Ommekeer
8 december 2024
God kan het niet over zijn hart verkrijgen zijn kinderen op te geven.
Lezen: Hosea 11
Tekst: Hosea 11:8
Wist jij dat je liefde kunt misbruiken? Ik geef een voorbeeld. Misschien schop jij als je thuiskomt je schoenen lekker uit zonder ze op te ruimen. Je moeder zegt: ruim je schoenen op. Dat doe je niet, en dan ruimt je moeder ze maar op. Dat is haar liefde voor jou. Maar misbruik jij die liefde dan niet als je gewoon maar doorgaat met je schoenen te laten slingeren? Ach, denk je, waarom zou ik ze opruimen, dat doet mijn moeder wel.
Of stel, een man die door zijn vrouw bedrogen is gaat toch verder met haar. Hij houdt van haar en wil haar niet kwijt. Waarop zijn vrouw denkt: waarom zou ik er dan mee stoppen?
Zeker dit laatste voorbeeld is nogal heftig en roept onze woede op: dat kun je toch niet maken! Zo’n grote liefde, en daar dan misbruik van maken? En toch, is dit niet hoe het soms gaat tussen God en ons? God vergeeft ons vanuit zijn liefde onze zonden. Dat geloven we. Daar houden we ons aan vast, daar zijn we blij mee. Dit is het evangelie. Maar denken we soms ook niet: mooi, dan komt het dus wel goed met mij?
Het bijbelboek Hosea staat vol met oordeelsdreiging. En terecht, want het volk Israël (het Tienstammenrijk, ook wel Efraïm genoemd) heeft zich gruwelijk misdragen. De Here vergelijkt hen met een ontrouwe vrouw en met een kind dat de liefde van zijn ouders voor lief neemt en de andere kant op gaat. Daarom dreigt de Here met oordeel, met straf. Ook in het hoofdstuk dat we gelezen hebben gebeurt dat. Maar dan opeens in vers 8 zegt de Here: ‘Ach Efraïm, hoe zou Ik je ooit kunnen prijsgeven? Hoe zou ik je kunnen uitleveren, Israël?’ En dat gebeurt telkens in het boek Hosea. Tussen alle oordeelsprofetieën door hoor je beloften van redding, van genade en geluk. Maar dat is niet bedoeld om het aangekondigde oordeel af te zwakken, nee juist om des te meer aan te dringen op bekering.
Je kunt misbruik maken van Gods liefde door in je zonden te blijven leven. Misschien iets milder gezegd: vergis je niet in Gods liefde. Gods liefde is niet bedoeld als ruimte om door te gaan op je eigen weg. Om door te gaan met je eigen leven: ‘want God houdt toch wel van me, zijn liefde blijft bestaan.’ Dit is op zich waar, Gods liefde blijft bestaan. Maar op je eigen weg zul je Gods liefde op een gegeven moment niet meer tegenkomen. Gods liefde vraagt om bekering. Israël deed dat niet. En dus, ondanks dat God zei ‘hoe zou Ik je ooit kunnen prijsgeven?’ gingen ze toch in ballingschap.
Maar wat staat er precies in vers 8? Er staan twee plaatsnamen in dit vers: Adma en Seboïm. Ik ga het niemand kwalijk nemen als je niet weet wat voor plaatsen dit zijn. Ik noem twee andere plaatsnamen: Sodom en Gomorra. Dan weet je het wel: deze vier steden zijn omgekeerd (Deuteronomium 29:22). Zijn door God verwoest en vernietigd om hun gruwelijke zonden. En Israëls zonden zijn net zo erg. Je zou denken dat Gods kinderen zich kapot schrikken als de namen Adma en Seboïm vallen. Is God zo boos? Staat Hij op het punt met ons te doen wat Hij met Sodom en Gomorra, Adma en Seboïm deed? Maar dan zegt de Here: Nee, ‘Mijn hart wordt verscheurd, door barmhartigheid word Ik bewogen.’ In het Hebreeuws wordt hier het woord ‘omkeren’ gebruikt: mijn hart keert zich om in Mij (zie de Statenvertaling, NV51 en Herziene Statenvertaling). Dus in plaats van Israël om te keren zoals Hij Sodom en Gomorra, Adma en Seboïm omkeerde, keert God nu zijn eigen hart om. In het Nederlands zouden we zeggen: God kan het niet ‘over zijn hart verkrijgen’ om Israël te vernietigen. In het Hebreeuws ligt het dus heel dicht tegen elkaar aan: in plaats van Israël om te keren, keert God zichzelf om. Een pijnlijk, inwendig proces. Zijn eigen kinderen moeten straffen gaat Hem aan het hart. In het bijbelboek Hosea worden Gods emoties heel intens beschreven. Het verscheurt God van binnen om Israël te moeten opgeven.
