Je bent een nieuwe schepping

8 januari 2006

Gereformeerd zijn is niet een naam maar een actie, namelijk steeds vernieuwen. Gereformeerd zijn begint niet in de kerk maar in je hart: grijp jij telkens naar de bijbel om naar Gods woord over de werkelijkheid te luisteren en daar gehoor aan te geven?

Lezen: 2 Korintiërs 5:11-21, Kolossenzen 3:5-11

Tekst: 2 Korintiërs 5:17

Wat is eigenlijk ‘identiteit’? Wanneer je wilt nadenken over Gereformeerde Identiteit moeten die beide woorden duidelijk worden. Ik begin bij ‘identiteit’ en beperk me tot twee manieren waarop je dat woord kunt uitleggen.

 

Je identiteit (1)

Wanneer je wordt aangehouden op straat door de politie dan zal er gevraagd worden naar je identiteit. Je hoeft daar je mond niet voor open te doen want je trekt gewoon je identiteitsbewijs uit je zak en laat dat zien. Een identiteitskaart, een rijbewijs, een paspoort of wat voor officieel kaartje ook maar waar je gegevens op staan. Die gegevens vormen op dat moment je identiteit. Ze maken duidelijk wie jij bent. Je voornaam, je achternaam, lengte, nationaliteit, geslacht, verder nog je geboortedatum en geboorteplaats. Je identiteit dat is: een kort rijtje gegevens dat duidelijk maakt wie jij bent.

 

Maar voor jezelf komt daar natuurlijk nog heel veel meer bij. Je identiteit dat is je totale mens zijn. Dit is de tweede manier waarop je het woord identiteit kunt gebruiken. Wie ben ik eigenlijk? Dat is een vraag naar je zelfbeeld. Hoe zie ik mezelf? Op deze vraag is veel minder gemakkelijk een antwoord te geven. Dat antwoord komt niet net zo gemakkelijk tevoorschijn als die identiteitskaart die ik uit mijn zak trek. En wanneer deze vragen lange tijd geen echt antwoord krijgen voel je je al gauw vervelend. Misschien ga je naar een psycholoog of therapeut om dat antwoord te vinden. Maar niet alleen het antwoord is dan belangrijk maar ook of je daar blij mee bent. Oftewel, ben ik tevreden met wie ik ben? Identiteit heeft dan alles te maken met zelfwaardering.

 

Het is duidelijk dat dit op en neer kan gaan. De ene dag sta je zelfverzekerder in het leven dan de andere. Breder getrokken: je beleeft moeilijke jaren, gaat door een dal, het legt je leven lam, je volgt therapie, maar er zijn ook jaren in je leven waarin je heel goed kunt functioneren. Of juist smaller getrokken: het kan ook zijn dat je stemming, je zelfwaardering, van het ene moment op het andere in elkaar stort. Het bijzondere van zelfbeeld en zelfwaardering is namelijk dat het gevoed moet worden. Voor een deel kan dat vanuit jezelf komen, van binnenuit. Maar voor een groot deel wordt je zelfbeeld gevoed van buitenaf, door je omgeving. In je jeugd, tijdens het opgroeien, moet een gezond evenwicht tussen deze twee ontstaan. Maar uiteindelijk blijft gelden dat een mens ‘identiteitsvoedsel’ nodig heeft: waardering. Zelfwaardering maar ook waardering door anderen. Wanneer je een welgemeend compliment krijgt groei je een beetje. Je zegt trots tegen jezelf: dit ben ik, dit kan ik! Dit betekent ook dat mensen op zoek zullen gaan naar identiteitsvoedsel. En daar kun je behoorlijk moe van worden.

 

Maar wat is dan Gereformeerde Identiteit? Is dat een identiteit in de eerste betekenis of in de tweede? Is het een kaartje dat je uit je zak kunt trekken, dit is gereformeerd: een rijtje gegevens, een rijtje overtuigingen over bijvoorbeeld doop, verbond, kerk en belijdenis - overtuigingen die bij de kerk horen waar ik bij hoor. Of gaat het dieper? Gaat het over je innerlijk, over wat je kunt en doet? Gaat het misschien over hoe je jezelf ziet en of je daar blij van wordt? In dat laatste geval is gereformeerd zijn niet een onderdeeltje van mijn leven, maar dan zit het in het centrum, in mijn hart, van waaruit de dingen worden bepaald.

