Het volle zicht op de redding van Jezus

22 januari 2017

In de doop roept God je toe: Jezus’ bloed en Geest wassen je zonden weg en vernieuwen je leven, zoek daarom vandaag je behoud in Hem.

Lezen: Kolossenzen 2:6-15 en 3:1-4

Tekst: Zondag 26-27

Wat heb je aan je doop als het niet betekent dat je dus naar de hemel gaat? Automatisch. Dat is een vraag voor alle gedoopten. Doopleden en belijdende leden. Het is zelfs een vraag voor wie niet gedoopt is. Wat heeft een mens aan de christelijke doop als het niet betekent dat je dus naar de hemel gaat? Want laat niemand dat denken. Dat zou een fatale vergissing zijn. De doop belooft veel maar niet standaard toegang tot de hemel. Alleen zij worden toegelaten in de hemel van God, van wie de zonden vergeven zijn en die vernieuwd zijn door Gods heilige Geest. Is de doop dan niet de vergeving van zonden? Nee, niet de doop zelf. Dat water, dat de koster gewoon uit de kraan haalt, wast je zonden niet weg. Maar wat heb je dan aan de doop? Dan lijkt het een krachteloos teken. We maken als gemeente toch ook mee dat gedoopten God en de kerk de rug toekeren?

 

Verbonds- of geloofsdoop

De volwassen- of geloofsdoop lijkt veel krachtiger te spreken. Daarom laten sommige ouders hun kinderen niet dopen. Het lijkt deze ouders beter dat hun kinderen later zelf voor God kunnen kiezen. Want dat wordt vaak beleefd als het zwakke punt van de kinderdoop, dat zij die als kind gedoopt zijn geen prikkel meer zouden hebben om voor God te kiezen. God koos toch al voor jou? Dus die relatie is er al. Bij de geloofsdoop, de doop die je ontvangt na je geloofsbelijdenis, speelt dit aspect wel. Immers zolang je niet gedoopt bent ga je door het leven zonder speciale band met God - lijkt het. En dat is een forse prikkel om te gaan kiezen voor God. Daarom is de geloofsdoop vaak ook zo’n uitbundig feest: nu is de band met God een feit.

 

Maar heeft een kind dat wel wordt opgedragen maar niet gedoopt geen relatie met God? Verbindt God zich niet met zo’n kind dat geboren wordt uit gelovige ouders? Gelukkig wel. God zegt dat Hij zich verbindt met de kinderen van de gelovigen. Die verbinding is er toch ook in de drie, vier weken voordat wij onze kinderen laten dopen? Ik denk dat mensen langs twee lijnen bij de volwassendoop uitkomen. De eerste is dat de doop van inhoud verandert. In plaats van dat de doop een onderstreping is van Gods spreken: ‘Ik verbind me aan jou’, wordt het een onderstreping van het spreken van de dopeling, zijn belijdenis. Een tweede lijn is deze: in plaats van dat God kiest voor de mens moet de mens kiezen voor God. Maar laten we wel wezen, als dat zo was dan zou deze kerk op dit moment leeg zijn.

 

Overschatting en onderschatting van de doop

Wat is nu de kracht van de Bijbelse doop? De verbondsdoop. Een doop die je kunt ontvangen als kind, maar als je pas later tot geloof komt, ook als volwassene. Zondag 26-27 zeggen: de doop zelf is niet de afwassing van de zonden. Wie die kracht aan de doop toeschrijft overschat het sacrament. Daarvoor wil de Catechismus waarschuwen. De doop heeft geen magische werking. Uit de roomse zendingsgeschiedenis zijn verhalen bekend dat soms hele dorpen bij aankomst van de zendelingen gedoopt werden en dat pas daarna het onderwijs begon. Dan waren de mensen in ieder geval gedoopt en dat scheelde toch weer een heel stuk mocht iemand overlijden. Een zelfde magisch denken speelt ook een rol wanneer Nederlandse ouders die zelf bijna niet meer naar de kerk gaan hun kinderen toch willen laten dopen.

