In de kerk is er verschil tussen mannen en vrouwen

19 februari 2017

Wat zegt de bijbel over man, vrouw en ambt, en welk model voor de inzet van mannen en vrouwen in de gemeente komt daaruit naar voren?

Lezen: 1 Korintiërs 11:2-16, Efeziërs 5:22-33

Tekst: 1 Korintiërs 11:11-12

Ik wil het vanochtend met u en jou hebben over man, vrouw en ambt. Waarom mogen alleen mannen ouderling, diaken en dominee zijn? Of zouden ook vrouwen dat kunnen doen? Nou, dat weet ik wel zeker! Het is geen kwestie van kunnen of niet kunnen. Ik ben er diep van overtuigd dat vrouwen de gaven hebben om ouderling, diaken of dominee te kunnen zijn. Maar de vraag is: mogen vrouwen ook ouderling, diaken en dominee zijn? Of moet dat zelfs?

 

Man, vrouw en ambt: spannend en actueel

De synode van onze kerken moet daar dit voorjaar een besluit over nemen. Het is dus een actueel onderwerp waar we nog meer over gaan horen. Afgelopen september hebben we hier in de Kandelaar ook een avond over dit onderwerp gehad. Ds Dreschler heeft toen een inleiding gehouden en we hebben daar in kleine groepjes verder over doorgepraat. Nu waren er maar zo’n 50-60 mensen van onze gemeente op die avond, daarom denk ik dat het goed is om er ook in een kerkdienst op zondag aandacht aan te besteden. Ik vind dat wel spannend, ik heb de preek van vanochtend ook aan mijn collega’s Dunnewind en Dreschler voorgelegd om te kijken of we het hier onderling een beetje over eens zijn. En dat zijn we.

 

Ik kan me voorstellen dat dit ook voor u als gemeente een spannend onderwerp is. Misschien ben je er nog helemaal niet mee bezig en wacht je eerst de synode-uitspraak af. Maar ik weet dat er ook broeders en zusters zijn die er ontzettend voor zijn. Die diep teleurgesteld zouden zijn als de synode geen ruimte ziet voor de vrouw in het ambt. Er zitten hier ook broeders en zusters die zeggen: het kan toch niet? Hebben we het dan 2000 jaar fout gedaan? Er lijkt dus veel op het spel te staan rond man, vrouw en ambt. Voor sommigen is de uitkomst van deze discussie een meetpunt van schriftgetrouwheid, of onze kerken nog willen luisteren naar het woord van God of niet. Als de vrouw in het ambt er door komt zouden onze kerken niet meer willen luisteren naar de bijbel, als de synode het verwerpt dan zouden onze kerken nog wel willen luisteren naar de bijbel. Dat maakt dit onderwerp zo spannend. Uiteindelijk raakt het ons allemaal, want iedereen die hier in de kerk zit is man of vrouw. Als je man bent dan weet je dat je een keer op tal kunt komen voor ouderling of diaken, een jongen kan er van dromen dominee te worden, maar een meisje niet al studeert ze in Kampen, en als vrouw weet je dat de kerkenraad voor jou gesloten is hoe graag je ook je bijdrage zou willen leveren.

 

Welke drie redeneringen ik niet volg

Ik wil eerst vertellen welke redeneringen ik niet volg. Er wordt wel gezegd dat Paulus met de teksten over de vrouw die moet zwijgen in de samenkomsten (1 Korintiërs 14:34, 1 Timoteüs 2:11-12) wil voorkomen dat de christelijke gemeente aanstoot geeft aan de cultuur van toen. Om nu geen aanstoot te geven als gemeente moet je dan juist wel vrouwen toelaten tot het ambt, want in de wereld om ons heen snapt niemand het nog dat wij in de kerk vrouwen het ambt onthouden. Dat lijkt zelfs discriminatie op grond van geslacht. Die redenering van ‘geen aanstoot geven aan de cultuur om je heen’ volg ik niet. Ik denk dat je als kerk anders mag en vaak ook moet zijn dan de cultuur om je heen. De kerk moet zich niet laten leiden door de ongelovige wereld, maar de kerk moet juist (als het even kan) leiding geven aan de ongelovige wereld.

 

Een tweede redenering die ik niet volg is dat de bijbel tijdgebonden is. Dat wil zeggen dat de bijbel geschreven is in een bepaalde tijd (de brieven van Paulus bijvoorbeeld in de jaren 50-70 na Christus) en de bijbel zou daarom niet zomaar van betekenis zijn in onze tijd. Daar zit een kloof tussen. Nu is het natuurlijk waar dat de bijbel lang geleden geschreven is en dat je daar rekening mee moet houden, maar ik geloof dat de heilige Geest ook ons op het oog had toen de bijbelwoorden werden opgeschreven (2 Petrus 1:19-21, 2 Timoteüs 3:16-17). De bijbel is het woord van God en spreekt ons daarom ook in onze tijd aan. Daarom doen we ons uiterste best die woorden te begrijpen en te volgen.