 

Gereformeerd

En wat betekent het woord ‘gereformeerd’? Is dat iets om trots op te zijn? Letterlijk betekent gereformeerd ‘vernieuwd’. Maar de gereformeerde manier van geloven bestaat al zo’n 500 jaar. Dus wat is daar nu nog nieuw aan? Is dat ook niet het imago van gereformeerd zijn, als iets stoffigs uit de jaren vijftig? Zijn gereformeerden niet de mensen die nog uit Abraham Kuyper citeren? Richten gereformeerden zich niet op het verleden? Als dat zo is, is er iets fout gegaan en zou ik de jeugd gelijk geven om zich af te zetten tegen alles wat gereformeerd is. Alleen ik zei net: de gereformeerde ‘manier van geloven’ bestaat al zo’n 500 jaar. Gereformeerd zijn is een manier van geloven. Het is een houding. Het is niet een pakket vergeelde uitspraken van 500 jaar terug, maar gereformeerd zijn is: naar het zuivere evangelie willen leven. En dat wil je vandaag, in de vraagstukken van vandaag, in de wereld van vandaag, in de cultuur waarin je nu leeft, in de relaties die je hebt. Je wilt naar het zuivere evangelie van Jezus leven. Dat is iets om trots op te zijn. Of misschien moet ik zeggen: iets om dankbaar voor te zijn, want dit wordt je gegeven door God. Maar je kunt er best mee voor de dag komen dat jij in de werkelijkheid van alle dag, anno 2006, wil leven naar het zuivere evangelie van Jezus!

 

Je identiteit (2): je bent een nieuwe schepping

Wat zegt de bijbel eigenlijk over je identiteit? We hebben gelezen 2 Korintiërs 5:11-21. Wat in vers 17 staat is duidelijk genoeg: ‘Iemand die één met Christus is, is een nieuwe schepping’. Wie ben je? Wie mag je zijn? Je bent een nieuwe schepping!

 

Maar wat houdt dat in? Hoe leg je dat uit aan iemand die niets van God weet? Wat schepping is weten we allemaal. Met de schepping wordt de wereld bedoeld: bergen, zeeën, bomen, planten, dieren, mensen. Die schepping is mooi. Ook vele niet gelovigen kunnen onder de indruk raken van de schoonheid van de natuur. Stel je nou eens voor dat dit allemaal nog een slag mooier wordt omdat het vernieuwd wordt. Soms zie je zo’n stikker op een product in de winkel ‘vernieuwd!’, dan is het dus nog beter, mooier en lekkerder geworden dan het al was. Nu is dat bij de natuur misschien moeilijk voor te stellen want die is al mooi, maar bij de mens kunnen we ons daar best iets bij voorstellen. De mens heeft vele niet mooie kanten: van hoofdpijn tot egoïsme, van drift tot jeugdpuistjes. Dan vernieuwd worden ontzettend gaaf. Voor wie gelooft in God als de Schepper betekent dit dat Hij zijn hand naar je uitstrekt en je gaat vernieuwen. Zoals ook eens de aarde vernieuwd zal worden, de dood en het kwaad eruit, zo begint God daar nu al mee in de mens. Omdat de mens een schepsel is dat zelf kan denken kost dat veel tijd. God werkt namelijk van binnen naar buiten. Hij begint het hart van de mens te vernieuwen, zijn denken. De rest komt later, vanuit het hart.

 

In 2 Korintiërs 5:17 laat de apostel Paulus ons iets zien van hoe dat proces in zijn werk gaat: ‘Wie één met Christus is, is een nieuwe schepping. Het oude is voorbij, het nieuwe is gekomen.’ Dat laatste doet vermoeden dat het totale proces van vernieuwing al is afgerond. Toch is dat niet zo. Kijk maar om je heen, kijk maar in je eigen hart en leven. Daar zit vaak nog veel ouds. Nee, ‘nieuw’ is hier: verzoend met God. Dat is immers de nieuwe situatie door Christus. En ‘oud’ is: onverzoend met God, de situatie zonder Christus. Het is juist die verzoening met God, de herstelde band van nieuwe vrede tussen God en mens die het mogelijk maakt om verder vernieuwd te worden en eens volmaakt te zijn. Een nieuwe schepping zijn betekent dat er weer toekomst is voor God en jou samen. Dat je een nieuwe schepping bent markeert het begin daarvan. Er is vrede zodat er nu verder gewerkt kan worden.

