Hoe God je leven zinvol maakt

26 augustus 2018

De mens kan de zin van het leven niet ontdekken. God wil het leven zinvol maken.

Lezen: Prediker 1:1-11, Romeinen 8:18-25

Tekst: Prediker 8:16-17

Volgens de Prediker weten wij niet wat de zin van ons leven is. Let op, dat betekent nog niet dat ons leven zinloos is. Maar wij weten het niet. In onze ogen lijkt het allemaal even zinloos: je leeft een tijdje op aarde, je doet wat dingen, je sterft en anderen nemen jouw werk over. Was het nou zinvol wat je hebt gedaan? Had een ander dat niet kunnen doen? Was de wereld echt slechter af als jij er niet was geweest?

 

Daar kun je het moeilijk mee hebben. Niet weten wat de zin van je leven is kan het moeilijk maken om elke dag uit je bed te gaan. Waar doe je het voor? Waarom zou je je inspannen? Waarom zou je gaan studeren, waarom een baan kiezen? Waarom zou je na de vakantie weer aan het werk gaan? Weer een heel seizoen werken (met daarna natuurlijk weer vakantie) maar brengt het je verder? Alles lijkt een eindeloze herhaling, en aan het eind ga je dood en het geld dat je verdiend hebt maakt een ander op.

 

Misschien heb je zelf bedacht wat de zin van je leven is. Bijvoorbeeld: zoveel mogelijk genieten. Voor veel mensen is dat het doel van het leven. Daar hoort dan bij: veel geld verdienen om het genieten mogelijk te maken. Of misschien zeg je: mijn kinderen grootbrengen, dat is de zin van mijn leven. Of, me inzetten voor de medemens of de kerk. Dat zijn mooie doelen, ze geven je leven zin. Maar dat heb je wel zelf bedacht. En heeft de Prediker niet gelijk dat ook al dit soort inzet uiteindelijk toch weer verdampt? Wat blijft er van over?

 

Volgens de Prediker kom je met die vraag uit bij God. In Prediker 8:16 gaat het nog over de mens: ‘Alles wat de mens op aarde onderneemt, wilde ik doorgronden’, zegt Prediker. Waarom doet hij wat hij doet? Waarom maken mensen zich zo druk? Maar dat roept een nieuwe vraag op: waarom heeft God de mens geschapen? Wie zich afvraagt wat de zin is van zijn of haar leven komt uit bij de vraag wat de zin is van wat God doet. Waarom liet Hij jou geboren worden? Waarom doet God wat Hij doet? Maar ook dat weten we niet, zegt vers 17. ‘De mens is niet in staat de zin ervan te vinden.’ Ook wat God doet lijkt soms zo zinloos. En ook hier geldt dat dit nog niet betekent dat wat God doet zinloos is. Wij kunnen de zin er niet van ontdekken. Prediker zegt over ons niet-weten: ‘de mens is een eenvoudig schepsel’ (7:29). En: ‘Wie en wat de mens is, werd al lang geleden vastgesteld: zijn naam is Mens en hij is niet in staat het op te nemen tegen hem die meer macht bezit dan hij’ (6:10). Wij mensen weten niet wat de zin is van ons leven. En wij weten ook niet wat de zin is van wat God doet.

 

Toch blijven mensen zoeken naar zingeving. Je wilt weten waarom je op aarde bent. Je wilt dingen doen die nuttig zijn, die blijvende waarde hebben. De zinloosheid die de Prediker beschrijft kan je aanvliegen. We hebben een deel van hoofdstuk 1 gelezen: Generaties komen, generaties gaan. De zon komt op en gaat weer onder. De wind waait en draait, en dan weer opnieuw. Rivieren stromen eeuwig naar de zee. Wat er was, zal er altijd weer zijn. Oftewel, er verandert niets. Het is op aarde één grote beweging die zichzelf telkens herhaalt en jouw leven is een onbeduidend stipje daarin. Prediker zegt: het is vermoeiend (1:8). En hij zegt zelfs: ‘ik kreeg een afkeer van het leven’ (2:17) en ‘vertwijfeling beving me’ (2:20). Dat gaat erg ver. Maar het is heel herkenbaar: keuzestress, burn-outs, midlifecrises, want wat een druk ligt er op het leven: het moet toch eigenlijk wel zinvol zijn en van betekenis.

