Het evangelie is rustgevend

1 juli 2012

In de kerk hoor je dat er genade en vrede voor je is door het verzoenend werk van Christus. En die genade en vrede van God geven rust. Meer dan wanneer je zou slapen. Voor het ontvangen van deze rust moet je je juist inspannen.

Lezen: Jesaja 32, 1 Johannes 3:11-24

Tekst: Zondag 38

Soms kan het zomaar gebeuren dat je tijdens de kerkdienst in slaap valt! En eigenlijk klopt dat ook want kerkdiensten zijn bedoeld om je rust te geven. Maar wie zojuist tijdens het lezen van Zondag 38 een beetje wakker was is het misschien opgevallen dat er aardig wat activiteit van je verlangd wordt. Pak hem er nog maar even weer bij. Tweede regel, bijna aan het eind: ‘en dat ik vooral op de sabbat, dat is op de rustdag, trouw tot Gods gemeente zal komen, om Gods Woord te horen, de sacramenten te gebruiken, God de Here publiek aan te roepen, en de armen christelijke barmhartigheid te bewijzen.’ Dat zijn zo even vier, vijf werkwoorden op een rij: komen, en dan vervolgens: luisteren, gebruiken, aanroepen, bewijzen. Trouwens, als je dit een beetje goed wil doen allemaal heb je wel twee kerkdiensten nodig per zondag! Maar hoe verhoudt al deze activiteit zich tot het rusten? Heb je eigenlijk niet een goed punt als je tijdens de kerkdienst in slaap valt?

 

Wat wil God eigenlijk met het vierde gebod bereiken in ons leven? Kijk daarvoor eens naar het ten tweede van Zondag 38: ‘Dat ik al de dagen van mijn leven mijn slechte werken (mijn zonden) nalaat, dat ik de Here door zijn heilige Geest in mij laat werken (om het goede te gaan doen) en zo de eeuwige sabbat in dit leven begin.’ Tussen haakjes: sabbat betekent in eerste instantie gewoon rust. En omdat de zevende dag in Israël de rustdag was, is die sabbat gaan heten. Maar sabbat en zevende dag zijn niet synoniem. Daarom kan de catechismus in v/a 103 ook heel gemakkelijk het woord sabbat laten slaan op onze zondag, de rustdag. Maar wat wil God met het vierde gebod in ons leven bereiken? Ja, dat wij de eeuwige rust nu al, in dit leven, beginnen. En die rust ontstaat wanneer we minder zondigen en meer het goede gaan doen.

 

En het hele ten eerste van Zondag 38 lijkt daar een middel voor te zijn. Een middel, in de hand van de heilige Geest, om die eeuwige rust nu al in ons leven te bewerken. Die eeuwige rust houdt in dat je niet meer hoeft te vechten tegen zonden. En je geweten komt tot rust. En je hoeft geen moeilijke beslissingen meer te nemen. Ja je neemt nog wel beslissingen, zowel op de nieuwe hemel en aarde als hier in dit leven, maar beslissingen nemen is geen moeilijk, pijnlijk proces meer. Van kiezen tussen wat je zelf wil en wat God van je vraagt. Dat is hier op aarde toch vaak zo? Wat moet ik doen? Dit vind ik leuk, maar dat wil God. Dat kost bergen energie. En daar wil God ons van bevrijden. Die bevrijding zal compleet zijn in de hemel. Omdat je wil dan samenvalt met die van God. Maar die bevrijding mag in dit leven al beginnen. ‘Ik begin de eeuwige sabbat in dit leven’ zegt v/a 103. Dat gebeurt als je wil nu al steeds meer gelijk gaat lopen met die van God. Hoe gebeurt dat dan? Hoe kun je daar aan werken? Hé, ‘werken’, daar komen al die activiteiten in beeld! Om je wil steeds meer gelijk te gaan laten lopen met die van God -zodat je geweten tot rust komt, zodat je gemakkelijker beslissingen kunt maken met God- moet je naar de kerk komen! Moet je naar Gods Woord luisteren waarin je gezegd wordt dat alles al voor je volbracht is. Moet je God aanroepen in gebed en Hem vragen om zijn Geest en kracht. Moet je goed opletten bij doop en avondmaal, de onderstreping van Gods woorden. En moet je de armen christelijke barmhartigheid bewijzen. Precies die 5 werkwoorden van het ten eerste.

 

Maar ook die allereerste zin van v/a 103 wordt nu duidelijk. Er moet om jou naar de kerk te kunnen laten gaan gezorgd worden voor het in stand houden van de ‘dienst des Woords’. Daarmee worden de kerkdiensten bedoeld. En om dominees op de preekstoel te hebben moeten dus ook de scholen, de theologische opleidingen, blijven bestaan. De Theologische Universiteit in Kampen. Maar ook al die andere predikantsopleidingen wereldwijd.

