Kom tot rust bij God

3 oktober 1999

Eerste preek, gehouden in de gemeente van Mariënberg, tijdens stage voor predikant.

Lezen: Exodus 31:12-17, Hebreeën 4:1-13

Tekst: Hebreeën 4:9-11

Vader zucht. Hij staat gebogen over de kofferbak van de auto. Er staan nog wat tassen op de grond maar eigenlijk is de auto al vol. Als hij rechtop gaat staan doet zijn rug zeer. Het is laat geworden vanavond. Er moest ook nog zoveel gebeuren. Zelf heeft hij nog tot gisteren gewerkt. Een drukke baan op een bedrijf waar hij veel verantwoordelijkheid draagt. Morgen gaan ze op vakantie, drie weken, en ze moeten een dag rijden om op hun bestemming te komen. Een dag om alles in te pakken is dan eigenlijk veel te krap.

 

Moeder is ook de hele dag bezig geweest. Ze wil het huis een beetje schoon achterlaten. En ze heeft broodjes en drinken klaargemaakt voor onderweg. Gelukkig liggen de kinderen nu op bed. Ze hebben vanavond nog snel hun konijnen weggebracht naar oma. Die schudde haar hoofd toen ze hoorde van alle onrust: dan ga je op vakantie om tot rust te komen van alle drukte en dan ben je er eigenlijk alleen maar drukker mee!

 

Vader buigt zich weer over de kofferbak. Hij propt de laatste tassen nog ergens tussen. Nu eerst maar gauw gaan slapen. Het wordt toch al een korte nacht want morgen moeten ze er vroeg uit. Dan moet hij fit genoeg zijn om te rijden. Hopelijk is zijn humeur dan ook nog goed ondanks alle stress. O ja niet vergeten, de mobiele telefoon moet ook nog mee. Dan kunnen ze hem van het werk altijd even bellen als er wat aan de hand is.

 

Zo kan dat gaan, toch? Je gaat op vakantie om tot rust te komen, maar eigenlijk ben je er alleen maar drukker mee. Ook als je rust neemt en probeert je te ontspannen, dan maalt er nog zoveel rond in je hoofd. Dat hoeft niet alleen je werk te zijn. Dat kunnen ook zorgen zijn of verdrietige herinneringen, of problemen rond relaties. Je kunt je dan afvragen, is er nog wel rust te vinden in dit leven? Er komt zoveel onrust op ons af. We kunnen dat vaak niet tegen houden, al zouden we dat wel willen. En nog een vraag, als je probeert je sterk te maken voor een stuk rust in je leven, word je dan niet wereldvreemd? Leef je dan niet al snel in je eigen fantasiewereld die los staat van de werkelijkheid om ons heen?

 

Tot rust komen, God nodigt ons daar toe uit. En Hij doet dat met klem. Dus rust bestaat nog wel. De schrijver van de brief aan de Hebreeën zegt: er blijft dus een sabbatsrust voor het volk van God (vers 9).

 

De deur naar de sabbatsrust van God staat nog open

Wat kun je als mens verlangen naar rust. Rust van al het werk dat wij op ons nemen, of rust van werk dat naar ons toegeschoven wordt. Of het nou betaald werk is of werk in ons gezin, of vrijwilligerswerk, of vergaderingen, of schoolwerk, het kan snel te veel worden. Het werk stapelt zich op, de berg wordt steeds hoger, je loopt steeds meer achterop. Op een gegeven moment word je er gek van. En wat gebeurt er: je wordt wat geprikkeld, je meldt je steeds vaker ziek, misschien word je wel overspannen.

 

Wat kun je dan verlangen naar rust. Even geen telefoon, even geen mensen aan de deur. Even geen gezeur aan je hoofd van wie dan ook. Misschien zeg je dan tegen jezelf of tegen elkaar: toch goed dat we na zes dagen werk een dag rust mogen hebben. Toch goed dat het zondag is.

 

Na zes dagen werken een dag rust, zo deed God dat zelf ook bij de schepping. Je kunt dat lezen in Genesis 2. God schiep de wereld in zes dagen en op de zevende dag ruste God van al het werk dat Hij gedaan had. Daarom heiligt God die dag, dat is de sabbat. En Gods volk moet die dag ook heiligen. In het vierde gebod wil God dat zijn volk leren. Maar wat houdt die sabbat nu precies in?

