Het evangelie van de Openbaring

16 september 2018

De onthulling van de hemelse werkelijkheid van dit moment is bemoedigend voor de kerk: Jezus regeert en overwint.

Lezen: Openbaring 1 en 19:11-20:10

Tekst: Openbaring 1 en 19:11-20:10

Ik kan me voorstellen dat je je zo nu en dan afvraagt in wat voor tijd je eigenlijk leeft. Het klimaat verandert in hoog tempo. In de politiek is de leugen normaal geworden. De economie bepaalt alles. De digitalisering zit al bijna letterlijk onder onze huid. Robots beginnen ons leven over te nemen. In wat voor tijd leven wij?

 

Leven wij in de eindtijd?

Deze dingen kunnen je bang en onzeker maken. In films is het misschien nog grappig en spannend, maar wie zegt dat het niet echt mis gaat op deze wereld? Leven wij misschien in de eindtijd? Komt Jezus bijna terug en gaat deze aarde dan ten onder in een waanzinnige ramp of een wereldwijde oorlog?

 

Veel mensen grijpen voor een antwoord op die vraag naar het boek Openbaring. Want dat zou beschrijven wat er aan het einde van deze wereld gaat gebeuren: rampen, oorlogen, aardbevingen, epidemieën, ontsporende machthebbers. Kun je de dingen die je in het boek Openbaring leest toepassen op wat wij nu meemaken? En wat zegt dat boek dan over deze dingen, wat zegt God daarover?

 

Vaak wordt het boek Openbaring gelezen als een boek over de toekomst. Een boek over het wereldeinde. Het Griekse woord voor Openbaring is Apocalyps. In de oorspronkelijke Griekse boekrol staat dat woord boven dit boek. In het Nederlands kennen we dat woord ook en dan gaat het altijd over het wereldeinde. Iets kan ‘apocalyptische’ vormen aannemen, dan bedoelen we een situatie waarin de wereld ten onder lijkt te gaan in bijvoorbeeld een atoomoorlog of een wereldwijde superorkaan.

 

Onthulling

Maar dat woord apocalyps betekent letterlijk: onthulling. Zoals je een standbeeld of een schilderij onthult. Iets is bedekt met een doek, en dat doek wordt weggetrokken en dan zie je het standbeeld of schilderij. Die betekenis heeft het woord ook als het gaat over het boek Openbaring (gelukkig staat dat woord in onze Nederlandse Bijbels boven dit boek, en niet ‘eindtijd’ of ‘over de eindtijd’). Onthulling en openbaring liggen dicht bij elkaar. Wij kunnen zeggen dat iets een openbaring voor ons is. Dan bedoelen we: nu zie ik opeens hoe het zit. Stel dat er geheime stukken uit het Witte Huis naar buiten komen over hoe de dingen daar gaan, en opeens vallen voor jou de puzzelstukjes op hun plek. Er gaat een wereld voor je open.

 

Dat is precies wat er gebeurt in het boek Openbaring. Er gaat een wereld voor je open. Namelijk de hemel. Johannes krijgt een blik in de hemel (4:1) en wij mogen meekijken. Maar wat je ziet is niet de toekomst maar de werkelijkheid van dit moment. De hemelse werkelijkheid wordt aan ons onthuld. Openbaring is niet zozeer een boek over de toekomst maar over hoe het nu in de hemel is. Dat is de aard van dit boek: onthullend. En die hemelse werkelijkheid heeft betekenis voor de aarde. Hoe God vanuit de hemel naar de aarde kijkt is van doorslaggevende betekenis. Een paar voorbeelden: de werkelijkheid van onze wereld -gezien door Gods ogen- is dat niet de machtigen op aarde regeren, maar zijn Zoon Jezus Christus. Gods volk, de kerk, lijkt hier op aarde onbetekenend, maar de hemel kent hen grote eer en waardering toe. Vanuit ons gezien lijkt er boven de wolken niets te zijn, maar in de hemel is het een grote bedrijvigheid van heen werken naar de bruiloftsdag van Christus. Het boek Openbaring onthult dit.