 

Klopt dat ook? Moet ons leven van betekenis zijn? Volgens de Prediker lukt het ons niet om de zin van het bestaan te ontdekken. Als jij worstelt met de vraag wat de zin van je leven is, en daar niet uitkomt, dan heb je de Prediker aan jouw kant. Je bent maar een mens, een eenvoudig schepsel. En als je om je heen kijkt en je afvraagt waarom andere mensen daar geen of weinig last van lijken te hebben, bedenk dan dat zij zichzelf allerlei doelen hebben gesteld. Zij hebben een bepaalde zin aan hun leven toegekend: genieten, bijdragen aan de samenleving, zorgen voor de aarde, dat soort dingen. Maar je ziet de kwetsbaarheid daarvan wanneer ze daar later toch weer anders over gaan denken. Wie op latere leeftijd terugkijkt kan zich afvragen: die dingen waar ik mij mijn leven lang voor heb ingespannen, was dat het nou? De Prediker stelt je gerust: niet weten wat de zin van je leven is klopt.

 

Maar blij word je daar niet van. Eerder zei ik dat niet weten wat de zin van het leven is, nog niet perse betekent dat je leven ook zinloos is. Nu hebben we in Romeinen 8 iets gelezen dat daar wel dicht bij in de buurt komt. De apostel Paulus zegt dat de schepping ten prooi is gevallen aan zinloosheid (vers 20). Dat is gebeurd bij de zondeval. Dat veel, zo niet alles zinloos is op aarde komt door de dood. De dood maakt aan alles een einde. Door de dood is niets blijvend. Door de dood kunnen mensen niet afmaken waar ze aan begonnen. De dood breekt relaties af. De dood maakt een einde aan plannen, aan herinneringen en kennis. De dood maakt een einde aan genieten, aan bezit, aan liefde. De dood haalt overal een streep door. De Prediker beschrijft dat keer op keer in zijn boek: je leeft een tijdje en daarna treft ieder mens hetzelfde lot, je gaat dood.

 

Stopt het hier nu dan? In het boek Prediker wel. Misschien vind je het ook geen prettig bijbelboek: negatief, pessimistisch. Hoewel de Prediker wel gelijk heeft: de zoektocht naar de zin van het leven is niet gauw succesvol. Die frustratie kun je jezelf dus besparen. Wat houdt de Prediker over? Hij zegt: geniet van de dagen die je krijgt. Geniet van het leven zoals het zich aandient. Geniet zonder dat je weet wat de zin van je leven is. Prediker is niet dom. Volgens hoofdstuk 2:3 is zijn zoektocht: ontdekken wat een mens het beste kan doen in zijn korte leven op aarde.  Volgens hem is dit het antwoord: een mens is wijs als hij geniet van wat God hem geeft. Want ‘dan piekert hij tenminste niet zo veel over het luttel aantal dagen van zijn leven, maar gaat hij van ganser harte op in de vreugde die God hem toebedeelt’ (5:19).

 

Dus toch: genieten? Is dat waar je voor moet gaan op aarde? Hebben al die mensen dan gelijk die zeggen: joh, geniet gewoon, want morgen ben je dood? Nee, dat zegt de Prediker niet. Hij zegt: nu je de zin van het leven niet kunt vinden doe je er goed aan te genieten van wat God je geeft. Ik zeg niet dat dit gemakkelijk is. Er kunnen dingen zijn die je leven moeilijk maken, die het plezier en de vreugde uit je leven wegzuigen. Dat kan ook die druk zijn die je ervaart: ik moet zelf wat van mijn leven zien te maken. De Prediker zegt: dat hoeft niet. Geniet van wat God geeft aan mogelijkheden, aan contacten, aan werk en inkomen. Kijk naar wat er op je pad komt. Probeer dingen en laat ze weer los als het niks voor je is. Bedenk dat jij een mens bent, je hoeft niet meer te kunnen dan een mens. De grote problemen van het leven hoef jij niet op te lossen. Parkeer ze en leef het leven dat God je geeft.

