Je bent niet zelfredzaam

24 december 2017

Wees niet bang als je alle hoop verloren hebt: God greep in.

Lezen: Jesaja 62:8-63:4, Matteüs 1:1-17

Tekst: Matteüs 1:12-16

Je zult maar hopeloos zijn. Het allemaal niet meer zien zitten. Je bent bang dat het niet meer goed komt met je relatie, je school, je werk, je kinderen, je toekomst. Wat is dat een vervelend gevoel. In onze cultuur ben je dan dubbel de klos want zelfredzaamheid vinden we heel belangrijk. Ook onze overheid stuurt sterk aan op de zelfredzaamheid van zijn burgers. En diep van binnen willen we dat ook zijn. We vinden het vervelend om afhankelijk te moeten zijn van anderen. Hulp geven vinden we gemakkelijker dan hulp vragen. We proberen het zo lang mogelijk zelf te redden. Maar waarom beginnen we dan elke kerkdienst met het belijden van onze afhankelijkheid: ‘Onze hulp is in de naam van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft’? Is dat alleen maar een vrome belijdenis? Soms ben ik daar een beetje bang voor. Als wij het zo moeilijk vinden om geholpen te worden, willen wij dan wel echt van genade leven? Ik kom heel veel zelfredzame christenen tegen. De cultuur zit dus ook in de kerk. Is er onder ons nog wel ruimte om hopeloos te zijn? Of zeggen we hier tegen elkaar: een christen hoort niet hopeloos te zijn. Maar, als je het nou met regelmaat bent? Geen uitzicht, geen hoop op herstel, wat dan? Is er ook niet heel veel verborgen hopeloosheid omdat het er zogenaamd niet mag zijn? Ervaren wij onze strijd tegen de zonde vaak ook niet als hopeloos? Je hebt het geprobeerd, maar de zonde was je keer op keer te sterk. Heb jij nog hoop dat het je ooit gaat lukken?

 

Nu is het thema van Advent 2017: Wees niet bang. Het staat voor op het leesrooster en er is al drie zondagen over gepreekt. Voor deze laatste zondag voor Kerst wil ik als boodschap meegeven: wees niet bang, ook niet als je alle hoop verloren hebt. En waarom hoef je dan niet bang te zijn? Omdat God ingreep. Hier gaat het over in het gedeelte dat we gelezen hebben, Matteüs 1:12-16. Wees niet bang als je alle hoop verloren hebt: God greep in.

 

Wat is er zo hopeloos aan deze verzen? De hopeloosheid zit in vers 12-15. Ik zou haast zeggen: het is 14 keer niks. Want wie kent die namen? Zerubbabel, Eljakim, Sadok, het klinkt allemaal best bijbels, maar bekende namen zijn het niet. Wie wist trouwens dat de vader van Jozef (de man van Maria) Jakob heette? Ik geloof niet dat ik het had geweten in een bijbelquiz. Is dat niet het hele probleem van dit gedeelte, 14 generaties compleet onbekende figuren. Je zou kunnen zeggen: 14 verloren generaties. Want er staat wel in vers 12 ‘Na de Babylonische ballingschap verwekte etcetera’, alsof die ballingschap voorbij is, maar de ballingschap had er heel diep ingehakt. Bedenk dat maar een klein deel van de Judeeërs teruggekeerd is naar Jeruzalem. De 10 stammen zijn sowieso verdwenen, maar ook van de twee stammen, Juda en Benjamin, is een groot deel in ballingschap achtergebleven. Waarom denk je dat Paulus op zijn zendingsreizen overal synagogen tegenkomt? Dat zijn Joden in de diaspora, in de verstrooiing. Ballingen die nooit zijn teruggekeerd. Waar denk je dat al die Joden vandaan kwamen die na de stichting van de staat Israël opeens uit allerlei landen ‘naar huis’ kwamen? Het zijn ballingen die nooit zijn teruggekeerd. Het woord ‘ballingschap’ is in Matteüs 1 maar niet een tijdsaanduiding, nee het duidt het verval van Israël aan: het volk Israël is op sterven na dood. Waar blijft de vervulling van Gods belofte aan Abraham? Wat is er misgegaan na het koningschap van David?

 

Eigenlijk is het heel eenvoudig: ze konden zichzelf niet bevrijden van hun zonden. En ze konden zich ook niet ontworstelen aan het oordeel van God over hun zonden. Ze waren niet zelfredzaam wat betreft verlossing van zonde en oordeel. Ze kwamen het niet op eigen kracht te boven. Het was eerder omgekeerd, ze gingen eraan kapot. En is dat verrassend? Nee toch? Ik kan mijn zonden ook niet overwinnen. Wie wel? Laat dit je bemoedigen wanneer je het heel oprecht probeerde maar er keihard op stuk liep. Het klopt dat je jezelf niet kunt redden van zonde en oordeel. Dat onze cultuur je opjut om zelfredzaam te zijn is dan heel lastig. Dat drukt je nog dieper naar beneden. Maar vanuit het evangelie mag je weten dat het klopt: je bent als mens niet zelfredzaam als het gaat over de verlossing van zonde en oordeel. Daarom moet iedereen die dat wel zegt, die wel op dat spoor zit, zich schamen. Matteüs 1 is beschamend evangelie voor hen die zich sterk wanen en geloven in hun eigen kracht en succes.