 

Samengevat, hoe wordt het doel van het 4e gebod bereikt: rust, eeuwige rust in je leven? V/a 103 laat het van boven naar beneden zien. Stap 1 is: wanneer er theologische opleidingen zijn wordt de voortgang van kerkdiensten gewaarborgd. Stap 2 is dat je naar die kerkdiensten gaat en dat je daar allerlei activiteiten doet: luisteren, gebruiken, aanroepen, bewijzen. Stap 3 is dat er iets gebeurt in onze levens, namelijk dat er uit het evangelie geleefd gaat worden. Het evangelie dat zegt: Het is volbracht. Christus heeft het voor jou volbracht. En daarom is er voor jou rust!

 

Ik werk in het vervolg van de preek nu twee gedachten uit, en de eerste is:

Het evangelie geeft rust

Want, oprecht, gebleken geloof, geeft rust voor God.

 

Het evangelie geeft rust. Ja maar niet in de zin dat je ervan in slaap valt! Wie slaapt tijdens de kerkdienst ontvangt geen rust. Misschien wel voor je lichaam. Je vermoeide hoofd. Je vermoeide ledematen. Wat is er veel dat ons opjaagt. Werktijd en vrije tijd lopen steeds meer in elkaar over. Onderwijs en opleiding leggen een grote druk op jongeren. Velen van ons komen elke week weer tijd tekort. En dan kun je met de zondag twee kanten op. Of je baalt dat je die dag ook nog eens kwijt bent. Of je bent juist blij dat je in alle drukte een dag vrij krijgt! Een dag waarop je niet hoeft te werken. Van wie niet? Van God niet! Met het vierde gebod beschermt God de mens tegen zichzelf. Maar als je niks doet dan blijft je werk toch gewoon liggen? Ja dat is waar. Maar je vertrouwt toch op God?

 

Daarmee komen we bij een diepere laag. God wil de mens rust geven van zijn dagelijks werk. Rust voor ons lichaam. Rust voor ons vermoeide hoofd. Spieren die zich een dag mogen ontspannen. Onze agenda mag dicht blijven. Maar op een dieper niveau wil God de mens rust geven van zorg. Zorgen. Zorgen voor zichzelf. God wil dat je je nu eens even niet druk maakt. Veel mensen ervaren rust als: het gevoel dat alles van je afvalt. Je hoeft even helemaal niks meer. Maar dat is een gevoel dat je gegeven moet worden. Want je kunt wel een hele zondag niets doen of een lange vakantie hebben maar toch nog diep van binnen onrustig zijn. En misschien kun je het niet eens benoemen wat jou van binnen onrustig maakt. Soms weet je het ook wel. Het gaat hier over je diepste binnenste. Je ziel. Hoe is het gesteld met de rust in je ziel? Onderzoek dat maar. Probeer dingen te benoemen. Waar komt die onrust vandaan om altijd maar door te gaan? En wanneer je dat onderzoekt bedenk dan dat God juist ook daar rust wil brengen, in je ziel. Jezus zegt: ‘Kom naar Mij, allen die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal Ik jullie rust geven.’

 

Jezus heeft het dan over de rust van de herstelde relatie met God. Gaat daar ten diepste niet alle onrust op terug? Dat het niet goed zit tussen God en ons sinds de zondeval? Het is de onrust van het alleen zijn, wat kan een gesprek met iemand die je vertrouwt je soms al rustig maken. Het is de onrust van het meedragen van geheimen, wat kan er een last van je afvallen als je het deksel niet langer krampachtig hoeft dicht te houden. Het is de onrust van de onzekerheid: hoe kijkt God naar mij? Nu en straks in zijn oordeel? En juist wanneer je rust neemt op zondag omdat je niet werkt en je tot stilstand komt, juist dan kunnen deze vragen met kracht op je afkomen.

 

Maar als je dan naar de kerk gaat hoor je dat er genade voor je is en vrede. Je hoort dat gelijk aan het begin van de dienst, je hoort het in de schriftlezing, en dat wordt dan uitgewerkt in de preek, je zingt erover in psalmen en liederen, we vragen erom in ons gebed, en je ontvangt het in de zegen aan het einde van de dienst, wanneer je daar gelovig amen op zegt. En die genade en vrede van God geeft rust. Dat is de rust van Jezus: ‘Kom naar Mij, allen die vermoeid zijn en onder lasten gebukt gaan.’ Door geloof in Jezus deel je in zijn gerechtigheid. Die gerechtigheid betekent dat het weer goed is tussen God en jou. En die gerechtigheid brengt een enorme rust in je leven. In Jesaja 32:17 staat dat gerechtigheid vrede sticht, dat ze rust en vertrouwen brengt voor altijd.

