Hoe krijg je een zuiver geweten?

19 april 2015

De hemelse priesterdienst van Jezus laat de diepte van je kwaad zien en maakt de volledigheid van je vrijspraak duidelijk.

Lezen: Hebreeën 9:1-14

Tekst: Hebreeën 9:9 en13-14

Ik wil het vanmorgen hebben over je geweten. Wat is dat? Je geweten is het innerlijke stemmetje dat jou beschuldigt of juist vrijspreekt. Het is een innerlijk bewustzijn dat jou vertelt of je iets goed doet of fout. Het is ook het innerlijke stemmetje dat jou wil tegenhouden bij iets dat verkeerd is. In tekenfilms of in een stripboek zie je soms een duiveltje op de ene schouder en een engeltje op de andere schouder. Het engeltje zegt ‘doe het niet’, terwijl het duiveltje zegt: ‘toe maar!’ Dat is je geweten. Misschien heb je dat wel eens jongens en meisjes: je staat met de koekjestrommel in je hand en een stemmetje in je hoofd zegt: toe maar, pak maar een koekje. Maar een ander stemmetje in je hoofd zegt: nee, ga het nou eerst maar even vragen.

 

Nu is dat geweten van ons nog niet altijd een gemakkelijk iets. Je kunt last hebben van je geweten. Je wilt gewoon dat koekje pakken zonder dat hinderlijke stemmetje. Of je hebt dat koekje gepakt en je weet dat het niet mocht, maar je probeert het vervelende gevoel daarover te onderdrukken. Toch lukt dat slecht, het komt iedere keer weer naar boven. ‘Je geweten spreekt’, zeggen we dan. Dit gaat natuurlijk niet alleen over koekjes, het gaat ook over je belastingformulier, over je relatie met je man of vrouw, over seksualiteit, over naar de kerk gaan. Bij al die dingen is je geweten betrokken. Was dat niet het geval, dan was je gewetenloos. Dat kan zo zijn, dat iemand gewetenloos is. En dan niet als uitdrukking, ‘een gewetenloze schurk’, maar echt. Als je last hebt van je geweten of je probeert je geweten het zwijgen op te leggen, dan is het besef van iets verkeerd gedaan hebben er nog wel. Alleen, je hebt het daar moeilijk mee, je wilt er eigenlijk niet aan, je worstelt met je geweten. Het kan goed zijn dat je heel diep van binnen graag met je geweten in het reine wil komen door het op te biechten of door je fouten te herstellen. Ik zou niet graag iets ‘op mijn geweten’ willen hebben.

 

Het omgekeerde kan ook. Je geweten beschuldigt je niet, maar spreekt je juist vrij. Je hebt een schoon geweten. Terwijl een ander jou beschuldigt weet jij voor jezelf dat je goed hebt gehandeld. Je hebt ‘naar eer en geweten’ gehandeld. Is dat niet wat je het liefst wil, een schoon geweten? En toch, je twijfelt ook wel weer, heb ik echt een schoon geweten? En dan heb ik het over iets dat gebeurd is, je kunt ook naar de toekomst kijken: je wilt graag een schoon geweten houden. Een bepaalde situatie kan je in gewetensnood brengen, misschien vraagt je baas iets van je, maar jij kunt dat niet voor jezelf verantwoorden. Denk even aan de gewetensbezwaarde trouwambtenaar.

 