 

In Exodus 31 krijgen we daar zicht op. De sabbat is een dag waarop niet gewerkt mocht worden. Waarom niet? Omdat die dag geheiligd is aan de Here. Geheiligd, dat betekent: apart gezet. Zeven dagen in de week krijgen we van God. Om te leven voor Hem, om Hem te dienen. Maar de sabbat is dan die ene dag in de week die God helemaal terugvraagt van zijn volk. Op die dag wil Hij in het middelpunt staan. Dus het werk aan de kant en feest vieren. God geeft ons speciaal de tijd om te midden van alle drukte Hem te dienen. Op die ene dag in de week. God wil ons bevrijden van een rusteloosheid waarin je maar door gaat en door gaat. God wil ons bevrijden van een rusteloosheid waaraan je uiteindelijk kapot gaat.

 

Ook is de sabbat een teken tussen God en zijn volk. God en zijn volk horen bij elkaar. En daarom, zoals God rustte zo moet nu ook Gods volk rusten. Er staat in Exodus dat God op die zevende dag adem heeft geschept. God nam de tijd om op adem te komen. Zo mogen ook wij op adem komen op de sabbat van God. Wat goed is voor God zelf is ook goed voor ons. Sabbat vieren is: je op God richten met heel je leven en daar ook de tijd voor nemen. Die rust, dat is je leven aan God wijden, je tijd met God delen. Kom tot rust bij God, want Gods sabbatsrust geeft lucht.

 

Maar het is God wel ernst met die sabbatsrust. Als je die sabbatdag toch voor jezelf houdt en niet aan God teruggeeft dan kwets je God daarmee. Hoe vaak lees je niet in de bijbel dat het juist op dit punt fout ging bij het volk Israël? Eerst al toen het volk op het punt stond het land Kanaän binnen te gaan Je leest hierover in Numeri 13-14. In Hebreeën 4 wordt herinnerd aan wat daar beschreven staat. God wilde de Israëlieten het land Kanaän geven als een rustplaats. Zeg maar: een ‘sabbat’ om in te wonen. Maar het volk wordt bang door de verhalen van de verspieders, er zijn namelijk reuzen in het land. En dan zeggen ze: ach, waren we maar in Egypte gebleven. Maar dan wordt God boos en Hij stuurt ze terug de woestijn in om daar te sterven.

 

Heel de geschiedenis door ging het volk van God niet goed om met Gods gebod om te rusten. Maar hoe groot is dan toch nog weer Gods genade. In Psalm 95 -de Psalm die door de Hebreeënschrijver wordt aangehaald- zegt David door de Heilige Geest: er is nog steeds een mogelijkheid om God te gehoorzamen. Het is nog niet te laat. David zegt: ‘Heden, vandaag, als je Gods stem hoort, verhard je hart dan niet’ (vers 7). De schrijver van de Hebreeënbrief laat zien dat de beloofde rust zelfs in zijn tijd nog te vinden is. Zoveel eeuwen na David is er nog steeds een ‘heden’, een ‘vandaag’ om in te gaan tot de rust van God. Want toen Jozua het volk in het land Kanaän bracht was dat het eindpunt nog niet. Dat was niet de definitieve en volmaakte rust. Dus blijft er nog een sabbatsrust voor het volk van God.

 

Zelfs vandaag is er nog steeds die sabbatsrust voor het volk van God. De deur naar Gods rust staat nog open: heden, vandaag, als je Gods stem hoort, verhard je hart dan niet! De sabbatsrust waar het in Hebreeën 4 over gaat duidt op de rust straks, wanneer God alles nieuw maakt. Dat leven bij God in zijn koninkrijk noemt Hebreeën hier sabbatsrust. Dat betekent thuiskomen bij God. Dan mogen we leven bij God, ons hele leven Hem heiligen. Ons hele leven mag dan gericht zijn op het dienen van God. Volmaakt, zonder dat we afgeleid worden door drukte, stress en spanning. Zonder dat we moeten strijden tegen de zonde in ons. Wie tot die rust van God is ingegaan mag zelf ook rusten van zijn werken. Dat betekent rusten van al die dingen die ons mensen hier zo bezig kunnen houden, die ons hier zo kunnen frustreren. We mogen dan rusten net als God rustte. God nam de tijd om op adem te komen op de zevende scheppingsdag. Wij mogen dan bij Hem op adem komen van een leven dat vol is van moeiten, ziekte, onrust en strijd. Tot rust komen bij God, kan het mooier?

