ‘Een kind is ons geboren, een zoon is ons gegeven; de heerschappij rust op zijn schouders. Deze namen zal hij dragen: Wonderbare raadsman, Goddelijke held, Eeuwige Vader, Vredevorst.’ Dat gaat over Christus.

 

Maar wat heeft Israël lang op deze Messias moeten wachten. Heel lang. Velen zijn gestorven zonder de vervulling van deze beloften te hebben gezien. Waarom doet God dat? Je ziet hetzelfde trouwens in het Nieuwe Testament. Jezus Christus heeft redding gebracht. Bevrijding. Hij heeft ons verlost uit de macht van de satan. Door geboren te worden als mens. Door te lijden en te sterven. Door op te staan en zijn troon in de hemel in te nemen. De apostel Petrus zegt: ‘Voeg je bij hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn kostbaarheid’ (1 Petrus 2:4). Maar wij worden hier op aarde nog wel door de satan aangevochten. Onze definitieve redding moet nog plaatsvinden. De wereld is nog niet verlost van ellende en verdriet, van zonden en kwaad. Dat betekent opnieuw: wachten. En daar hebben we het vaak moeilijk mee. Waarom laat God ons wachten? Ik vraag God om hulp maar er verandert niets. Denk aan ziekte, aan moeite, aan verdriet. Waarom laat God ons wachten op de definitieve verlossing? Jezus heeft toch zelf gezegd: ‘Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan’ (Matteüs 7:7). Waarom laat God ons dan zo vaak wachten?

 

Ik zie het antwoord op die vraag in Psalm 22. Die opvallende Psalm 22 met dat ene onopvallende zinnetje als omslagpunt. Daarvoor één lange klacht, daarna alleen maar lofprijzing. Gods evangelie hierin is: begrijp waarom Ik soms, vaak lang wacht met een helpend antwoord: om des temeer door jou geprezen te worden! Dat is wat Psalm 22 laat zien. Ik vond dat een hele ontdekking. En je ziet het terug in de geschiedenis van deze wereld. In het Oude Testament moest Gods volk lang wachten op de Christus. En als christenen in het Nieuwe Testament wachten wij al lang op de nieuwe wereld van Christus. Soms moet je in je persoonlijk leven lang wachten. Ben je 60+ voor je tot geloof in Christus komt. Maar al dit wachten heeft één doel: dat je God des temeer prijst. Prijst om Christus. Prijst om de verlossing van je leven. Jezus haalt rond zijn lijden en sterven Psalm 22 aan om te laten zien dat Hij het echte antwoord van God is. God beantwoordt de menselijke roep om hulp in Christus. Met Psalm 22 wijst God ons op Christus. Ik vond het wel ontdekkend dat God je bewust kan laten wachten, om de lof op zijn naam. Maar het antwoord dat je krijgt op je vragen is dan ook veel groter en veel mooier dan je ooit had kunnen dromen.

 

Nu vinden wij wachten over het algemeen niet gemakkelijk. Je zou er eerder boos om worden dan dat je God daardoor extra gaat loven en prijzen. Hoe kom je er dan toe dat je God wel gaat prijzen ook al moet je wachten op een antwoord op je vraag? Die lofprijzing ontstaat wanneer je het antwoord ziet dat God je al geeft. Het antwoord op al je vragen is Christus. Dat antwoord heeft God je al lang gegeven, Hij is een God van daden. Maar misschien vind je dit antwoord net zo onopvallend als dat ene kleine zinnetje in Psalm 22:22. Het kan zijn dat je over dit antwoord van God heen kijkt of er bij langs leeft. Misschien vult de vraag om Christus je gebeden ook niet. Of je kent dit antwoord maar ziet niet in dat Christus het mooiste antwoord is dat je kunt krijgen. Ik hoop dat je het toch zo gaat zien en beleven, Christus als het mooiste antwoord op al je vragen. Wat vind je daarvan? Je roept, je schreeuwt tot God, je fluistert schor gebeden en het antwoord is: Jezus!

 

En dan nog laat deze God van daden ons wachten op de volkomen heerlijkheid. Om de lof op zijn naam nog intenser te maken in ons leven. Geloven is: vreugdevol volharden. Geloven is God loven om zijn beloften, om de vervulling ervan in Christus en om de kracht die jij krijgt om daaruit te leven. Opvallend is hoe in Hebreeën 11, het hoofdstuk over de geloofsgetuigen, wordt gezegd dat generaties geleefd en geloofd hebben zonder de vervulling van Gods beloften te hebben gezien. Zij allen zijn in geloof gestorven (vers 13, 39-40). Maar juist zo -door te geloven zonder te zien- prezen zij God als degene die betrouwbaar is. Als degene die zegt en Hij doet. Als degene die helpt en redt in nood omdat Hij de mens lief heeft. De apostel Paulus zegt in 1 Korintiërs 2:2: ‘Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus - de gekruisigde.’ En in Kolossenzen 3:11 schrijft hij: ‘Christus is alles in allen’. Dan gaat het over het vernieuwd worden naar het beeld van onze schepper. Christus is het antwoord op elke vraag in ons leven. Ook als het heel diep gaat en je bang bent eraan onderdoor te gaan. Paulus zegt: ‘U hebt geen beproevingen te doorstaan die niet voor mensen te dragen zijn. God is trouw en zal niet toestaan dat u boven uw krachten wordt beproefd: hij geeft u mét de beproeving ook de uitweg, zodat u haar kunt doorstaan’ (1 Korintiërs 10:13). Die uitweg is Christus. Hij wil alles in allen zijn.

 

Probeer dat maar eens in de tijd die komt. Zet in je vragen Christus centraal. Vraag om Hem. Doe dat als eerste, koppel je andere vragen aan Hem. En prijs God om Christus. Loof Hem, maak zijn naam bekend. En vertel je kinderen en je kleinkinderen dat God een God van daden is: Christus. Leef vanuit die lof en eer voor God. Geef aanbidding een belangrijke plek in je leven. En ‘beleef’ Christus. Heb ontzag voor Hem, voel je klein voor Hem, bewonder Hem, verwonder je over Hem, huil met Hem en vind je vreugde in Hem. Maar bovenal, leef uit zijn liefde en geef Hem jouw liefde. Hier heb je elkaar in de gemeente voor nodig. Psalm 22 laat dat ook zien. God loven doe je in de kring van zijn volk, te midden van zijn andere kinderen. Maar God loven leer je ook aan nieuwe generaties. En God loven heeft ook een publiek karakter dat zelfs naar buiten reikt tot buiten de kerkmuren. Want er is maar één antwoord, er is maar één naam (Handelingen 4:12) die ieder mens in deze wereld nodig heeft: Jezus Christus! Amen.