 

Een derde redenering die ik niet volg is die van de gaven: vrouwen zouden de gaven hebben om ouderling, diaken en predikant te kunnen zijn en daarom zouden ze ook tot die ambten moeten worden toegelaten. Ik zei al dat ik zeker weet dat er vrouwen zijn die de gaven hebben om in die ambten te dienen. In het buitenland heb ik regelmatig onder het gehoor van een vrouwelijke predikant gezeten. Ongetwijfeld zijn er vrouwen die beter kunnen preken dan sommige mannen. Maar dat je ergens de gave voor hebt betekent in de kerk nog niet perse dat je dat werk moet of mag doen.

 

Voor ik verder ga wil ik nog wel dit zeggen: ik hoop dat deze preek een aanzet geeft om over deze dingen na te denken en met elkaar door te praten. Bij een open bijbel. Bedenk daarbij dat het grootste deel van de voor- en tegenstanders vanuit de bijbel wil redeneren. Aanvaard dat van elkaar. Zeg niet dat voorstanders niet meer naar de bijbel willen luisteren en het gereformeerde spoor verlaten, doe ook niet alsof tegenstanders ouderwets zijn en nog wel zover komen. Aanvaard van elkaar in de gemeente dat ieder vanuit de bijbel wil redeneren. Laat dat ook de basis zijn voor gesprek, zonder elkaar te veroordelen.

 

Man en vrouw kunnen niet zonder elkaar in de gemeente

Nu hebben wij zojuist gelezen uit 1 Korintiërs 11 en Efeziërs 5. Daar wil ik nu verder op ingaan. Want er staat iets heel moois in 1 Korintiërs 11:11-12. Paulus heeft het in die verzen over de hoofdbedekking van mannen en vrouwen. Mannen moeten in de kerk met onbedekt hoofd bidden en profeteren, vrouwen juist met bedekt hoofd. En spannend genoeg doen wij dit niet: vrouwen bidden bij ons met onbedekt hoofd. Ik ga daar nu niet op in, de preek zou te lang worden. Maar in vers 11 zegt Paulus iets heel moois, hij schrijft: ‘Echter, in hun verbondenheid met de Heer kan de vrouw niet buiten de man, en de man niet buiten de vrouw­.’ ‘In verbondenheid met de Heer’ wil zeggen: als christen. Christenen moeten bedenken dat de vrouw niet zonder de man kan en de man niet zonder de vrouw. Man en vrouw kunnen niet zonder elkaar in de gemeente van Jezus. Paulus brengt dat hier niet als een opdracht of gebod maar als een hele nuchtere constatering, kijk maar in vers 12: ‘Want zoals de vrouw uit de man is voortgekomen (Eva uit de rib van Adam), zo bestaat de man door de vrouw’ (want God heeft dat zo gemaakt: ‘en alles is ontstaan uit God’). Maar je ziet hier toch de glimlach op Paulus’ gezicht? De eerste vrouw is uit de man genomen, maar vervolgens zijn alle mannen ter wereld voortgekomen uit een vrouw. Laat geen man op aarde zich verheffen boven de vrouw. Het is een vrouw die jou heeft voortgebracht. Eer je moeder, en in haar alle vrouwen. Er zouden geen mannen bestaan zonder vrouwen en er zouden geen vrouwen bestaan zonder mannen. Vanuit die nuchtere constatering zegt Paulus: in de gemeente van Christus is de vrouw niets zonder de man en de man niets zonder de vrouw. Ze moeten elkaar aanvullen. Ze moeten samenwerken. Niet naast elkaar of langs elkaar heen, maar samenwerken. Elkaar aanvullen. Want man en vrouw zijn verschillend geschapen door God. Lichamelijk, maar ook psychisch: in hun denken, voelen en verlangen, in hun emoties. En God zegt: samen vertonen ze mijn beeld. In hun onderlinge omgang vertonen ze mijn beeld. Want Ik ben een God van liefde, van relatie. In mij, zegt God, bestaat de meest volmaakte onderlinge relatie. Vader, Zoon en Geest hebben elkaar volmaakt lief, hebben een volmaakte onderlinge band, zijn volmaakt gericht op hetzelfde doel, zij werken volmaakt samen, ze zijn elkaar eeuwig trouw, zij laten elkaar volmaakt schitteren. Vader, Zoon en Geest zijn verschillend in hun persoon, maar hun verschillen zetten ze aanvullend in. Dat beeld moeten man en vrouw op aarde vertonen. In de twee-eenheid van het huwelijk, maar ook in de onderlinge omgang en samenwerking van mannen en vrouwen in de gemeente. Erken dat mannen en vrouwen verschillend zijn. De Bijbel in Gewone Taal zegt in vers 11-12: ‘Christenen mogen zich niet gedragen alsof er geen verschillen zijn tussen mannen en vrouwen. Want God heeft mannen en vrouwen hun eigen plek gegeven.’ Ik denk dat die vertaling de spijker op zijn kop slaat. Mannen en vrouwen hebben zowel in het huwelijk als in de gemeente een eigen rol toebedeeld gekregen van God.

