Intredepreek Zeewolde: God zelf maakt het werk van zijn dienaar mogelijk

9 september 2007

Een dominee is maar een gewoon mens. Toch is hij als dienaar van God volledig op zijn taak berekend omdat elke Schrifttekst door God geïnspireerd is. Wat de predikant en zijn spreken bijzonder maakt is dat hij Gods Woord brengt.

Lezen: 2 Timoteüs 3:10-4:8

Tekst: 2 Timoteüs 3:16-17

Soms krijg ik het zomaar te horen: ‘Ja maar dominee, dat is uw mening!’ De eerste keer was ik even stil. Verrast. De keer daarna schrok ik er niet meer van, maar wist ik wat ik moest zeggen. Dit raakt immers de kern van het werk van een predikant.

 

De voorbeelden komen uit de praktijk van het pastoraat en de catechese. Daarin kan immers veel directer gereageerd worden op wat de predikant zegt dan tijdens de kerkdienst. Onder de preek kan het gedacht worden: ‘o, zo denkt de dominee daarover, nou ik niet!’ En het kan dan over van alles gaan. In de catechese ging het over gemengde verkering en trouwen met een ongelovige. Aan het einde van de les was de conclusie van mijn catechisanten: ‘Ú vindt dus dat het niet kan, maar zelf denken wij daar anders over.’ Werd letterlijk zo gezegd! In het andere voorbeeld moest ik op een adres het vermaan laten horen dat de kerk niet verlaten mocht worden omdat een bepaalde liturgische wens niet vervuld werd. ‘Dat is jouw mening!’ werd er toen tegen me gezegd. ‘Het is jouw mening tegenover de mijne.’ Ja maar wacht even, als het zo zit, waarom zou ik dan nog de wijk in gaan? Waarom zou ik dan nog catechisatie geven? Waarom zou ik dan nog preken? Als ik niet meer heb dan ‘mijn eigen mening’ kan ik dan niet beter stoppen? En de bevestiging van vanmorgen terugdraaien en gaan omscholen?

 

Toch hoeft dat niet. Want, en dat is het thema voor de preek:

God zelf maakt zijn dienaren het werk mogelijk, want heel de bijbel komt van Hem!

 

Voor bijna ieder beroep heb je wel iets nodig. Een bepaald voorwerp, een instrument. Een timmerman is niets zonder hamer. Een kapitein kan niet zonder kompas. Een taxichauffeur kan zijn werk niet doen zonder auto. En een dominee is nergens zonder zijn bijbel. Heeft een dominee daarom altijd een bijbel in zijn zak? Dat zou misschien een goede gewoonte zijn. Maar eerlijk gezegd heb ik niet altijd een bijbel in mijn jaszak. Ik ben zelfs een keer mijn bijbel vergeten toen ik ergens op bezoek ging! Leverde ook wat goeds op: toen ik vroeg of ik de bijbel even mocht lenen, kon ik zien hoe lang er naar gezocht moest worden. De bijbel altijd letterlijk in je zak hebben is niet nodig om dominee te zijn. Nee, maar wat maakt het mij mogelijk om mijn werk te kunnen doen? Ja, dat die bijbel door God zelf gegeven is! Het zijn Gods eigen woorden! Een dominee zou niets zijn, als de woorden die hij spreekt niet bij God zelf vandaan kwamen.

 

Zo bemoedigt de apostel Paulus zijn jonge medewerker Timoteüs. Paulus had hem in de stad Efeze achtergelaten om daar te voorkomen dat bepaalde mensen een afwijkende leer zouden onderwijzen, zie Paulus’ eerste brief aan Timoteüs, hoofdstuk 1:3. Maar ook uit deze tweede brief van Paulus aan Timoteüs blijkt dat er mensen zijn die de gemeente op een dwaalspoor brengen. Weg van het zuivere evangelie van God. Weg van God zelf dus. En vanwege hun grote mond en hun vele praatjes heeft Timoteüs er een hele kluif aan hen te bestrijden en de gemeente op het juiste spoor te houden. En daarom bemoedigt Paulus hem. Met woorden vol wijze raad en vaderlijke liefde. Maar in vers 16 en 17 geeft hij een wel zeer krachtige bemoediging. ‘Timoteüs’, zegt hij, ‘een dienaar van God is op zijn taak berekend. En je uitrusting is compleet. Want, elk Schriftwoord is door God geïnspireerd!’ ‘Geïnspireerd’ betekent: door God ingegeven. De mensen die de pen hanteerden schreven op wat God wilde dat zij zouden opschrijven. Zij gebruikten in de meeste gevallen hun eigen verstand -slechts soms zijn bijbelschrijvers in extase- maar God werkte met zijn Geest in hun verstand. Heel de bijbel is dus Gods eigen Woord. En dat betekent, zegt Paulus, dat heel de bijbel gebruikt kan worden om onderwijs te geven, om dwalingen en fouten te weerleggen, en om op te voeden tot een deugdzaam leven. Omdat heel de bijbel Gods eigen Woord is kan niemand zeggen: ‘Ja maar Timoteüs, ja maar dominee, dat is úw mening. Het is mijn mening tegenover de uwe.’ ‘Nee,’ mag Timoteüs reageren, mag een predikant vandaag reageren, ‘wacht even, het is uw mening tegenover die van God!’