Nu is de vraag vanmorgen: hoe krijg je een schoon geweten? Hoe krijg je een schoon geweten naar God toe? In Hebreeën 9 lees je over het geweten. Hebreeën 9 zegt: de oudtestamentische offerdienst kon het geweten niet tot volmaakte zuiverheid brengen (vers 9), maar de offerdienst van onze hemelse Hogepriester Jezus Christus doet dit wel (vers 13-14). Maar hoe is dat voor jou, gewoon in de praktijk van je geloof? Ik kan me voorstellen dat je soms heel goed weet dat je iets verkeerd hebt gedaan. Je hebt iets op je geweten, je hebt gezondigd. En door Jezus’ bloed, door oprecht te vragen om vergeving, mag je weten dat het weg is. Dat God het je niet meer nadraagt. Je hebt weer een schoon geweten. Maar om dat ook zo te voelen is nog knap lastig, want je bent het zelf nog niet zomaar vergeten. Is je geweten dan gereinigd, om dat woord uit Hebreeën 9:14 maar even te gebruiken? En als het gereinigd is dan is dat toch ook maar voor eventjes, hoe snel moet je alweer erkennen dat je iets fout hebt gedaan? En wat is dan eigenlijk het verschil met het oude testament, het verschil tussen vers 9 en 14? Die mensen ontvingen toch ook echte vergeving, die mochten toch ook weten dat het echt weer goed was tussen God en hen?

 

Volgens mij moeten we nog een spa dieper gaan om het verschil tussen de oudtestamentische offerdienst en de zoveel mooiere, echtere hemelse offerdienst van onze Hogepriester Jezus Christus te zien. De oudtestamentische offerdienst kon het geweten niet tot volmaakte zuiverheid brengen, het offer van Jezus Christus kan ons geweten wel reinigen. Weet je waar het hier om gaat, wat er verandert door Jezus’ bloed? Niet de inhoud van je geweten maar het functioneren van je geweten. Door Jezus’ bloed wordt je geweten weer zuiver. Dat is hier een beter woord dan schoon. Je geweten wordt weer zuiver zodat het je terecht beschuldigt en terecht vrijpleit. Dat is wat het offer van Jezus in je verandert. Dat is ook de belofte van Jeremia 31: ‘In hun verstand zal ik mijn wetten leggen en in hun hart zal ik ze neerschrijven’ (Hebreeën 8:10). Dat is het verschil tussen het oude en het nieuwe verbond. Je geweten gaat weer goed functioneren. Je geweten wordt weer zuiver. Je geweten wordt weer geijkt aan de werkelijkheid van God.

 

Want reken maar dat het functioneren van je geweten is aangetast door de zonde. Naar verschillende kanten toe. Als jij oprecht om vergeving vraagt en je blijft jezelf schuldig voelen voor God, dan klaagt je geweten je onterecht aan. Dat is een slecht functionerend geweten. Dat is de doorwerking van de zonde. Terwijl God je vrijspreekt blijf jij het jezelf nadragen. Maar als jij verleid wordt tot zonde en je denkt: ach zo erg is het toch niet, ik bid straks wel om vergeving, dan spreek jij jezelf onterecht vrij. Dat is ook een slecht functionerend geweten. Dat is ook de doorwerking van de zonde. Je kunt jezelf onterecht veroordelen en je kunt jezelf onterecht vrijpleiten. En wat Hebreeën 9 zegt is: door de offerdienst van onze hemelse Hogepriester Jezus wordt ons geweten hersteld. Zodat het je terecht beschuldigt en terecht vrijspraak doet ervaren.

 

Hoe werkt dat dan? Ik wijs op twee dingen. Dat het offer van Jezus nodig was, de dood van Gods Zoon (en niet alleen maar dieroffers) maakt de diepe ernst van je zonde duidelijk. Dan kun je nooit meer gemakkelijk doen over je zonde. Maar dat Jezus met het bloed van zijn offer op Golgota naar de hemel is gegaan en daar nu voor jou verzoening bewerkt op het hemelse altaar, dat maakt de diepte van je vrijspraak duidelijk. Zo wordt je geweten hersteld door de offerdienst van Christus. Ik beschrijf het nu even heel kort, maar dit is een levenslang proces. Je leert steeds meer de diepte van je zonde kennen en je leert steeds meer de volledigheid van Gods vrijspraak ervaren. Dit is de weg van ellende, verlossing en dankbaarheid. Een zuiver geweten beschuldigt je wanneer je dingen verkeerd doet, het laat er geen dingetjes doorheen glippen. Tegelijk ervaart een zuiver geweten de volledigheid van de genadige vrijspraak die jou wordt verkondigd. Mooi hè?