 

De term eindtijd slaat in de bijbel op de hele tijd tussen Pinksteren en wederkomst. Dus ja, wij leven in de eindtijd. Maar de eindtijd duurt al tweeduizend jaar. De bijbel zegt zelfs dat de eindtijd begonnen is met de komst van Jezus. De apostel Petrus schrijft over Jezus: ‘Al voor de grondvesting van de wereld is hij door God uitgekozen, en nu is hij, aan het einde van de tijd, verschenen omwille van u’ (1 Petrus 1:20, zie ook Efeziërs 1:9-10 en Hebreeën 9:26). De eindtijd is de tijd waarin er nog maar één ding moet gebeuren en dat is de wederkomst van Jezus en de vestiging van zijn vrederijk op aarde. De eindtijd wordt gekenmerkt door rampen, oorlogen, aardbevingen, wereldwijde ellende. Maar dat is er geweest vanaf het allereerste begin. En al die twintig eeuwen door is dat er geweest. Nu niet meer dan toen. Ik geloof dan ook niet dat de huidige tijd aanleiding geeft om te denken dat de wederkomst van Jezus heel dichtbij is. Die momenten zijn er vaak genoeg geweest in de geschiedenis, dat mensen dat dachten. En Jezus kan vandaag nog terugkomen, ‘als een dief in de nacht’, zegt de bijbel (1 Tessalonicenzen 5:1-2, 2 Petrus 3:10, Openbaring 3:3 en 16:15). Je weet het dus niet. De tekenen van de tijd (Matteüs 16:3) willen je aansporen om er rekening mee te houden, die tekenen zijn niet om mee te gaan rekenen.

 

Maar zegt Openbaring 1:1 niet dat dit boek gaat over ‘wat er binnenkort gebeuren moet’? Een term die je opnieuw tegenkomt in hoofdstuk 4:1. Daar wordt beschreven dat er een deur opengaat in de hemel waardoor Johannes naar binnen kan kijken. Johannes krijgt te horen: ‘Kom hierboven, dan laat ik je zien wat er hierna gebeuren moet.’ Is Openbaring dan toch een boek over de toekomst? Deels, vanaf ergens in hoofdstuk 15/16. Eigenlijk kun je dat niet eens precies aanwijzen. Het boek Openbaring is niet chronologisch opgebouwd. Het is niet een beschrijving van nu naar de toekomst. Het is veel meer die hemelse blik op alles wat er op aarde gebeurt. De hemelse werkelijkheid van dit moment wordt ons onthuld. En dan zie je bijvoorbeeld in hoofdstuk 21 ‘een nieuwe hemel en een nieuwe aarde’ (vers 1) en ‘het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel neerdaalt’ (vers 2). Dat is de hemelse werkelijkheid van dit moment. In de hemel kan dit al als een feit worden bezongen. Het woord binnenkort in Openbaring 1:1 betekent dan ook: onvertraagd, ononderbroken. God is met al deze dingen bezig en Hij zal niet rusten voor het klaar is.

 

    Jezus zoals Hij werkelijk is (Openbaring 1)

Wat ik nu wil doen is de structuur van het boek Openbaring laten zien omdat dit kan helpen om het boek te begrijpen. Hoofdstuk 1 beschrijft Jezus zoals Hij in werkelijkheid is. Nu, op dit moment. Het is duidelijk dat hoofdstuk 1 niet over de toekomst gaat. Wij kennen Jezus vanuit de evangeliën, Matteüs, Marcus, Lucas en Johannes. Hij is een mens die eet en drinkt, die honger en dorst kan hebben, die zich verplaatst per boot of te voet. Maar Openbaring 1 laat zien hoe Jezus werkelijk is. Een overweldigende, overdonderende, indrukwekkende verschijning. Zoals Hij hier beschreven wordt, zo zou je aan Hem moeten denken. Dit is hoe Jezus echt is. Hij ziet eruit als een mens, met een lang gewaad en een gouden band om zijn borst. Zo gingen priesters en koningen gekleed. Dat is wat Jezus in werkelijkheid is: priester, en koning. Zijn gezicht en haar zijn intens wit, zijn ogen als een vlammend vuur, zijn voeten gloeien als verhit brons. Zijn stem klinkt als het geluid van neerdonderend water. Al die dingen wijzen op zijn macht, zijn volmaaktheid, zijn heiligheid. Uit zijn mond komt een scherp zwaard, sterren heeft hij in zijn hand, zijn gezicht schittert als de zon. Het totaalbeeld is er een van overweldigende majesteit. Zo was Hij ook al toen Hij op aarde was, maar er zat als het ware een doek overheen. Als bij een standbeeld dat nog onthuld moet worden. Je zag iets van de vormen door het doek heen, bijvoorbeeld toen Jezus met macht en majesteit tussen mensen doorliep die Hem van een rots wilden gooien (Lucas 4:30, denk ook aan Johannes 18:6). Maar Jezus’ ware gedaante wordt beschreven in Openbaring 1.