 

Oei! Dat is niet mis. Als een dominee dat tegen jou zegt ben je zelf misschien wel even stil. Verrast. Want dit hoor je niet vaak meer. We zien het toch om ons heen? Je hoort het toch om je heen: ‘We zijn allemaal gelijk. De dominee is niet meer dan een ander. Hij mag zijn mening geven te midden van alle andere meningen.’ En er wordt beleefd geluisterd. Misschien heeft hij zelfs iets interessants te zeggen, daar heeft hij tenslotte voor geleerd. In sommige kerken nemen predikanten zelf deze bescheiden positie in. En dat sluit naadloos aan bij de tijdgeest in ons land. Aan gezag hebben we een hekel. En waarom zou iemand het over mij te zeggen hebben als ik toch zelf het beste weet wat goed voor mij is? Hoe ver is deze tijdgeest doorgedrongen in ons leven? In uw hart? In mijn hart? Maar is een predikant dan zo bijzonder? Heeft hij het over mij te zeggen? Dat zou wel even slikken zijn. Voor mij trouwens net zo goed als voor u. Zou ik dat willen? Zou ik het over u en jullie voor het zeggen willen hebben? Maar ik weet toch helemaal niet wat goed voor u is? Ik ken u en jullie toch nog maar nauwelijks? Nee, een predikant is niet bijzonder. Hij is maar een gewoon mens. Hij staat niet op een voetstuk. Hoeft ook niet. Als u Gods Woord maar op een voetstuk zet! Als u Gods spreken maar bijzonder vindt! Gods spreken is niet gewoon. Het is hemels. Rechtstreeks bij God vandaan. Het zijn zijn eigen woorden. De woorden van God. De God die u en jou wel kent. De God die in liefde naar u omziet. De God die weet wat het beste voor u is. Paulus zegt in 2 Timoteüs 3:16-17: de Schriften maken de man tot een man Gods!

 

Wie de oude vertaling -die van 1951- in de hand heeft, of in zijn hoofd, zegt nu: maar er staat ‘opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.’ Waarom wordt dat nu opeens versmald naar ‘een dienaar van God’? Nu is de vertaling ‘een dienaar van God’ mogelijk. Letterlijk staat er: ‘...zodat de mens van God -dat wil zeggen: de mens in Gods dienst- capabel is’. Denk ook aan Mozes die een ‘man Gods’ wordt genoemd. En deze vertaling heeft ook hier de voorkeur! Het gaat immers over Timoteüs in dit gedeelte. En over zijn werk. Maar doordat vers 16 vaak als bewijsplaats gebruikt wordt voor de leer van de goddelijke inspiratie, raakt de oorspronkelijke bedoeling van deze twee verzen gemakkelijk uit het zicht. De nadruk in vers 16 en 17 ligt niet op het feit van de inspiratie, maar op de compleetheid van de uitrusting van de dienaar door die inspiratie. Omdat heel de bijbel Gods eigen Woord is, kan de dienaar zijn werk doen. Een predikant noemen we ook wel ‘dienaar van het Woord’. In oude boeken, geschreven door dominees, zie je soms achter de naam van de schrijver de letters V.D.M. staan. Dat staat voor Verbi Divini Minister. Vertaald uit het Latijn: Bedienaar van het goddelijk Woord. De predikant dient het Woord van God op, nadat hij het bereid heeft in de keuken van zijn studeerkamer, en u en jij moeten ervan groeien!

