Scherpzinnig als een slang, onschuldig als een duif

20 juli 2014

Christenen leven in een Jezus-vijandige wereld. Daarom moeten ze niet naïef zijn voor het kwaad (slang), maar tegelijk zullen ze blijven uitgaan van het goede in mens en wereld (duif).

Lezen: Matteüs 10:5-11:1

Tekst: Matteüs 10:16

Het begint zo langzamerhand een beetje op een dierentuin te lijken hier in de kerk. Vorige week hadden we een levensgrote mier op het scherm, nu drie wolven, een kudde schapen, een slang en een duif. Misschien ga je in deze vakantie wel naar een dierentuin. Dat is leuk. Twee jaar geleden waren wij in een dierentuin in Duitsland. Daar hadden ze ook wolven. Boven hun verblijf waren loopbruggen met een houten vloer en een net van touwen aan de zijkant. Daar onder liepen de wolven. Eigenlijk best wel eng. Ik dacht: je moet niet over die rand vallen want dan lig je in dat wolvenverblijf. Wolven zijn gevaarlijke dieren. Ze liepen daar ook wat hijgerig heen en weer. Het leek wel of ze erop zaten te wachten dat er iemand naar beneden zou vallen. Daar moet je toch niet aan denken.

 

Nu hebben we gelezen dat Jezus tegen zijn leerlingen zegt: ‘Ik stuur jullie als schapen onder de wolven.’ Wat? Is Jezus gek geworden? Dat kan toch helemaal niet? Stel dat je een schaap tussen de wolven zet, loopt dat goed af? Wat Jezus bedoelt is dat zijn leerlingen bij het uitvoeren van hun opdracht te maken krijgen met vijandschap. De twaalf discipelen moeten naar de steden en dorpen van Israël gaan en daar het komende koninkrijk van God verkondigen. Daarbij krijgen zij dezelfde krachten als Jezus: ze zullen zieken genezen, doden opwekken, melaatsen rein maken en demonen uitdrijven. Maar niet alle Israëlieten zullen daar blij mee zijn. Jezus deed diezelfde wonderen, maar de Farizeeën zeggen: hij kan dat alleen maar omdat hijzelf een duivel is, hij is de meester-duivel Beëlzebul (Matteüs 9:34). En Jezus’ leerlingen zullen met diezelfde haat te maken krijgen. De vijandschap tegen Jezus zal ook hen treffen.

 

Dat is denk ik nog steeds zo. Mensen die niets met christenen te maken willen hebben, willen vooral niets met Jezus te maken hebben. Misschien heb je wel eens gevoeld dat iemand vijandig tegen je deed omdat je christen bent. Dat voelt heel vervelend. Gelukkig worden christenen in Nederland niet vervolgd, niet in gevangenissen gestopt of gedood. Maar christenen leven wel in een Jezus-vijandige wereld. De meeste mensen moeten niets van Jezus hebben. Als je Jezus volgt dan kan de vijandschap tegen Jezus zomaar overslaan op jou. Hoe moet je daarmee omgaan? Dat is de vraag vanmorgen: hoe leef je als christen in een Jezus-vijandige wereld? Ik denk dat wat Jezus tegen zijn leerlingen zegt ook voor ons vandaag geldt. Jezus zegt: ‘Ik stuur jullie als schapen onder de wolven. Wees dus scherpzinnig als een slang, maar behoud de onschuld van een duif.’ We moeten het vanmorgen dus gaan hebben over de slang en de duif.

 

Een slang heeft hele scherpe zintuigen. Hij heeft een tong met een gevorkt uiteinde, daarmee ruikt hij. Een slang heeft schubben, daarmee kan hij voelen. De ogen van de meeste slangen zijn niet zo goed, maar een slang kan wel trillingen in de grond voelen. En het mooiste is, er zijn slangen die infraroodstraling kunnen waarnemen. Daarmee kunnen ze in het pikkedonker zien. Een slang is scherpzinnig, hij heeft scherpe zintuigen. Daarmee kan een slang heel goed en heel snel op zijn omgeving reageren. Of het nou is om een prooi te pakken of om te vluchten. Want dat doen slangen ook heel vaak. De meeste mensen zijn bang voor slangen, maar slangen zijn misschien nog wel banger voor mensen. Een slang valt een mens alleen aan als hij in het nauw zit, zijn eerste reactie is vluchten. Een slang weet dat zijn omgeving vol gevaar is.

 

En ja, een duif. Je ziet ze in tuinen, je ziet ze op stadspleinen, je ziet ze eigenlijk overal. Een duif lijkt zich in niets bewust van de grote, boze wereld om hem heen. Misschien heb je wel eens geprobeerd om een duif uit je hand te laten eten, op de Dam in Amsterdam of ergens op een ander plein. Je weet wel, zo’n plein vol met duiven. Vaak kun je dan ook nog van die zakjes duivenvoer kopen. Leuk voor de toeristen maar een overlast voor de bewoners vanwege alle duivenpoep. Zo’n duif kun je zo pakken. Voer op je hand, stil gaan staan en hij komt zo op je af: hebbes! Dat is de onschuld van een duif. Wij zeggen wel eens over een kind dat het nog onschuldig is. Dan bedoelen we: een kind gaat uit van het goede in mensen, is zich nog niet bewust van het bestaan van kwaad. Over dat soort onschuld gaat het hier. Een duif is zich van geen kwaad bewust.