 

Wat kun je met zo’n gereinigd geweten, wat heb je daar aan? Het is fijn om een schoon geweten te hebben, wie wil dat niet? Een zuiver geweten is misschien nog wat anders, want een geweten dat er geen zonden door laat glippen kan heel lastig zijn. Aan de andere kant, een geweten dat je de weg van vergeving en herstel wijst brengt je werkelijk in het reine met God, zodat je in je geweten ook echt vrijspraak ervaart. Maar nu gaat het nog steeds over wat jij hebt aan zo’n gereinigd, weer goed functionerend geweten. Terwijl in Hebreeën 9:14 twee andere effecten worden beschreven. Daar staat dat het bloed van Christus ons geweten zal ‘reinigen van daden die tot de dood leiden’ en het zal ‘heiligen voor de dienst aan de levende God’. Dat je geweten wordt gereinigd van daden die tot de dood leiden wil zeggen: zo’n goed functionerend geweten voorkomt dat je zondigt, dat je dingen doet die naar de dood leiden. Afgoderij, leugen, laster, hebzucht, jaloezie, het leidt je leven naar de afgrond. Een zuiver geweten wijst deze dingen terecht aan als kwaad.

 

Maar nu dat tweede effect. Door de offerdienst van onze hemelse Hogepriester Jezus wordt ons geweten ook geheiligd voor de dienst aan de levende God. Daarbij moet je denken aan het doel van de grote verzoendag. In Hebreeën 9 gaat het over de tabernakel en over de grote verzoendag (lees over dat laatste Leviticus 16 maar eens). En het werk van Jezus, wat Hij doet op Goede Vrijdag en Hemelvaart, lijkt ontzettend veel op wat de hogepriester doet op grote verzoendag. De hogepriester gaat met het bloed van het offerdier het heilige der heiligen binnen en bewerkt bij de ark van God verzoening voor het volk. Jezus geeft zijn offerbloed op Goede Vrijdag en zijn hemelvaart is het binnengaan met dat bloed in het hemelse heiligdom waar Hij voor zijn volk verzoening bewerkt bij de troon van God. Nu zijn er vier opvallende verschillen tussen de verzoening van de grote verzoendag en de verzoening die Jezus bewerkt. Allereerst de offerplaats: Jezus is niet priester in het heilige der heiligen maar in de hemel. Vervolgens het middel om daar binnen te mogen gaan: niet het bloed van bokken en jonge stieren maar Jezus ging daar binnen met zijn eigen bloed. Dan de frequentie van het binnengaan: niet ieder jaar opnieuw maar eenmalig. En tot slot het effect: geen tijdelijke verlossing maar eeuwige verlossing. Conclusie: Jezus maakt van elke dag een grote verzoendag. Dat is het grote verschil met de offerdienst van het Oude Testament. De grote verzoendag was iets van één keer per jaar, onze hemelse Hogepriester Jezus Christus maakt voor ons van elke dag een grote verzoendag. Zijn offerdienst is 1000 keer beter dan de oudtestamentische offerdienst.

 

Daardoor kunnen wij weer tot God naderen. Ons geweten wordt geheiligd voor de dienst aan God. De reiniging van het lichaam in de tijd van het oude verbond was bedoeld om weer deel te kunnen nemen aan de cultus, de offerdienst. Was je onrein dan moest je je afzijdig houden. En nu, in de tijd van het nieuwe verbond, wordt ons geweten gereinigd zodat we werkelijk onze levende God kunnen dienen. De reiniging van je geweten is bedoeld om weer vrijmoedig te kunnen deelnemen aan de eredienst aan de levende God. Je herstelde geweten heeft weer een zuivere kennis van goed en kwaad zodat je God kunt dienen.