 

Hoofd en hulp: verantwoording en hulpvaardigheid

Wat die verschillende rollen zijn wordt vooral duidelijk in Efeziërs 5:22-33. Het gaat daar over het huwelijk maar er loopt een lijn terug naar 1 Korintiërs 11:3, dat zal ik straks laten zien. Eerst over de rollen in het huwelijk. Efeziërs 5 heeft het over hoofd en hulp. De man is hoofd, de vrouw hulp. Dat woord hulp kom je niet tegen in Efeziërs 5 (dat woord komt uit het huwelijksformulier), er staat dat vrouwen het gezag van hun man moeten erkennen, want een man is het hoofd van zijn vrouw. Nu heb ik eerder al eens gezegd dat je bij hoofd niet moet denken aan de chef van een afdeling of zo iets, maar eerder aan de kapitein van een schip: hij is verantwoordelijk voor de levens van de passagiers. En bij hulp moet je niet denken aan een hulp in de huishouding, maar aan iemand die jij echt niet kunt missen. In de bijbel noemt God zich de ‘hulp van Israël’ (o.a. Psalm 115, 118), en Israël kan echt niet zonder die hulp! In Genesis is Eva de helper die bij Adam past (Genesis 2:20-24). Mannen hebben het wel eens over hun vrouw als hun wederhelft. Daarmee zeg je dat je zonder die andere helft niks bent. Als ik door de helft ga, dan ben ik niks meer.

 

Maar wat betekenen hoofd en hulp? Kort gezegd, het hoofd zijn van de man is de rol van de verantwoording. Hij draagt verantwoordelijkheid voor zijn vrouw. Net als die kapitein. Hij is verantwoordelijk voor haar leven, hij moet zich voor haar overgeven. Net als Jezus zich heeft overgegeven voor de kerk (Efeziërs 5:23). Het hulp zijn van de vrouw is de rol van de hulpvaardigheid. Zij toont in haar gedrag dat ze naast haar man wil staan en met al haar eigen gaven hem wil helpen. Daarin laat ze de gerichtheid van de gemeente op Jezus zien. De gemeente wil graag naast Jezus staan, ze verwacht alles van Hem, ze wil Hem volgen, zo zal de vrouw in het huwelijk haar man volgen. Als een man en een vrouw in het huwelijk elkaars verschillend zijn aanvullend beleven en inzetten dan vertonen ze iets van het beeld van God.

 

    Voor beiden een uitdagende rol

Het kon wel eens zo zijn dat God mannen en vrouwen hierin juist een rol geeft die hen niet direct gemakkelijk afgaat. Volgens sommige psychologen zouden mannen graag voor hun verantwoordelijkheid weglopen en zouden vrouwen geneigd zijn te zeggen: wij kunnen wel zonder dat manvolk. Als dat zo is, dan ontvangen mannen en vrouwen juist een rol waarbij ze uitgedaagd worden om een completer mens te worden. God laat hun -door de zonde ontstane zwakten- niet voor wat ze zijn, maar Hij wil hen vernieuwen. Herstellen in hun oorspronkelijk mens zijn. Bovendien merken mannen en vrouwen zo dat ze Gods hulp keihard nodig hebben. Want God houdt vast aan de rol die hen nou net niet meer op het lijf geschreven staat: dienende verantwoordelijkheid (mannen) en dienende volgzaamheid (vrouwen). Wat hebben wij een wijs God.

 

    Van het huwelijk weer naar de kerk

Opvallend genoeg komt dit verhaal van de man als hoofd van de vrouw terug in 1 Korintiërs 11:3. Daar gaat het over de verhoudingen in de gemeente. Paulus zegt: Christus is het hoofd van de man, de man het hoofd van de vrouw, en God is het hoofd van Christus. Bedenk dat dit ‘hoofd zijn’ dus te maken heeft met verantwoordelijkheid. Oftewel: de man moet verantwoording afleggen over hoe hij met de vrouw is omgegaan, hij moet zich verantwoordelijk weten voor de vrouw. Christus weet zich verantwoordelijk voor de man, misschien moet je wel invullen ‘de mens’. En God weet zich verantwoordelijk voor zijn Zoon. Paulus geeft hier een orde aan die God in de schepping heeft gelegd. God - Christus - man - vrouw. Het hoofd zijn heeft hier ook iets te maken met vertegenwoordiging. Christus vertegenwoordigt God op aarde. De man vertegenwoordigt Christus. De vrouw vertegenwoordigt de man.