 

    De werkelijkheid van de 7 gemeenten (Openbaring 2-3)

Na hoofdstuk 1 komen de hoofdstukken 2-3, die bevatten de zeven brieven aan de gemeenten in wat nu zuidwest Turkije is. Vanuit ons gezien gaat dit over het verleden. In de tijd dat Openbaring geschreven werd ging het over het heden. Tegelijk kun je zeggen: die brieven beschrijven hoe Jezus vanuit de hemel naar die gemeenten kijkt. Hij ziet hoe het werkelijk is in die gemeenten. En dan zijn dingen slechter dan ze lijken maar er zijn ook dingen die beter zijn dan ze lijken.

 

    De werkelijkheid van deze wereld (Openbaring 4-16)

Vervolgens komt het hart van het boek Openbaring, dat zijn de hoofdstukken 4-16. De structuur binnen die hoofdstukken wordt gevormd door de beschrijving van 7 zegels, 7 bazuinen en 7 schalen. Het openen van de 7 zegels laat zien hoe God zich klaarmaakt om te oordelen, het blazen op de bazuinen laat zien hoe God zijn oordeel aankondigt, het uitgieten van de 7 schalen is de uitvoering van het oordeel. Je zou kunnen zeggen: dat is de werkelijkheid van de wereld waarin wij leven. Zo kijkt God vanuit de hemel tegen de aarde aan. Wat in deze hoofdstukken beschreven wordt gaat niet over de toekomst maar over de hemelse werkelijkheid van dit moment. Behalve dan die laatste bazuin en het oordeel zelf, dat moet nog plaatsvinden. Maar de werkelijkheid van alles wat in deze hoofdstukken beschreven wordt, is in de hemel al realiteit.

 

    De werkelijkheid van de twee samenlevingen (Openbaring 17-22)

Dan blijven over Openbaring 17-22, in die hoofdstukken wordt de val van Babylon beschreven en de heerlijkheid van het nieuwe Jeruzalem. Babylon staat voor de samenleving die God heeft afgezworen, het nieuwe Jeruzalem is de samenleving die door God gevormd wordt, waarin Hij centraal staat en waarin Hij aanbeden wordt. Je zou kunnen zeggen dat deze hoofdstukken over de toekomst gaan, toch zijn er ook al elementen die nu gebeuren. Bijvoorbeeld de zelfvernietiging van de samenleving die God heeft afgezworen.

 

De hemelse werkelijkheid als evangelie

Wat is nu het evangelie van het boek Openbaring? Ik heb iets gezegd over de aard en de structuur van het boek, maar wat is het evangelie van dit boek? De blijde boodschap is dit: de hemelse werkelijkheid is dat Jezus regeert en overwint. Allebei in de tegenwoordige tijd. Dat doet Hij nu, regeren en overwinnen. Dat is bemoedigend voor de kerk. Het boek Openbaring wil je bemoedigen: ook al lijkt het erop dat allerlei machten vrij spel hebben in deze wereld, Jezus staat daar boven in grote macht en majesteit. Als de koning van Psalm 2: ‘Wat drijft de volken, wat is de waanzin toch die zij beramen? Die in de hemel is gezeten lacht, Hij spot met hen die spotten met zijn macht.’ En ook al lijkt het erop dat het kwaad onuitroeibaar is, Jezus overwint het. Nog voor er daadwerkelijk één strijd gestreden moet worden, neemt Jezus zijn tegenstanders gevangen en wordt de satan opgesloten en uitgeschakeld (maar dan zijn we bij hoofdstuk 19-20, daar zal ik straks meer over zeggen). De kern van het boek is dat Jezus regeert en overwint. En Jezus regeert geduldig. Openbaring is het boek van Gods geduld, het ontbreekt me nu aan tijd om dat te laten zien, maar het is op allerlei punten aan te wijzen, telkens is er nog ruimte voor bekering. Er valt ook nog veel meer te zeggen over het oordeel, over de noodzaak daarvan. Wij staan niet zo gauw te juichen bij het oordeel van God, in het boek Openbaring gebeurt dat aan de lopende band. Hoe kan dat? Het boek Openbaring laat zien dat het oordeel van God ruimte maakt voor aanbidding. Daar gaat het uiteindelijk om: aanbidding. Het boek Openbaring staat vol met liederen en liturgie en eredienst.