Uiteindelijk doet God dat ook niet. Hij houdt zijn volk vast dwars door de ballingschap heen. En dat zijn hart zich in Hem omdraait wordt zichtbaar in Jezus. Over Jezus zei God niet: hoe zou Ik Hem overgeven? Nee, in Romeinen 8:32 staat: ‘Hij heeft zijn eigen Zoon niet gespaard.’ En in Jesaja 53:10 staat: ‘Maar de HEER wilde hem breken.’ Reken maar dat dit God van binnen verscheurde, dat zijn hart zich in Hem omdraaide toen Hij zijn Zoon aan het kruis zag hangen. Wij leven heen naar het Kerstfeest. En vandaag vieren we het Avondmaal. We zien daarin de diepe liefde van God. God kan het niet over zijn hart verkrijgen om mensen te straffen.
Maar vergis je niet in deze liefde. Wees niet dat kind dat denkt: waarom zou ik mijn schoenen opruimen, dat doet mijn moeder toch? Wees niet die vrouw die denkt, waarom zou ik trouw zijn als mijn man toch wel van me blijft houden? Vraag je eens af: wat werkt Gods liefde uit in jou? Je gebruikt Gods liefde toch niet om door te gaan met je eigen leventje en je eigen plannetjes? Wij leven in een tijd waarin het accent erg op Gods liefde ligt. Misschien komen we ook wel uit een tijd waarin het accent erg op Gods toorn lag, op zijn oordeel over onze vele en grote zonden. Dat willen we liever niet meer horen. En misschien wordt er ook wel minder over gepreekt. Ik ga hier niet zeggen of dat goed of fout is. Waar het om gaat is: ik wil Gods liefde goed begrijpen. Het ligt in mijn aard om Gods liefde te misbruiken, om te denken: Hij vergeeft toch telkens wel weer mijn zonden. Dat doet God ook, kijk maar naar het Avondmaal. Maar ik heb Gods liefde niet begrepen als ik dus maar doorga met zondigen. Als ik mijn eigen weg blijf gaan. Als ik me niet laat corrigeren door God. Als ik me er niet voor inspan om me te bekeren. Wie vasthoudt aan een onbekeerd leven loopt Gods liefde uiteindelijk mis. Dat ligt niet aan Gods liefde. God kan het niet over zijn hart verkrijgen om je zijn liefde te ontnemen. Maar die liefde vind je alleen dichtbij God, in een leven dat naar Hem toegekeerd is.
God wil je bevrijden van een leven waarin zijn liefde misbruikt wordt. Je ziet dat in het bijbelboek Hosea. Verbaas je over de enorme liefde van God: Hij richt liever zijn Zoon te gronde dan ons. En schaam je over jouw omgang met die liefde, dat je Gods liefde zomaar gebruikt om door te kunnen gaan met je onbekeerde leven. Max Lucado zegt: God houdt van je zoals je bent, maar Hij houdt teveel van je om je zo te laten. Begin in het klein, bekeer je van iets dat niet klopt in jouw leven, wat je ook echt wel weet maar wat je toch laat bestaan. Oefen het. Gods overweldigende liefde is het sterkste motief om je te bekeren. Amen.