 

God zegt dus: mijn evangelie van gerechtigheid door Christus geeft rust. Voor altijd. Waarom zegt God dat? Ja omdat Hij ons die rust gunt. En omdat Hij weet dat je alleen zo leven kunt. Leven in continue stress is geen leven. Maar leven met onzekerheid naar God toe ook niet. De apostel Johannes leert ons hoe we rust vinden bij God. Dat is in 1 Johannes 3:19-20. Johannes zegt daar iets heel moois. Lees maar weer even mee. Hij zegt: ‘Dan’ -wanneer we de medemens niet alleen liefhebben met woorden, maar ook echt met daden, vers 18- dan, wanneer we dat doen, ‘dan weten we dat we voortkomen uit de waarheid, en kunnen we met een gerust hart voor God staan. En zelfs als ons hart ons aanklaagt: God is groter dan ons hart, Hij weet alles!’ Wat Johannes hier zegt is dit: Wanneer je vruchten van geloof in je leven opmerkt, concludeer dan dat dit Gods werk in je is. Concludeer dan dat je voortkomt uit de waarheid. Dat je leven rust op de waarheid dat er maar ‘één God is, en maar één bemiddelaar tussen God en mensen, de mens Christus Jezus, die zichzelf gegeven heeft als losgeld voor allen’ - om het met de woorden van 1 Timoteüs 2:5-6 te zeggen. Als je weet dat dit geldt in je leven dan kun je met een gerust hart voor God staan. Oftewel: oprecht, gebleken geloof, geeft rust voor God! En zelfs wanneer je dan bange momenten hebt, we zijn en blijven immers mensen, zelfs op bange momenten, wanneer de onberedeneerde angst je overvalt, mag je bedenken ‘dat God groter is dan ons hart, meer is dan ons hart, Hij weet alles’. Dat betekent niet dat Gods oordeel strenger is dan het onze maar dat het veel objectiever is, en dus juister dan ons eigen oordeel. De apostel Johannes wil dat we kijken naar wat ons geloof uitwerkt en dat we kijken naar God. Oprecht geloof, dat blijkt uit daden, geeft rust voor God. Want je weet: God beoordeelt mij op de gerechtigheid van Christus. En wat is die groot! Zijn gerechtigheid is volmaakt.

 

Dus het evangelie geeft rust. Dat was de eerste gedachte van deze preek. De tweede is nu:

Maak je daarom druk om je eeuwige rust!

Dat klinkt tegenstrijdig, maar dat is ook de bedoeling. Het evangelie geeft rust, maak jij je daarom druk om die rust!

 

Eerst over die tegenstrijdigheid. Soms kan het nodig zijn om je eerst flink in te spannen voor je rust kunt vinden. Denk aan een lange autorit op weg naar je vakantiebestemming. En dan heb ik het nog niet eens gehad over de drukte van het inpakken van alles, het schoon achterlaten van je huis, en het wegbrengen van de huisdieren. Voor het ontvangen van de rust van het evangelie zul je je ook moeten inspannen. Je moet je ervoor klaarmaken om die rust te kunnen ontvangen. Dat houdt in dat je tijd maakt. De boodschap van eeuwig heil kun je niet eventjes tussen de bedrijven door aanhoren. Daar is tijd voor nodig. En concentratie. Om dat ook op je leven te betrekken. Om je diepste gevoelens door die boodschap te laten raken.

 

Misschien zeg je: Maar ik weet allang dat het goed zit tussen God en mij. Oké, jij hebt je rust al gevonden. Je maakt je niet druk. Gefeliciteerd. Ik geloof, zeg je, en dan is het toch goed? En dat klopt, als je gelooft is het goed. Maar let op, het kan ook een valse gerustheid zijn! Je denkt dat het wel goed zit. Op een gemakkelijke manier. Dat is het kenmerk van die valse gerustheid. Voor het ontvangen van de rust van het evangelie moet je je heel erg inspannen. Waarom? Omdat die rust zo haaks staat op alles wat sinds de zondeval onze natuurlijke houding is. De rust van het evangelie ontvangen in je leven kost strijd. En die rust vasthouden in je leven kost ook strijd. Als je die strijd niet herkent, als je geen moeite hoeft te doen voor het ontvangen van de rust van het evangelie in je leven, onderzoek jezelf dan nog eens goed. Leef je bij de rust van het evangelie of leef je met een valse gerustheid? Leven uit de rust van het evangelie houdt in -met de woorden van v/a 103- dat je merkt dat je steeds meer ‘je slechte werken gaat nalaten, en de Here door zijn Geest in je laat werken’. Onderzoek jezelf, of dat gebeurt.

 

Maak je dus druk voor je eeuwige rust. Dat is ook de boodschap van Hebreeën 4:11. Daar staat: ‘Laten we dus alles op alles zetten om te kunnen binnengaan in die rust. En laten we voorkomen dat er ook maar iemand het voorbeeld van het ongelovige Israël volgt, dat het beloofde land niet in mocht vanwege zijn ongehoorzaamheid.’ Wij worden dus opgeroepen om alles op alles te zetten. Een hele sterke uitdrukking. Je inspannen om rust te krijgen, dat is wat het evangelie ons leert. Ja want ons geloof moet gevoed worden. En bemoediging in de strijd hebben we nodig. En gebed hebben we nodig. Maar levend uit dit geloof loopt je weg naar de eeuwige rust. Die Christus al verdiende. Dat geeft werkelijk rust. Ga dus naar de kerk. Lees veel in de bijbel. Bid om de heilige Geest. Probeer het evangelie te begrijpen en toe te passen op je leven. Geef geld voor de kerk en voor de theologische universiteit. En bedenk: kerkdiensten geven pas werkelijk rust als je je heel actief opstelt! Amen.