 

Toch kan ik me voorstellen dat je hier nog geen vrede mee hebt. Hoe kun je een zinloos leven leiden misschien wel 70 of 80 jaar lang? Is het sterven dan geen verlossing, geen heerlijk einde aan een leven lang verplicht in kringetjes ronddraaien? Nee, want als de dood alles zinloos maakt op aarde, kan diezelfde dood niet tegelijk de oplossing zijn voor de zinloosheid. Het is juist omgekeerd: eeuwig leven maakt een einde aan zinloosheid. Niets van wat je doet gaat meer verloren. Relaties zijn voor altijd. Je inzet, je liefde, je herinneringen, je plannen, het bestaat allemaal voor eeuwig. Het groeit, het leeft, het bloeit. Zo was de wereld bedoeld. Zo had God de schepping gemaakt: het had zin. Maar de zonde en de dood kwamen ertussen. Jezus geeft weer zin aan het leven door de dood te overwinnen. Dat is het evangelie van Romeinen 8: er is hoop. De schepping die ten prooi was gevallen aan zinloosheid heeft hoop gekregen. Namelijk dat er een einde komt aan de afbraak van alles. Een einde aan de dood. Een einde aan onze sterfelijkheid. In 1 Korintiërs 15:14 staat: ‘Als Christus niet is opgewekt, is onze verkondiging zonder inhoud en uw geloof zinloos.’ Want de opstanding van Jezus is een garantie van de opstanding van de mens. De opstanding van Jezus betekent het einde van de macht van de dood. Vanwege de nu nog heersende dood gaat alles wat je doet voorbij, als de dood er niet meer is heeft alles eeuwigheidswaarde.

 

Misschien denk je nu: hoe kan eeuwig leven zin hebben? Ik krijg die 70 of 80 jaar niet eens gevuld met zinvolle dingen. Dat klopt, jou lukt dat niet. Net zo min als jij de dood kunt overwinnen. Wat wij mogen doen is ons de zin van het leven laten aanreiken. Door God. Wij zijn mensen, eenvoudige schepsels. Wij kunnen de zin van het leven niet vinden, wij kunnen het leven niet zinvol maken, maar zoals Jezus de dood overwint zo overwint Hij ook de zinloosheid. God zegt vanmorgen: laat je de zin van het leven door mij aanreiken. Ik wil het je geven. Ik wil je leven zin geven. Dat is bevrijdend. De mens kan de zin van het leven niet ontdekken, dat is de waarheid van het boek Prediker. Maar God reikt je de zin van het leven aan. In plaats van naar de zin van het leven te zoeken wil God dat je het uit zijn hand aanneemt. Dat je zijn aanwijzingen opvolgt, de doelen die Hij voor je leven stelt. Twee dingen zijn dat: God liefhebben en de naaste als jezelf. Ik formuleer het nu bewust vanuit de samenvatting van de wet (Matteüs 22:37-40). Maar je komt ze ook tegen op andere plaatsen en dan als keerzijde van de zinloosheid. Luister maar eens naar Romeinen 1:21. Paulus zegt daar: ‘hoewel ze (de mensen) God kennen, hebben ze hem niet de eer en dank gebracht die hem toekomen. Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos...’ Door God niet te eren en danken is de manier waarop de mens met zijn leven bezig is zinloos geworden. Draai dat eens om, God eren en danken maakt je leven zinvol. En over het tweede, de naaste liefhebben, schrijft Paulus aan Timoteüs (eerste brief, hoofdstuk 1:5-6): ‘Het doel van je opdracht is de liefde (...) Sommigen hebben zich daarvan afgewend en zijn vervallen tot zinloos gepraat.’ Wanneer de liefde niet meer het doel is blijft er zinloosheid over. Omgekeerd, het liefhebben van de medemens maakt je leven zinvol. Laat je door God aanreiken wat zin geeft aan je leven: Hem eren en je medemens liefhebben.

 