 

Conclusies

Als ik de bijbel goed begrijp dan geeft God zowel in het huwelijk als in de gemeente mannen de rol, de dienst (want het is een dienende taak) van de verantwoording. En God geeft vrouwen de dienst van de hulpvaardigheid. Niet omdat elk van hen daar beter in is, misschien wel juist omdat het iets is wat hen niet meer zo ligt, zodat ze hun uiterste liefde en trouw moeten inzetten om hun dienst te kunnen vervullen. Zodat ze ook nooit zonder Gods hulp en kracht kunnen. Daar zit ook het evangelie in dit verhaal: de liefde verbindt, mannen en vrouwen hebben de trouw van God nodig om dit vol te houden. Het is de weg die ‘nog veel verder omhoog voert’ (NV 51), de weg die ‘nog voortreffelijker’ is, volgens 1 Korintiërs 12:31. En dan volgt hoofdstuk 13, het loflied op de liefde. Wat de zonde je wil laten denken is dat je in jezelf af bent, een compleet mens. De zonde wil je laten denken dat je zelf alles bent. Dat is hoogmoed. Met als resultaat dat je denkt dat je de ander niet nodig hebt. Het evangelie duwt je juist naar elkaar toe en leert mannen en vrouwen zien dat ze moeten samenwerken in de gemeente. Ze hebben elkaar nodig. Mannen moeten zeggen: wij hebben jullie, vrouwen, nodig. En vrouwen moeten zeggen: wij hebben jullie, mannen, nodig. Dan breekt er iets door van het bevrijdende licht dat God over deze wereld doet schijnen. Eeuwenlang zijn vrouwen onderdrukt, achtergesteld en uitgebuit. Ook in de kerk. Daar moeten wij, mannen, ons diep voor schamen. Het bevrijdende licht van God is dat je als man of als vrouw je eenzijdigheid leert zien en vervolgens de ander wilt dienen en je ook door de ander laat dienen. God had en heeft een plan met het verschillend zijn van man en vrouw. Dat geeft troost in alle worsteling. God gebruikt het verschillend zijn ten goede. Want zo herstelt God je mens zijn. Je wordt er mooier van: meer zoals God je bedoeld heeft, meer zoals je zult zijn op de nieuwe hemel en aarde.

 

De vraag

Mogen vrouwen nu toegelaten worden tot het ambt van ouderling, diaken en predikant? Het lastige van die vraag is dat het Nieuwe Testament deze ambten zo niet kent. Die indeling in drieën komt bij Calvijn vandaan. In het Nieuwe Testament kom je oudsten en diakenen tegen, die laatsten M/V, dus mannelijk en vrouwelijk. Een diaken duidt in het Nieuwe Testament iemand aan die een bepaalde dienst verricht in de gemeente. Dat kan van alles zijn, en ik geloof niet dat ze in de kerkenraad zaten. Want het enige ‘ambt’ dat je in het Nieuwe Testament tegenkomt is dat van de oudste. In alle gemeenten worden oudsten aangesteld, en hun taak is die van de verantwoording. Zij moeten geestelijk leiding geven aan de gemeente. Dus ik stel me voor dat we hier in Heemse een oudstenraad van 10-15 wijze, gelovige mannen zouden hebben, en dat onder hun geestelijke leiding en verantwoordelijkheid mannen en vrouwen ingeschakeld worden voor het naar elkaar omzien op pastoraal en diaconaal vlak, voor missionair werk, voor het onderwijs aan de jeugd, voor muziek en aanbidding, voor alles. Dat is naar mijn overtuiging de ruimte die de bijbel ons geeft, en het lijkt mij een begaanbare weg in deze moeilijke discussie. De gemeente is een lichaam, en ieder van u maakt daar deel van uit (1 Korintiërs 12:27).

 

Tot slot. Ik vermoed dat de synode voor de zomer een uitspraak doet. Die komt dan op ons af. Daar moeten we vervolgens wat mee. Ik hoop dat we elkaar in deze dingen willen verdragen. Ook die broeder of zuster die er compleet anders over denkt. Ga -bij een open bijbel en biddend om de Geest- met elkaar in gesprek. Zorg ervoor dat je elkaars liefde voor God ziet. Bedenk dat we aan elkaar zijn gegeven, ook met onze verschillende visies, om samen één gemeente te vormen. Bedenk ook -dit relativeert- dat het bij de man-vrouw-ambt discussie niet gaat over de leer van de verlossing. In de kerk hebben dingen verschillend gewicht. Over de leer van de verlossing mag geen onduidelijkheid bestaan. De inrichting van de ambten is van een lagere orde. Het is belangrijk in zoverre we God en onze medemens er liefdevol en trouw in willen dienen. Amen.