 

De Catechismus waarschuwt niet alleen voor overschatting van het sacrament van de doop, je kunt de betekenis van de doop ook onderschatten. Wat heb je er eigenlijk aan? Maakt het echt uit of ik gedoopt ben?

 

De doop onderwijst en bekrachtigt

Maar dan zegt de Catechismus: de doop is niet onbelangrijk of krachteloos. Nee, de doop is onderwijs en de doop is een bekrachtiging. Waarvan? Van wat God zegt. Waarom doet God dat? God zegt iets, Hij belooft ons iets, maar Hij maakt dat ook zichtbaar. Artikel 33 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt daarover: ‘Wij geloven dat onze goede God, omdat Hij met ons onverstand en de zwakheid van ons geloof rekening houdt, voor ons de sacramenten heeft ingesteld.’ Dus vanwege onze traagheid van begrip en zwakheid in het geloof ontvangen we de doop. De doop is een goddelijk hulpmiddel, ik zou zeggen: dat moet wel werken. Verderop in artikel 33 staat: ‘door middel van onze zintuigen wil God ons des te beter duidelijk maken, zowel wat Hij ons door zijn Woord vertelt, als wat Hij van binnen in ons hart doet.’ Dat eerste hebben wij vaak wel in beeld, de doop onderstreept Gods woorden. God zegt: ‘Ik wil je leven schoonwassen’, en dat zie je ook uitgebeeld. Maar over dat tweede moeten we niet heen lezen, daarvoor is het veel te mooi. De doop maakt ons ook duidelijk wat God van binnen in ons hart doet. De doop maakt niet alleen de hoorbare woorden van God zichtbaar, de doop onthult ook het onzichtbare werk van God in ons hart. God werkt in het hart van de gedoopten. Hij werkt vergeving en vernieuwing. Hoe? Zondag 26-27 zeggen: door het bloed en de Geest van Jezus. Dat is de kracht van de doop, de doop onderwijst en bekrachtigt: Jezus’ bloed en Geest wassen je zonden weg. Niet het water van de doop doet dat, dat zou overschatting van de doop zijn, maar Jezus’ bloed en Geest doen dat. De doop wijst je daarop en verzekert je daarvan. Een doop die daarom ook niet onderschat mag worden.

 

    Niet het water, maar Jezus’ bloed en Geest

Je zou komende week ook artikel 34 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis eens moeten doorlezen. Daarin staat: ‘Wij worden niet door het water als zodanig van onze zonden gereinigd, maar door de besprenkeling met het kostbaar bloed van de Zoon van God.’ En: ‘het bloed van Christus bewerkt dat in onze ziel door de Heilige Geest.’ Denk daarbij aan Hebreeën 9:14 waar staat dat ‘het bloed van Christus ons geweten reinigt van daden die tot de dood leiden, en het heiligt voor de dienst aan de levende God.’ Nog korter staat het in 1 Johannes 1:7 en Openbaring 1:5: ‘het bloed van Jezus reinigt ons van alle zonden’.

 

Dit is natuurlijk niet nieuw. Wanneer we avondmaal vieren hoor je het ook: ‘Gedenk en geloof dat het lichaam van onze Here Jezus gegeven en zijn bloed vergoten is, om al onze zonden volkomen te verzoenen.’ Op grond van Jezus’ dood aan het kruis ontvangen wij vergeving van zonden. Omdat Hij ten onder ging mogen wij blijven leven. Kolossenzen 2:12 zegt: ‘Toen u gedoopt werd bent u immers met Hem (Jezus) begraven.’ Onze doop heeft alleen betekenis door Jezus’ dood. De oorspronkelijke betekenis van het Griekse woord dopen heeft te maken met een schip. Niet dat je een fles champagne tegen de boeg gooit om het een behouden vaart toe te wensen, nee, een gedoopt schip is in het Grieks een vergaan schip. Een gedoopt schip ligt op de bodem van de zee. Vanuit dat beeld mag je als gedoopte zeggen: mijn oude mens ligt op de bodem van de zee, mijn zonden liggen op de bodem van de zee. In Micha 7:19 is juist dat een beeld voor de kracht van Gods vergeving. De profeet Micha zegt tegen de Here: ‘Onze zonden werpt u in de diepten van de zee.’