 

Maar hoe gaat dit verhaal dan verder? We zitten nu op een dieptepunt van onmachtig zijn, van hopeloosheid. Dat hoort bij deze 4e adventzondag. We zingen vanmorgen ook allerlei liederen die roepen om bevrijding vanuit de diepte. Tegelijk is het iets dat je het hele jaar door moet beseffen: je bent niet zelfredzaam als het gaat over de verlossing van zonde en oordeel. Denk nog maar even aan de preek van vorige week over Zondag 3, de vrije wil. Die hebben we niet. Wij mensen kunnen het niet goed krijgen hier op aarde. Toch hoef je niet bang te zijn. Want weet je hoe dit verhaal verder gaat? God greep in.

 

Dat is Matteüs 1:16. Een heel bijzonder vers. Eigenlijk ook wel een schokkend vers. Dit vers valt al op omdat de cadans doorbroken wordt, het refrein. Vanaf vers 2 is 39 keer het woord ‘verwekte’ gebruikt. ‘Abraham verwekte Isaak, Isaak verwekte Jakob, Jakob verwekte Juda,’ en zo gaat dat maar door. Verwekken is: zorgen voor het allereerste begin van een nieuw mensenleven, diep in de buik van de moeder. Maar dan staat er in vers 16 opeens: ‘Jakob verwekte Jozef, de man van Maria. Bij haar werd Jezus verwekt, die Christus genoemd wordt.’ Maar wacht even, dan hebben we hier toch het verkeerde geslachtsregister? Jozef is helemaal niet de biologische vader van Jezus. Als dat zo was had er moeten staan: ‘Jakob verwekte Jozef, Jozef verwekte Jezus, die Christus genoemd wordt.’ Maar dat staat er niet. Want Jozef is niet de biologische vader van Jezus. Jozef verwekte Jezus niet. Nee, het was de heilige Geest die zorgde voor het allereerste begin van dit nieuwe mensenleven, diep in de buik van Maria. Jezus is ‘ontvangen van de heilige Geest’, verwekt door de heilige Geest. Dat is wat we zongen in Psalm 2: ‘ik heb je vandaag verwekt.’ Die ‘ik’ is God. Dit is wat God in Jesaja 62:11 had aangekondigd: ‘Jeruzalem, je redder komt!’ Waarom kon Hij dit aankondigen? Omdat Hijzelf dit gaat doen.

 

Voel je nu waarom je niet bang hoeft te zijn? Omdat God zelf zijn eigen beloften vervult. God had gezegd: de gezalfde zal uit Juda voortkomen. Hij zal op de troon van David zitten. Maar als het dan bijna zover is -Jozef is geboren (hij is een prins uit het koningshuis van David) en hij is al voor de wet getrouwd met Maria (verloofd zouden wij zeggen)- dan opeens verwekt God de gezalfde. Bij Maria, van wie helemaal niet bekend is of ze van David afstamt. In Lucas 1:38 wordt de Levitische Elisabet een familielid van Maria genoemd. Mogelijk kwam ook Maria uit de stam Levi. Dit is dus een hele rare stamboom. Want als Maria uit de stam van Levi was dan zijn alleen Abraham, Isaak en Jakob biologische voorouders van Jezus, en de rest van de hele opsomming van Matteüs 1 niet. Wij zijn zo vertrouwd met ‘Jezus als Zoon van David’ dat we echt even met onze ogen zitten te knipperen: Jezus stamt helemaal niet af van David. Tenminste niet biologisch.

 

Toch geeft Matteüs juist deze stamboom. Daarmee zegt hij: Jezus stamt van David af via Jozef, maar dan op zo’n manier dat God hem aan Jozef geeft. Matteüs tekent hier heel bewust een afgehouwen stamboom. Zonde en oordeel hebben Israëls toekomst tot aan de grond toe afgekapt. Hopeloos is het. Maar dan grijpt God in. Van bovenaf. Hijzelf verwekt de beloofde nakomeling in het geslacht van David. Jezus is het rijsje, de telg, uit de tronk van Isaï (Jesaja 11:1).