 

Want met die kennis van goed en kwaad was het toch allemaal begonnen? Door ons verlangen naar kennis van goed en kwaad was het toch allemaal fout gegaan bij de zondeval in het paradijs? De mens wilde kennis van goed en kwaad, maar ermee omgaan kon hij niet. Door de verbroken relatie met God gebruikt de mens zijn kennis van het kwaad om er zelf beter van te worden. En als zijn kennis van wat goed is hem niet aanstaat, als hij het goede niet kan gebruiken, laat hij het links liggen. Als ik het evangelie goed begrijp dan ontdekken we hier in Hebreeën 9 dat door de offerdienst van Jezus onze kennis van goed en kwaad: 1) zuiver wordt, kwaad noemen we weer kwaad en goed noemen we weer goed, en 2) dat we die kennis van goed en kwaad willen inzetten om God te dienen. Zo herstelt God zijn omgang met de mens. Zo overwint God het kwaad van de zondeval. Zo diep gaat Gods herstelwerk. Ik vind dit een prachtige ontdekking. De offerdienst van Jezus herstelt mijn geweten: met zijn Geest legt God zijn wetten in mijn verstand en schrijft Hij ze in mijn hart.

 

Voel jij iets van dat herstelde geweten? Dat is nu de vraag. Heb jij een zuiver geweten? Niet in de zin van: ik vind van mezelf dat ik niks fout heb gedaan. Want is dat echt zo? Zo geldt dat in ieder geval niet voor mij. Nee, heb jij een zuiver geweten in die zin dat het jouw kwaad ook echt kwaad noemt? Heb jij een zuiver geweten in die zin dat het je naar je hemelse Hogepriester drijft voor vergeving en verzoening? Heb jij een zuiver geweten in die zin dat je weet dat je geweten schoon is voor God door Jezus? Niet ik vind van mezelf dat ik niets fout heb gedaan -ik weet juist heel goed dat ik dingen fout doe, dat er zonde is in mijn leven- maar door het offerbloed van Jezus, door die dagelijkse grote verzoendag in de hemel weet ik dat God vindt dat ik niets fout heb gedaan. Dat is en blijft zoiets wonderlijks, een groot wonder! En, heb ik nu een zuiver geweten in die zin dat ik mijn kennis van het kwaad gebruik om zonden te vermijden en dat ik mijn kennis van het goede gebruik om God te dienen?

 

Hoe krijg je zo’n zuiver geweten? Hebreeën 9 zegt: door de hemelse offerdienst van onze Hogepriester Jezus Christus. Daar moet ik dus naar kijken, over nadenken, over doordenken. Het bloed van Gods Zoon op Goede Vrijdag laat je de diepte van het kwaad zien. De Hemelvaart van Jezus, zijn dienst bij Gods troon met dit bloed, maakt de volledigheid van je vrijspraak duidelijk. De omgang met je hemelse Hogepriester Jezus herstelt je geweten. Dus wat je niet moet doen is vasthouden aan je eigen geweten, aan je zelfoordeel. Of je nou jezelf gemakkelijk schoonpraat, jezelf gemakkelijk vrijpleit, of dat je jezelf ondanks je oprechte gebed om vergeving blijft veroordelen, blijft schuldig voelen over wat je gedaan hebt. Veroordeel jezelf niet onnodig, laat dat zelfverwijt los. Pleit jezelf ook nooit vrij los van Christus. Daar koop je toch niks voor? Hou niet vast aan je zelfoordeel. Laat het bloed van Goede Vrijdag tegen je getuigen, laat de verzoeningsdienst van Jezus in de hemel je vrij pleiten. Zo krijg je een schoon geweten voor God. Zo krijg je ook steeds meer een zuiver geweten voor God, een geweten dat goed functioneert. Probeer dat maar eens: klaagt mijn geweten me aan bij zonden, waarschuwt het me voor daden die tot de dood leiden, ervaar ik de vrijspraak op grond van Jezus’ offer? ‘Door Jezus zijn wij van een slecht geweten bevrijd’, zegt Hebreeën 10:22. Houd je geweten nu ook zuiver (1 Petrus 3:16), dat is: schoon en goed functionerend. Want zo kun je weer deelnemen aan de dienst aan de levende God. De Israëliet kon door de reiniging van zijn lichaam weer deelnemen aan de tempeldienst, jij kunt door de reiniging van je geweten deelnemen aan de hemelse eredienst. Nu in het midden van de gemeente, eens voor de troon van God. Amen.