 

Die sabbatsrust van straks die mogen wij al in dit leven beginnen. Dus sabbatsrust straks bij God in zijn hemelse koninkrijk, maar ook nu al terwijl we nog midden in deze wereld leven. Terwijl we nog midden in de drukte van alledag staan. Kijk maar: God gaf een gebod om te rusten aan het volk Israël. God geeft ons een dag in de week, de zondag, speciaal de tijd om Hem te dienen. Eén dag per week, als teken van een heel leven uit liefde voor God. Dat betekent nu al in dit leven thuiskomen bij God, in zijn rust. Net zoals wanneer je de deur van een huis aan een drukke straat achter je dicht doet. Dan valt opeens de herrie van dat altijd maar voortrazende verkeer weg. Zo is het ook met dat thuiskomen bij God. Dan valt opeens de onrust van onze altijd maar door jagende wereld weg.

 

Maar die rust die God ons nu al wil geven kan zo gemakkelijk onder druk komen te staan. Onrust en drukte dringen je leven telkens weer binnen. Misschien voel je door ziekte, door handicaps of door wat voor omstandigheden ook maar wel nooit meer rust in je leven. Altijd maar doorgaan. Altijd maar door moeten  gaan. Geen tijd om op adem te komen. Geen mogelijkheid om vrijaf te nemen. Bijvoorbeeld omdat je iemand dag in dag uit moet verzorgen. Of door die altijd maar doorgaande strijd tegen de zonde. Wat kan die strijd je ook afmatten. Of er is onrust door twijfel en aanvechting, wat kun je dan uitgeput raken. Probeer dan toch te bidden om kracht om vol te kunnen houden. Of vraag anderen voor je te bidden als je het zelf een tijd lang niet meer kunt. En luister naar die uitnodiging van God: want ondanks alles, blijft er een sabbatsrust voor het volk van God.

 

Ga die rust binnen door geloof

Maar als je je voor deze rust sterk maakt, word je dan niet wereldvreemd? Als je nou perse niet op zondag wil werken, kun je dan nog wel ergens aan de bak? Of vallen er dan gelijk al allerlei banen af? Is rust wel haalbaar als je in deze wereld leeft? Is het wel mogelijk om die christelijke rust in ons drukke leven in te bouwen? Of moeten we dan helemaal op ons zelf gaan leven en werken als christenen?

 

Dit is een probleem waar je steeds vaker tegen aan loopt. Het is belangrijk om dan goed in de gaten te hebben waar het eigenlijk om gaat. Hebreeën 4 kan daar misschien bij helpen. Want daar wordt een richting gewezen. Vaak zijn die hele concrete problemen niet zo zwart-wit. Het is niet ja of nee, niet voor of tegen. Vaak zijn het hele moeilijke afwegingen. Maar de bijbel wijst ons wel een richting. Ook hier. De schrijver van de Hebreeënbrief zegt: er blijft nog een sabbatsrust voor het volk van God. Dat mag nu al beginnen. Dat sluit aan bij Gods rusten op de zevende scheppingsdag. Werken zonder limiet, dat is nooit Gods bedoeling geweest. De wereld om ons heen heeft het over een 24-uurs economie. De politiek richt zich alleen maar op het vergroten van de materiële welvaart. Het evangelie van Gods rust staat daar vreemd tegenover. Maar dan hoeven wij nog niet uit deze wereld te gaan. We hoeven ons niet als christenen te verschansen in een bolwerk dat elk contact met andersdenkenden buitensluit. Hou wel vast aan die richting die God wijst: trek af en toe de deur naar de wereld achter je dicht. Zoek dan de stilte van de omgang met God. In Bijbelstudie, in bidden, in zingen, in samen stil zijn voor God. Stil van verwondering over zijn evangelie van rust.

 

Je kunt je sterk maken voor de rust van God in je leven door je nu al te richten op de eeuwige rust straks. Hebreeën spoort je daartoe aan. Een beetje vreemd vindt de wereld je dan wel. Maar dat klopt ook. Wij mogen door het geloof nu al in een andere wereld leven. De wereld van God.