 

Dan is het ook logisch dat iedereen die ‘in Christus’ is een nieuwe schepping is. Want het is juist het werk van Christus, zijn offer aan het kruis, dat ons verzoent met God de Vader. In Christus zijn betekent: Hem kennen. Een relatie, een band met Hem hebben waarin wat van Hem is van jou wordt. Zo gaat dat ook in een huwelijk. Veel mensen trouwen in gemeenschap van goederen. Dat betekent dat al hun bezittingen van hen beiden zijn. Niet alleen wat je kocht na je huwelijk maar ook wat je al had voor je huwelijk. Je kunt als gehuwden zelfs ook elkaars naam overnemen, een stukje identiteit! Met Christus is dat ook ongeveer zo. Wat Hij heeft wordt ook van jou: zijn goede relatie met de Vader, zijn toegang tot de Vader, zijn Geest en zijn gaven. Zelfs zijn naam mag je overnemen, een stukje van zijn identiteit: je mag kind van God worden. Een kind waar God van houdt.

 

Over het in Christus zijn wil ik nog iets meer zeggen. Het betekent: een relatie met Christus hebben door zijn Woord en Geest. Christus biedt zichzelf aan in de bijbel: Hier ben Ik, geloof in Mij. En door mijn Geest wil ik bij je zijn. In je wonen. Zodat als mijn Vader naar je kijkt Hij Mij ziet. Zo wordt de vrede tussen mijn Vader en jou je deel. Verzoening. Het oude, de vijandschap, is voorbij. Het nieuwe, de vrede, is gekomen. Nu ontstaat er ruimte om verder te kijken. Er ontstaat een toekomst voor je waarin de Schepper een plaats kan hebben. Om opnieuw zijn scheppershand naar je uit te steken… Ieder die dit evangelie aanvaardt is een nieuwe schepping. Verzoend met God en een toekomst te gaan.

 

Identiteitsvoedsel

Eerder in deze preek had ik het over identiteitsvoedsel. Dat is dat je gewaardeerd wordt om wie je bent, dat er anderen zijn die van je houden en dat ook laten merken, en daar afhankelijk van zijn. Daarnaar op zoek zijn, soms tot vermoeiends aan toe. En het werkt verslavend want het is fijn om gewaardeerd te worden. Daar groei je van en wordt je sterker van. Daarom kan uiterlijk ook zo belangrijk zijn: hoe zie ik eruit, kijken mensen wel naar me, zien ze me wel staan? En wat niet mooi is werken we weg. Daarom kan werkloosheid ook zo diep ingrijpen: niemand heeft me nodig, ik ben nutteloos. Daarom is je plaats in de groep zo belangrijk: lig ik een beetje in de markt of lig ik er uit? Vaak houden we al deze gevoelens verborgen terwijl we er ondertussen behoorlijk druk mee zijn. Want staat je aandeel de ene dag nog hoog de volgende dag kun je zomaar gekelderd zijn.

 

En dan komt het evangelie met iets heel bevrijdends. Er is identiteitsvoedsel dat heel voedzaam is. Je kunt je identiteitsvoedsel op aarde zoeken, maar ook in de hemel. Ik bedoel dit: de waardering van mensen is onzeker en wisselvallig, maar hoe God naar je kijkt is heel zeker, heel vast en blijvend. Hoe God naar je kijkt is niet afhankelijk van hoe je er uit ziet. Wat lelijk aan je is hoef je voor Hem niet te verbergen. Bespaar je de moeite, Hij ziet het toch. Maar Hij kijkt er door heen, Hij ziet in jou een schepsel dat Hij gemaakt heeft vol liefde en aandacht. Hij kijkt voor alles wat lelijk aan jou is naar Christus. Wie zijn zelfbeeld zoekt in God en Christus mag zich geliefd weten met eeuwige liefde. Een liefde waar je zelf niet voor hoeft te vechten om die te behouden. Wie zijn identiteit zoekt in God en Christus mag weten mooi gevonden te worden, inzetbaar, nooit nutteloos, er altijd bij horend. Voor God ligt niemand eruit. Hijzelf maakt de groep en geeft mensen daarin hun plek. Zie jezelf als een nieuwe schepping: in Christus verzoend met God en verzekerd van eeuwige liefdevolle aandacht en waardering.

 

Wat mag dit een troost en rust geven. Het eindeloze zoeken naar bevestiging en waardering van mensen kan weg. 2 Korintiërs 5:18 zegt: ‘Dit alles (dat je een nieuwe schepping in Christus mag zijn) is het werk van God.’ Hij is degene die hier bezig is. God is de eerste in de relatie, Hij komt naar je toe met zijn liefde. Hij komt naar je toe in Christus en Hij begint met vergeving om de relatie te kunnen herstellen. Zodat er weer sprake van opbouw kan zijn, van een toekomst samen. Waarin er nog heel veel aan en in de mens vernieuwd moet worden. Maar ook dat zal Hij doen. God zag al iets in ons toen wij nog niets in Hem zagen. Wanneer je dat bedenkt dan mag je zelfbeeld gaan veranderen. Van iemand die bang is en denkt zichzelf te moeten handhaven, naar wie je werkelijk bent: een door God geliefd schepsel dat Hij nooit laat vallen en waar Hij alles voor over heeft.