 

Na dit ‘sterven met Christus’ van je oude mens geeft God je een nieuwe mens. Daar komt de heilige Geest in beeld. Met de doop wil God je leren en bekrachtigen dat je een nieuw leven ontvangt. Maar het is de Geest, niet het water, die je dat nieuwe leven geeft. Zo zegt de apostel Paulus in 2 Tessalonicenzen 2:13 tegen de gemeente: ‘God heeft u gered door de Geest die heilig maakt.’ Het is de heilige Geest die ons vernieuwt, Hij verbindt ons aan Jezus zodat we in zijn nieuwe leven gaan delen.

 

Samenvattend: niet de doop reinigt en vernieuwt ons, maar Jezus’ bloed en Geest doen dat. Nog korter: niet de doop redt, maar Jezus. Artikel 33 Nederlandse Geloofsbelijdenis zegt over de sacramenten: ‘Jezus Christus is de waarheid er van, zonder Hem zouden zij niets zijn.’ Waarom wil Jezus ons dat leren, dat zijn bloed en Geest onze zonden wegwassen en ons leven vernieuwen? Omdat daardoor duidelijk wordt dat de doop niet meer is dan een verwijzing. Gedoopt zijn betekent niet ‘in de hemel komen’. Maar als verwijzing heb je heel veel aan je doop. De doop wijst je op het bloed en de Geest van Jezus als de zekere en betrouwbare weg tot behoud. Een weg die je iedere dag moet gaan. Niet de eenmalige doop bevrijdde je van je zonden maar dat moeten Jezus’ bloed en Geest nu doen. De doop wijst je op de noodzaak van een levend geloof. En dan denk ik: dat wil je je kind toch niet onthouden? Je kunt als ouders zelf wel tegen je kinderen zeggen: bedenk dat alleen Jezus’ bloed en zijn heilige Geest je zonden wegwassen en je leven vernieuwen, maar spreekt dat niet veel meer wanneer God zelf dat zegt? Is dat niet veel betrouwbaarder en indringender? Komt dat niet veel dichterbij?

 

De betekenis van je doop vandaag

Zo wordt ook duidelijk wat je doop betekent voor vandaag. Is het bij ons vaak niet zo dat we weinig of niks met onze doop doen? Ook al ben je God diep dankbaar dat je de doop als kind hebt ontvangen. Toch blijft het gemakkelijk iets van vroeger, van het begin van je leven. Een soort garantiebewijs dat diep in een la ligt. Dat is jammer want je doop wil zoveel meer zijn. Het wil die verwijzing zijn. Je doop roept je toe: alleen het bloed en de Geest van Jezus redden je van je zonden en vernieuwen je leven. Dan kun je dus wat met je doop, namelijk: gehoor geven aan je doop en gaan doen wat Jezus in de doop van je vraagt. Namelijk, je behoud in Hem zoeken, in zijn bloed, in zijn Geest. Doe jij dat?

 

    Geloven

Hoe zoek je je behoud in Jezus? Antwoord: door geloof. Je gelooft dat het offer van Jezus aan het kruis je zonden verzoent voor het aangezicht van God. Je gelooft dat Jezus’ bloed dat toen vloeide je zonden bedekt zodat God ze niet meer ziet. Je erkent dat dit nodig was vanwege jouw tekortschieten vandaag. Vanuit dat geloof doe je een beroep op God in je gebed, je vraagt God naar je te kijken door Jezus. En bid om de heilige Geest, dat Hij in je leven komt om je leven te vernieuwen en zo te maken zodat het in alles gaat lijken op het leven van Jezus:  op zijn liefde voor God en mensen, op zijn geduld, zijn zachtmoedigheid, zijn trouw en gehoorzaamheid. Zo zoek je je behoud in Jezus.