 

Nu naar hoofdstuk 19-20, want ik moet het nog hebben over die 1000 jaar. Je merkt dat ik de term ‘duizendjarig rijk’ vermijd, want dat staat nergens in de bijbel (soms alleen in de kopjes die de uitgever erboven heeft gezet, maar die horen niet bij de Bijbeltekst zelf). De hoofdstukken 19-20 beschrijven de macht van Jezus bij zijn eindoverwinning. Ik laat eerst nog even zien welke plek hoofdstuk 19-20 innemen in het geheel van 17-22, die hoofdstukken over de val van Babylon en de heerlijkheid van het nieuwe Jeruzalem. Het middengedeelte daarvan beschrijft Jezus’ macht bij zijn eindoverwinning, dat is 19:11-21:8. Dat deel is weer onder te verdelen in vier stukken: Jezus rekent af met het beest, Jezus rekent af met de satan, Jezus rekent af met de dood en het dodenrijk, en de intrede van Jezus’ volmaakte rijk. Het verhaal over die 1000 jaar zit in het stukje ‘Jezus rekent af met de satan’ (20:1-10). En dan worden er grote woorden gebruikt om Jezus’ overmacht heel erg duidelijk te maken en om satans ondergang op zijn aller scherpst te tekenen. Vers 1-3 beschrijft hoe satan vastgebonden wordt. Die binding is volkomen en volledig. Zoals wij kunnen zeggen ‘in geen duizend jaar’ en dan bedoelen: helemaal nooit, zo vat ik die term op in Openbaring 20. Als een term die volkomenheid en volledigheid aanduidt. Denk ook aan het gezegde ‘duizend doden sterven’, wat betekent: enorme angsten uitstaan. Het zit ook in het tweede gebod: als de kinderen God liefhebben en doen wat Hij gebiedt, bewijst God hen zijn liefde tot in het duizendste geslacht. Dus Jezus toont zijn macht door op de dag van zijn oordeel de satan volledig klem te zetten. In de verzen 4-6 lees je vervolgens hoe Jezus zijn macht toont door de slachtoffers van satan te verhogen: de martelaren heersen samen met Hem. Het contrast is heel sterk: de vervolger is klem gezet, de vervolgden regeren, een gevangenisstraf waar satan in geen 1000 jaar uitkomt, naast een regeringstijd van wel 1000 jaar. Het getal 1000 is symbolisch, net zoals bijna alle getallen in Openbaring: de drie series van 7, het getal 666, de 144.000. Het zou gek zijn om hier opeens de 1000 jaar letterlijk te lezen. In de verzen 7-10 eindigt de tekening van Jezus’ overmacht dan met een ‘duizendklapper’: satan wordt losgelaten om vervolgens definitief ten onder te gaan in Gods vuur, struikelend over zijn eigen blinde woede.

 

Hoe moet je het boek Openbaring lezen?

Die vraag was de aanleiding voor deze preek. Lees dit boek vanuit wat je te zien krijgt: de hemelse werkelijkheid van Jezus’ koningschap en overwinning. Ga niet allerlei dingen uit het boek Openbaring proberen te koppelen aan gebeurtenissen in deze wereld. Alsof president Trump nu opeens het beest is of de vrije markt een hoer. Volgens mij schiet je daar niks mee op en is het een niet te bewijzen invulling. Waar je de waarheid van Openbaring wel ziet in deze wereld is in de kerk. Het nieuwe Jeruzalem is de samenleving van mensen, die door God gevormd wordt, waarin Hij centraal staat en waarin Hij aanbeden wordt. Die samenleving begint hier op aarde al in de kerk.

 

Welke plek heeft de hemelse werkelijkheid nu in jouw leven? Denk jij als je journaal kijkt: en toch, Jezus regeert! Denk jij als je het moeilijk hebt: en toch, Jezus overwint! Wat gebeurt het gemakkelijk dat de hemelse werkelijkheid bij ons uit beeld raakt. De satan en de zonde in ons brengt zoveel afleiding in ons leven dat het aardse onze blik naar beneden trekt, naar wat hier voor ogen is. Ik moet me telkens weer voeden met de hemelse werkelijkheid, anders wordt de aardse manier van kijken toch weer het sterkst in mijn leven. Gelukkig weet ik dat de Geest van Jezus sterker is. Sterker dan de zonde in mij, sterker dan de satan en sterker dan de afleiding. De Geest van Jezus wil je bevrijden van een manier van kijken waarbij je de hemelse werkelijkheid buiten beeld houdt. Dat is een noodzakelijke bevrijding. Want wel naar de hemel willen maar niet naar de hemel toeleven gaat niet. Laat je telkens weer voeden met de hemelse werkelijkheid. Bid daarom, dat de Geest dat in je werkt. In het boek Openbaring gaat het uiteindelijk om aanbidding. Eer en aanbid Jezus om wie Hij is en wat Hij doet, hoe Hij deze wereld naar het einde leidt en de hemel op aarde brengt. Iets van die hemelse werkelijkheid mogen we als kerk al uitbeelden, om zo het zicht op die werkelijkheid levend te houden in deze wereld. Amen.