 

En dan zijn er nog mogelijkheden genoeg om bezig te zijn. Rusten betekent niet dat je niets doet. Rusten is meer dan een avond languit voor de tv. Rusten is allereerst je leven aan God wijden. Rusten is je tijd met God doorbrengen. Dat mag vorm krijgen in tijd en energie die je in je huwelijk en in je gezin stopt. In de gemeente. In werk dat je vrijwillig doet voor anderen. Ook in betaald werk midden in deze wereld. Werk dat je doet vanuit een houding van liefde tot God. Door die houding, door die gerichtheid op God mag er een stuk rust in je werk komen. Ook voor die ambtsdrager die naast zijn gewone werk avond aan avond in de gemeente bezig is. Dan is het soms ontzettend lastig om rust te vinden. Je kunt God en jezelf voorbij lopen in je inspanningen voor de gemeente. Rust is dan omhoog kijken. En bij alles wat je doet bedenken of je God ermee dient op een manier zoals Hij dat graag ziet. Dat geeft rust.

 

Door het geloof mogen wij nu al in een wereld van rust leven. Ons nu al richten op de eeuwige rust straks. Door het geloof. Want om in te gaan in die rust -nu al en straks- is geloof nodig. Geloof dat het goed is wat God met ons voor heeft. Er is vertrouwen voor nodig, dat God je keuzes zal zegenen. Want als je voor je rust opkomt, kun je in de problemen raken. Als je voor zondagsrust kiest, moet je kansen laten liggen. Dan heb je het geloof heel hard nodig. Om gehoorzaam te zijn. Gehoorzaamheid betekent hier in Hebreeën 4 gehoorzaamheid aan het levende Woord van God. Dat is Christus. Zijn Woord is krachtig en levend. Hij peilt je diepste motieven. Maak toch ernst met het vasthouden aan de band met Christus. Hij is onze hogepriester, zegt Hebreeën. Hij heeft zijn leven geofferd om ons te bevrijden van het kwaad, ook het kwaad van je eigen zin doen. En zijn gehoorzaamheid mag de onze zijn. Zorg ervoor dat je deel hebt aan Christus. Dat betekent dat je een relatie met Hem hebt. Met Hem praat in gebed, dat je zijn woorden leest en doet, dat je Hem opzoekt in de kerk. Dan moet je wel onthaasten want anders loop je Christus in volle vaart voorbij. Vind je rust in Christus. Want Hij was in onze plaats heilig en gehoorzaam voor God.

 

Laten we bidden om kracht om in dat geloof vol te houden. Laten we elkaar in dat geloof bemoedigen. Door elkaar te wijzen op dat rustgevende uitzicht op Gods koninkrijk. Door elkaar te wijzen op de rust die nu al ons leven mag vullen. Maak er ernst mee om tot Gods rust in te gaan, want het is niet gemakkelijk.

 

Kom toch tot rust bij God. Je mag nu al in dit leven rust hebben. Doordat je inziet wat echt belangrijk is. Er mag een heel stuk wereldse onrust van je afvallen. Je hoeft niet achter de mode van de dag aan te rennen om bij de tijd te blijven. Je mag zelfs verder in de tijd kijken. Je loopt juist voorop als je je richt op de toekomst bij God. Laat je leven zo door Christus bevrijden van drukte die gericht is op tijdelijk geluk. De mensen om ons heen zijn zo druk want ze denken: ik leef maar kort. Kinderen van God mogen meer ruimte hebben, meer tijd, een eeuwigheid. Een zee van rust om bij God te zijn. Als je dat weet mag je nu al leven in de rust van God. Je wilt je tijd nu al delen met God. Je weet: mijn leven is apart gezet voor Hem. Christus heeft mijn leven met zijn offer gekocht en hij heeft mijn leven opzij gezet voor de Vader.

 

Er blijft een sabbatsrust voor het volk van God. Daar mogen we naar uitzien. Daar mogen we door geloof in Christus binnengaan. Straks rusten van al die dingen die ons hier zo kunnen uitputten. En ook nu al, in dit leven. Het is een rustgevende gedachte dat je elke week op adem mag komen net als God. Je mag op adem komen bij God. Dat lucht op. Bij God tot rust komen, kan het mooier? Amen.