 

Wees er daarom alert op waar je je identiteitsvoedsel zoekt. Waar haal jij je waardering vandaan, van mensen? Dat is wankel, voor verschillende interpretatie vatbaar, verbonden aan voorwaarden en vaak van korte duur. Maar wanneer je jezelf ziet als een geliefd schepsel van God dat in Christus nieuwe vrede heeft met God, dan ontstaat er rust. Die liefde van God is niet afhankelijk van wat jij presteert, hoe je er uit ziet, wat voor werk je doet, hoe je in de groep ligt. Daarom, je identiteit in Christus zoeken, zijn liefdevol Woord tot je laten doordringen en dat aannemen, is het beste wat je kunt doen.

 

Gereformeerde Identiteit: naar het zuivere evangelie van Jezus willen leven

Wat is nu de link met gereformeerd zijn, met gereformeerde identiteit? Gereformeerd zijn is: naar het zuivere evangelie van Jezus willen leven. En dat ten opzichte van de hele werkelijkheid. Een werkelijkheid die voortdurend verandert. Daar vallen de stukjes op zijn plaats. Wie zijn identiteit als mens gevonden heeft in Christus zal naar het zuivere evangelie willen leven. Dat vorm willen geven in zijn nieuwe bestaan. Vanuit de vrede met God kan hij of zij naar zichzelf kijken, naar de kerk, naar deze wereld en naar de werkelijkheid van vandaag. Vanuit het evangelie van Jezus kan hij of zij keuzes gaan maken en het leven gaan inrichten. Gereformeerd is niet een zijn, maar een doen. Het is niet een naam, maar een actie. Namelijk steeds vernieuwd worden. Zoals Kolossenzen 3:10 dat zegt: ‘U hebt de nieuwe mens aangetrokken, die steeds vernieuwd wordt naar het beeld van zijn schepper en zo tot inzicht komt.’ Gereformeerd zijn begint niet in de kerk maar in je hart: grijp jij telkens naar de bijbel om daar Christus te ontmoeten? Om daar naar Gods woord over de werkelijkheid te luisteren en daar gehoor aan te geven? Gereformeerd zijn is met de woorden van Galaten 2:20: Christus leeft in mij. En 2 Korintiërs 5:15 laat zien dat het ook is: ik leef voor Christus. Gereformeerd zijn is een manier van geloven. Namelijk alles, heel de werkelijkheid benaderen vanuit Christus. Omdat jij één bent met Hem.

 

Dan gaat gereformeerd zijn niet over het verleden en de keuzes die toen gemaakt werden, maar over de keuzes die je nu maakt met het oog op de toekomst. Daarbij neem je heel de bijbel serieus en van daaruit ook heel de werkelijkheid. Gereformeerd zijn betekent niet wereldvreemd zijn of vanuit je eigen bastion de zaken bekijken, maar gewoon midden in het leven van alle dag staan. Dat kan ook, want je bekijkt alles vanuit Christus. Dan zie je wat goed is en fout, wat van Hem wegtrekt en wat naar Hem toebrengt, wat liefde is en liefdeloosheid, wat toekomst heeft en wat verdwijnen moet.

 

Onderzoek dat in jezelf: of en hoe Christus in je is. Of en hoe jij in Hem bent. Of je één bent met Hem. En dan kun je ook nog nadenken over hoe je die eenheid beleeft. Want je kent jezelf toch met al je zwakheid en zonde en achtergebleven oude mens? Maar vergeet dan niet dat alles bij God begon. Bij zijn liefde voor zondaren en een in zonde gevallen wereld. 2 Korintiërs 5:11-21 is daar vol van: verzoening, God is eerst met vergeving en verzoening. Dat houdt Christus jou en mij voor: laat je met God verzoenen. De vraag aan jou en mij is: geloof je dit? Aanvaard je dit? Laten we onderzoeken of we heel de bijbel ontvangen en aannemen. Laten we onderzoeken of we willen leven naar het zuivere evangelie van Jezus en of we er in slagen zijn Woord over onze werkelijkheid en de werkelijkheid van deze wereld te beluisteren. Laten we onderzoeken of we echt gereformeerd geloven, dat is: het zuivere evangelie van Jezus willen leven. Het kan, door Gods liefde en genade. Het kan, door Christus. Het kan, want Hij leert je zeggen: ik ben een nieuwe schepping. Amen.