Maar zijn we de Prediker nu dan toch voorbij? Prediker zei: ‘ook al zegt de wijze dat hij inzicht heeft, ook hij is niet in staat de zin (van het leven en van Gods handelen) te vinden’. Nu denk ik dat er een verschil is tussen ‘zelf vinden’ en ‘krijgen’. Zouden wij hierop gekomen zijn, dat de zin van het menselijk leven is dat je God eert en je naaste lief hebt? Dat lijkt me niet. De vraag is nu wel: lukt het jou om het door God aangereikte levensdoel te aanvaarden? Ik merk dat ik toch liever zelf blijf zoeken. Dat ik lang niet altijd genoeg heb aan die twee. Met een rusteloosheid die de Prediker al beschrijft blijf ik zoeken naar dingen die mijn leven waardevol maken. In mijn ogen dan. Is het mijn werk? Is het geld? Is het mijn gezin? Maar is al dat zoeken naar de zin van mijn leven niet een poging om het menselijke te ontstijgen? Zegt de Prediker niet dat ik een eenvoudig mens ben die de zin van het leven nooit zal vinden? Doe ik er niet goed aan om de zin van mijn leven me door God te laten aanreiken en daar rust in te vinden? Blijven zoeken naar de zin van je leven heeft iets van willen zijn als God. Kennis willen hebben die alleen God heeft. Dat is de hardnekkige zonde van het begin die op allerlei manieren in ons bloed is gaan zitten. Als God zegt: neem nou van mij aan wat de zin is van je leven, dan doet Hij dat om ons weer mens te laten zijn. Om ons te bevrijden van dingen die te groot en te hoog voor ons zijn. Om ons te bevrijden van wat wij niet aankunnen.

 

Je ziet hoe dit mensen rust geeft. Dat ze op een hele eenvoudige manier zich in dienst stellen van God en uit zijn hand het doel van hun leven ontvangen. Dat betekent niet dat je altijd de zin ervan ziet. Soms lijkt God eren geen enkele zin te hebben. Wat levert het je op? Je eigen zin doen lijkt veel meer op te leveren. Ook het liefhebben van de naaste kan een zinloze bezigheid lijken. Lang niet altijd krijg je er iets voor terug. Wat dat betreft heeft de Prediker nog steeds gelijk: in onze ogen wordt het leven en wat we doen nog steeds gekenmerkt door allerlei zinloosheid. God ziet er wel de zin van in. Vertrouw daar maar op. En als God aan dit leven zin kan geven, dan toch ook aan het eeuwige leven? Eeuwig zinvol leven, wat een prachtig vooruitzicht. Het is volgens Romeinen 8 de hoop die christenen hebben. Een hoop die hen redt. Aan zinloosheid ga je ten onder. Als de dood het einde was kon die maar beter zo snel mogelijk komen. Hoe zou je nog echt genieten terwijl je weet dat de dood overal een einde aan maakt? Maar juist omdat Jezus de dood heeft overwonnen ontstaat er in dit leven hoop. Hoop op iets dat je nog niet ziet, zegt Paulus. Het is de hoop op een zinvol leven. Hoe en wat, we weten het niet. Het eren van God en het leven in vrede met elkaar zouden er wel eens een onderdeel van kunnen zijn, en dan op een manier dat wij daar de zin ook van inzien. Voor nu vraagt God ons vertrouwen: Hij staat boven ons leven, Hij leidt ons leven, Hij vult ons leven. Het van God verwachten en doen wat Hij van je vraagt, dat is het beste (Prediker 12:13).

 

Concreet. Hou op met zoeken naar de zin van het leven, het is een vermoeiende bezigheid. Dat vond de Prediker al. Bovendien levert het niets op. Je gaat de zin van het leven niet vinden. Probeer het los te laten.

 

Wat moet je dan wel doen? Probeer te genieten van wat God geeft. Gewoon op deze dag. Kijk niet te veel vooruit: je kent de toekomst niet, zegt de Prediker (7:14, 9:1). Kijk ook niet terug naar wat vroeger allemaal beter was (7:10). Kijk ook niet links en rechts naar de mensen om je heen, jaloers op hoe goed het hun gaat of met het idee dat ze niet verdienen wat ze hebben (7:15-18). Kijk omhoog, naar God, je leven is in zijn hand (2:24). Je vreugde, maar ook je verdriet. En doe dan wat op je pad komt (9:10). Maak keuzes als je moet kiezen, bid om Gods zegen daarover. Doe de dingen die je doet in het vertrouwen dat God zijn zegen eraan wil verbinden (11:6).

 

En het derde concrete: aanvaard de door God gegeven aanwijzingen. Eer en dank Hem, en heb de mensen om je heen lief. Dan heb je genoeg te doen. Levensvulling voor iedere dag. Levensvervulling voor je bestaan op aarde. Wie zo leeft zal eens zien waar hij nu nog op hoopt: de verlossing van ons sterfelijk bestaan, het einde van alles wat nu nog zinloos is. Amen.