 

    Waar je schat is

Hoe kom je aan dat geloof en hoe hou je dat geloof vast? Door er tijd en energie in te stoppen. Door bijbel te lezen en te bidden, door mee te doen in de gemeente, door je het evangelie te laten verkondigen. Het gedeelte dat we gelezen hebben uit Paulus’ brief aan de Kolossenzen zegt: ‘houd vast aan het geloof dat u geleerd is’. Bovendien, zegt Paulus, u bent één met Christus. U bent besneden, geestelijk. Dat wil zeggen: de angel van de zonde is al uit je leven weggesneden. De satan heeft geen macht meer over je. Je leven is al overgegaan van satan naar Christus, van de dood naar het leven. De doop markeert die overgang. Vers 15 zegt dan: ‘zo heeft God zich van satan en zijn machten ontdaan, Hij heeft hen openlijk te schande gemaakt en in Christus over hen getriomfeerd.’ In Kolossenzen 3:1 sluit Paulus daar op aan met: ‘Als u nu met Christus uit de dood bent opgewekt, streef dan naar wat boven is, waar Christus zit aan de rechterhand van God. Richt u op wat boven is, niet op wat op aarde is.’ Wie zijn behoud in Jezus’ bloed en Geest wil zoeken moet zich richten op wat boven is, niet op wat op aarde is. Jezus zegt: ‘Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.’

 

    Memobriefje

De doop zet je aan het werk. In plaats van dat je denkt: wat moet ik nou met mijn doop, mag je merken: zo kan ik wat met mijn doop. Je doop wil niet iets van vroeger zijn, maar levend en aanwezig in je bestaan. Je doop wil niet alleen het startpunt zijn van je leven, maar het startpunt van elke dag. Je doop zegt iedere ochtend: zoek ook vandaag je behoud in Jezus’ bloed en Geest. Lees daarom in je bijbel, bid, geloof en leef zoals Jezus dat van je vraagt. Laat je doop als een memobriefje zijn op de binnenkant van je slaapkamerdeur met daarop: zoek ook vandaag je redding in Christus. De doop is onderwijs: Jezus redt. De doop is een bekrachtiging van dat onderwijs: je bent al overgegaan naar het kamp van Jezus. Dat mogen wij ook geloven voor onze kinderen. Dat is ontzettend troostvol: zij die gedoopt zijn staan al aan de kant van het eeuwige leven. Voor wie niet gedoopt is en hier vanmiddag zit klinkt bij deze preek het woord van de apostel Petrus: ‘Keer u af van uw huidige leven en laat u dopen onder aanroeping van Jezus Christus om vergeving te krijgen voor uw zonden. Dan zal de heilige Geest u geschonken worden’ (Handelingen 2:38).

 

Niet zoeken betekent niet vinden

Maar wat als je als gedoopte niets doet met je doop? Ik denk dat wie niet zoekt ook niet vindt. Niets doen met je doop betekent dat er ook niets met jou gebeurt. Je wordt niet gered, je wordt niet behouden. Daarom, wat doe jij met je doop? Merk je dat je de beloften die God bij de doop aan je deed gelooft? Als je niets doet met je doop loop je de vervulling van die beloften mis. Dat is zo jammer want een van de beloften van God is nu net dat wie zoekt altijd vindt, een belofte in het kwadraat.

 

Bidden om de vervulling van Gods beloften

Ga daarom na bij jezelf of jouw doop je activeert, je aan het werk zet en stimuleert om je behoud in Jezus’ bloed en Geest te zoeken. Vraag je af: bid ik eigenlijk om de vervulling van de doopbeloften? In formulier 2 voor de doopbediening staat: ‘Op grond van deze beloften behoren gelovige ouders dagelijks voor hun kinderen te bidden, en mogen zij vragen om de vervulling van die beloften van het verbond. En zij moeten hun kinderen van jongs af aan leren ook zelf daarom te bidden, in het vaste vertrouwen dat de Heer deze gebeden zal verhoren.’ Doet u dat als ouders? Heb jij dat geleerd als gedoopte? Want de heerlijke vervulling van Gods beloften ontvang je biddend. Amen.