 

Daarom zeg ik: wees niet bang als je alle hoop verloren hebt. Want God greep al eens in. De maagdelijke geboorte van Jezus, zijn verwekking door de heilige Geest laat zien dat de mensheid zichzelf niet kan redden. ‘Bij haar werd Jezus verwekt.’ Na 39 keer ‘verwekt’ staat er opeens ‘werd verwekt.’ Want Jezus is niet door een mens verwekt. Zijn allereerste begin lag in de hemel. Daarom heet Hij ook Jezus, dat betekent: God redt. En Hij heet Christus, dat betekent: gezalfde. Want Hij is de koning van Psalm 2. Psalm 2 zei al: ‘de wereldmachten spannen samen tegen de HEER en zijn gezalfde.’ Die wereldmachten geloven in zelfredzaamheid. Maar in Matteüs 1:16 wordt alle zelfredzaamheid aan diggelen geslagen. Misschien schaam je je nu omdat je in jezelf herkent dat je graag zelfredzaam bent. Ik ervaar die spanning wel, tussen zelfredzaam willen zijn en willen leven van genade. Maar God slaat alle gedachten aan zelfredzaamheid aan diggelen om je op Jezus te wijzen. Afgelopen zondagmiddag haalde ik Augustinus aan: ‘wie meent zich door zijn eigen natuur te kunnen rechtvaardigen, heeft Christus overbodig gemaakt.’ Hier in Matteüs 1:16 worden zelfredzamen en hopelozen op Jezus gewezen. Zelfredzamen om tot inkeer te komen en hun zelfredzaamheid af te leggen. Hopelozen om getroost te worden: er is hulp, er is redding voor je van God. Wie op Jezus hoopt voor hulp eert Hem echt. Wie op Jezus hoopt voor verlossing van zonde en oordeel eert Hem echt. En als Jezus je van zonde en oordeel wil verlossen, zal Hij je dan ook niet bij allerlei andere dingen willen helpen?

 

Nu is het lastige dat wij nog steeds in die samenleving van zelfredzaamheid leven. Die fluistert ons telkens maar weer onze grootheid in. Wie we zijn meten we af aan ons succes. Dan moet je dus wel (blijven) scoren. Ik denk dat de duivel daar achter zit. En de zonde diep in ons, de zonde van het begin: dat we het liever zonder God zouden redden op aarde. Geen God boven ons. Maar wat is het dan een genade dat God van bovenaf ingrijpt, dat Hij ons toch weer wil helpen. Daarom is het ook zo ernstig als je doorgaat met je eigen leven te leiden. Als je Gods ingrijpen niet wilt en je dus voortgaat op die oude voet, die oeroude manier van de zondeval. Je zegt: ik wil niet van God afhankelijk zijn maar gewoon mijn eigen gang kunnen gaan. Dan komt het toch niet goed met je? Kun jij jezelf soms redden als het er echt op aankomt? Dat is een enorme vergissing, het gaat je niet lukken. Wat juist zo mooi is bij God is dat je je hopeloosheid kunt erkennen. Dat je het niet meer ziet zitten, dat je geen uitweg meer ziet, dat je ten einde raad bent. Want dan zegt God tegen je: Ik greep al eens in. Voel je hoe bevrijdend dit is? God wil je helpen, Hij wil je redden. Je leven. Maar ook als het gaat over de dingen die ik aan het begin van de preek noemde:  relaties, school, opleiding, werk, je kinderen. Al die dingen waar je tegenaan loopt. Je strijd tegen ziekte of handicap. En ook je strijd tegen de zonde, tegen verslaving, tegen het intense verdriet van de gebrokenheid. Juist daarin greep en grijpt God in. Met Jezus en zijn Geest. Laat je helpen. Leef in een nabije afhankelijkheid van God. Denk daar maar eens aan bij die belijdenis van afhankelijkheid aan het begin van de dienst: ‘Onze hulp is in de naam van de Here…’ de Here Jezus!

 

Zo mag je moed vatten vanuit dit hopeloze stukje bijbel met dat verrassende slot. Jezus werd bij Maria verwekt vanuit de hemel. Redding komt van boven. Jezus is Gods grootste ingreep in deze wereld. Dat laat zien wat God met de wereld en met jou van plan is: redding! Wat je nu concreet kunt doen is oefenen met afhankelijk zijn, oefenen met je laten helpen. Vraag eens om hulp. Niet omdat je het zelf niet wilt doen of omdat je te lui bent, maar omdat je erkent dat je hulpbehoevend bent. Omdat je erkent dat je niet zelfredzaam bent. Je kunt niet alles zelf. Je bent eenzijdig, onaf, onvolmaakt, bij tijden zwak, je hebt de medemens nodig. De mens is geschapen om in relatie te leven, ook juist in relatie met God. Zonder die relatie met God red je het niet. Oefen eens met blijmoedig hulp vragen en hulp ontvangen. Liever helpen wij de ander want dat geeft je een goed gevoel. Probeer dat goede gevoel ook eens te krijgen als je geholpen wordt. Want geholpen worden is leven van genade. Dat is toch wat je wilt en wat je iedere zondag hier in de kerk belijdt?

 

Opvallend genoeg is de tijd van kerst een tijd waarin we nogal druk zijn. We organiseren van alles. Ook dit jaar is er weer veel georganiseerd. Dat is goed. Maar bedenk dat het allereerste kerstfeest volledig georganiseerd is door God. Amen.