 

Een dominee is dus maar een gewoon mens. Wat hem en zijn spreken bijzonder maakt is dat hij Gods Woord brengt. Daarom heet hij ‘man Gods’. Daarom ook al die grote woorden in het formulier van de bevestiging vanmorgen. Een predikant spreekt met gezag. Maar niet zijn eigen gezag, dat heeft hij helemaal niet, nee hij spreekt met het gezag van Gods Woord. En het gezag van Gods Woord gaat ook over zijn eigen leven. Stellen predikanten in sommige kerken zich te bescheiden op: ‘het is maar mijn mening’, in heel andere hoek stellen voorgangers hun eigen gezag soms boven dat van Gods Woord: hun openbaringen dulden geen tegenspraak. Dat wij zeggen: predikanten hebben niet meer, maar ook niet minder dan het gezag van Gods Woord, maakt onze kerken tot gereformeerde kerken. ‘Gereformeerd’ wil zeggen vernieuwd. In de 16e eeuw ontstonden er kerken die zich heroriënteerden. Waarop? Op Gods Woord alleen. Niet de paus heeft het laatste en hoogste woord maar Jezus, het Woord van God. En zo is het telkens gegaan. Werd bij de Reformatie Gods Woord weer boven dat van de paus gesteld, bij de Afscheiding en Doleantie werd Gods Woord weer boven dat van de overheid gesteld, en bij de Vrijmaking boven dat van de synode. En iedere kerk die vandaag Jezus, Gods Woord, het laatste en hoogste woord geeft, en Hem laat uitspreken, die kerk is werkelijk gereformeerde kerk. Dat betekent dat we Gods Woord dus ook stellen boven de stem van ons eigen hart. En dat laatste geldt dus ook voor predikanten. Zij hebben geen eigen gezag, geen eigen openbaringen, maar zij geven slechts door -met gezag- wat God zegt.

 

Zo beschermt God u en jou tegen allerlei persoonlijke meningen van predikanten. En dat werkt natuurlijk in uw voordeel. Persoonlijk zal ik u niet te hard vallen om uw zonden en uw tekorten in de dienst aan de Here. Want ik herken ze bij mezelf ook. Dus wie ben ik om daar dan kritisch op te zijn? Ja maar wacht even, ik ben een dienaar van God. Door Hem in dienst genomen. Ik moet zijn mening laten horen. Niet de mijne. Want niet predikanten zijn nou zo heilig en goed, nee alleen God is heilig en goed. En zijn Woord is volmaakt, Psalm 19! Je hoeft als kerkganger daarom ook niet kritiekloos naar je predikant te luisteren. Want je volgt niet blind je predikant, maar je volgt blind Jezus Christus. Door het duister van de nacht die deze aarde bedekt volgen wij Jezus het Licht der wereld. Zijn Woord is de lamp voor onze voet. De prediking, de woorden van predikanten, mag u daarom altijd toetsen aan de bijbel zelf. Gods Woord is het einde van alle tegenspraak. Zo wil God rust geven aan de gemeente. Zo wil God rust geven in de gemeente.

 

Tegelijk beschermt God zijn dienaren. En geeft Hij hen rust. Paulus zegt: een dienaar van God is volledig toegerust en op zijn taak berekend met die geïnspireerde bijbel op zak. Elke tekst in dat bijbeltje heeft goddelijk gezag. Tegen mij als predikant zegt God dus: rustig nou maar, met dat Woord van Mij heb je genoeg in handen om je werk te kunnen doen. Je hoeft niet veel meer te kunnen, dan dat Woord spreken. Dat is toch ook de kern van de verschillende activiteiten die het bevestigingsformulier noemt? De prediking, vanzelfsprekend. De bediening van de sacramenten, voorgaan in het gebed, en de gemeente leiden en verzorgen inclusief de bediening van de tucht. En natuurlijk kregen wij in onze opleiding vakken als vergadertechniek, presentatiekunde, en time-management. En je kunt het zo gek niet bedenken, of men verwacht het van een predikant. Maar God beschermt zijn dienaar. Eigenlijk hoef ik maar één ding te kunnen: spreken met het gezag van Gods Woord. Paulus zegt het tegen Timoteüs in 2 Timoteüs 4:2 -en over zijn hoofd heen zegt Paulus het tegen alle dienaren: ‘Verkondig de boodschap, blijf aandringen, of het nu uitkomt of niet, wijs terecht, straf en vermaan met alle geduld dat het onderricht vereist.’ En God zelf geeft voor die taak het enige juiste instrument: zijn -van tekst tot tekst- geïnspireerde Woord.

 

Maar keren we met dit evangelie niet terug naar het verschil tussen geestelijken en leken? Predikanten die de Schrift ‘hebben’ en uitleggen, en gemeenteleden die geen uitspraken mogen doen over de bijbel? Nee, zo is het niet. Predikant en gemeente lezen in dezelfde bijbel. Ik zou u en jullie ook willen stimuleren om veel in de bijbel te lezen. En op zoek te gaan naar de betekenis daarvan voor uw en jullie leven. Maar daarnaast geeft God predikanten. Die het Woord letterlijk tot klinken brengen. Er is een verschil tussen Bijbelwoorden die je worden voorgelezen, en die je in jezelf leest. Bovendien legt de predikant de woorden uit. Daarvoor is hij vrijgesteld van ander werk, zodat hij goed de tijd heeft. Die uitleg van Gods woorden komt biddend, en onder leiding van de Heilige Geest tot stand. Daarom vraag ik u ook of u voor mij wilt bidden, om de heilige Geest. Zo wil de Here werken. En dan mag Gods Woord met zijn uitleg ook worden toegepast op uw leven. Met de klem dat het de heilige God is die tot u spreekt. Dat is allemaal best bijzonder. Dat realiseer ik me. Ook de boodschap van vanmiddag is niet van mezelf maar van God, zie 2 Timoteüs 3:16-17. Ik kwam bij de voorbereiding van deze preek opnieuw onder de indruk van de bijzondere en verantwoordelijke taak die God mij geeft: het ambt. Een dienst waar God zelf toe roept en waar Hijzelf de kracht voor geeft.

 

Maar gaat dit nooit fout? Kunnen dominees zich niet vergissen? Ja natuurlijk, zou ik zeggen. Je kunt als gemeentelid dus ook altijd op maandag de predikant opbellen om te vertellen wat jouw studie van de tekst heeft opgeleverd. En die dominee kan zich dan niet gemakkelijk verschuilen achter zijn ambt. Want Gods Woord heeft altijd het laatste woord. Maar als je er dan niet samen uitkomt? En er als gemeentelid van overtuigd bent dat de bijbel, en daarmee God zelf, onrecht wordt aangedaan? Of dat de toepassing op jouw situatie -ik denk aan het pastoraat- niet terecht is? Dan is er in een gereformeerde kerk een kerkenraad. Waar je samen naar toe kunt. Om je verschil van inzicht voor te leggen aan de broeders die geroepen zijn toe te zien op het spreken van de predikant. En die ook zelf in die bijzondere dienst staan waar God toe roept en waar Hij de kracht voor geeft: het ambt.

 

Kwetsbaar blijft dit wel, zou je kunnen zeggen. Waarom werkt God zo? Waarom werkt God met mensen. Via mensen? Omdat God zelf, omdat Jezus Christus -de Heer van de kerk- niet op aarde is. Hij is in de hemel, waar Hij alles richt op de komst van zijn komende koninkrijk. En die afstand overbrugt Hij door in mensen van vlees en bloed dichtbij te komen. Tot in je eigen huis. Zittend op je eigen bank. Namens Jezus luisterend naar jouw nood. En namens Jezus vrede verkondigend door zijn bloed. Troostvol is dat: God zelf komt je nabij. Waarmee? Nou, denk dan aan die drie dingen die Paulus in 2 Timoteüs 3:16 noemt: onderricht. Dat is onderwijs over de weg waarlangs God redt. God wil dat je die weg van het heil, het geluk waar God ieder mens in wil laten delen, leert kennen. Verder: dwalingen en fouten weerleggen. God wil je behoeden voor afwijkingen van die weg. God wil je ook bewaren voor ellende die eigen wegen opleveren. En als derde: opvoeding. God wil dat je groeit in geloof en in het nieuwe leven dat Hij zo graag bij je ziet. God komt je nabij langs die bijzondere weg, zijn menselijke dienaar, zijn man Gods. Het confronterende van dit evangelie is dat wie de woorden van de dienaar, van de bijbel afwijst, God dus afwijst. En dat is een weg die -zonder bekering- leidt tot het mislopen van het heil.

 

Wanneer we nu naar onszelf kijken, en wanneer we om ons heen kijken in de wereld waarin we leven, dan kunnen we ook constateren dat predikanten goed berekend moeten zijn op hun taak. Want er is genoeg weerwoord. Genoeg tegenspraak. Vooral vanuit onze oude mens die altijd weer de neiging heeft zichzelf hoger in te schatten dan God. Daarom mogen wij allemaal ons rijk rekenen met het evangelie van vanmiddag! God zegt: Ik geef mijn dienaren hét instrument voor hun werk: mijn eigen, rechtstreekse woorden in de bijbel. En waarom zegt God dat? Om zijn dienaren het werken in de gemeente mogelijk te maken. Tot heil van die gemeente -en iedereen daarin- en tot Gods eigen eer. En dan reikt ons uitzicht ver vanmiddag. Want, luisterend naar Gods stem -bij monde van de dienaar- is er groei in geloof en heiligheid. Moge God ons zegenen, nu en altijd! Amen.