 

Maar wat bindt Jezus zijn leerlingen nou op het hart? Wat bindt Hij ons op het hart? De boodschap van vanochtend, de boodschap van slang en duif is dit: wees niet naïef voor het kwaad, maar blijf tegelijk uitgaan van het goede in de mens en de wereld. Dit lijkt elkaar tegen te spreken, toch valt die tegenstelling wel mee. Ik ga deze twee dingen nu uitwerken.

 

Een slang zegt niet: ‘de wereld is goed’

Een slang is niet zo naïef om te denken dat de wereld goed is. De slang heeft vele vijanden: roofvogels, krokodillen, grote schildpadden, hagedissen, wezels, zwijnen, andere slangen. Hoefdieren hebben de neiging slangen te vertrappen uit zelfbescherming. De mens is ook een vijand van de slang, mensen doden slangen vaak omdat ze gevaarlijk zouden zijn. Allemaal vijanden van de slang. Nee, een slang is niet zo dom om te denken dat de wereld goed is. Ik zou haast zeggen, vanuit het verhaal van de zondeval: de slang weet maar al te goed dat de wereld slecht is. Hij werkte er zelf aan mee dat de wereld slecht werd.

 

Maar wat is er dan zo slecht aan deze wereld, zodat christenen die in die wereld leven de scherpzinnigheid van een slang moeten hebben? Drie dingen.

 

    De van God vervreemde mens

De wereld is niet goed omdat de mens van God vervreemd is. Hij kent God niet meer, hij wil God niet meer kennen. Er is afstand ontstaan tussen God en mens. De communicatie is verstoord geraakt. En onbekend maakt onbemind. De liefde van mensen voor God is bekoeld. Erger nog, is veranderd in vijandschap. In Psalm 58 zingt David over machtige mensen: ‘Van de moederschoot af zijn ze van God vervreemd’ (Psalm 58:4). Maar dit geldt niet alleen voor machtige mensen, ook voor eenvoudige. Paulus schrijft aan de christenen in Kolosse: ‘Eerst was u van hem (God) vervreemd en was u hem in al het kwaad dat u deed vijandig gezind’ (Kolossenzen 1:21). En met die van God vervreemde mens is de wereld een onveilige plaats geworden. We zien het nu in Ukraïne. En dat is nog maar één voorbeeld. Het topje van een enorme ijsberg.

 

    De vervloekte schepping

Het tweede dat de wereld tot een gevaarlijke plek maakt is de vervloekte schepping. De zondeval raakte de hele schepping. Niet alleen de mens werd slecht maar ook de schepping veranderde. Paulus schrijft aan de christenen in Rome: ‘De schepping is ten prooi aan zinloosheid.’ De schepping lijdt onder de slavernij van de vergankelijkheid. ‘Wij weten’ schrijft Paulus, ‘dat de hele schepping nog altijd als in barensweeën zucht en lijdt’ (Romeinen 8:20 en 22). Dorens en distels werken de mens tegen. Maar ook veel groter: natuurrampen zoals aardverschuivingen, vloedgolven, droogte en vernietigende stormen. De schepping is vervloekt.

 

    Gods vijand, de duivel

Als derde denk ik aan de duivel. ‘De duivel gaat rond als een brullende leeuw,’ zegt de apostel Petrus, ‘op zoek naar een prooi’ (1 Petrus 5:8). En het boek Job laat zien hoe dichtbij dat kan komen in een mensenleven, in ziekte, verlies en lijden. Ook in het boek Openbaring leren wij de duivel niet te onderschatten. Zijn haat tegen Jezus uit zich als haat tegen de kerk (Openbaring 12). Juist omdat de duivel weet dat hij het verloren heeft gaat hij zo tekeer. De ene keer en op de ene plaats met bruut geweld, een andere keer en op een andere plaats met subtiele verleiding (Openbaring 13).

 

Drie redenen om niet naïef te zijn als christen. De wereld is niet goed. Niet goed meer. Want de mens is van God vervreemd, de schepping vervloekt en Gods vijand, de duivel gaat rond als een brullende leeuw op zoek naar een prooi. Zet al je zintuigen open. Je bent als een schaap onder de wolven. Wie luistert naar de stem van Herder Jezus krijgt te maken met de weerstand tegen Jezus. Ook vanuit je eigen hart. Je moet echt slim zijn als een slang. Alert op elk gevaar. Soms moet je vluchten. Niet omdat de politie achter je aan zit maar omdat er situaties zijn waarin je verleid wordt tot zonde (1 Korintiërs 10:14, 1 Timoteüs 6:11). Het kan ook heel subtiel gaan: veel op televisie ademt een sfeer die helemaal hoort bij het leven zonder God. Dat allemaal over je heen laten komen is niet goed. Kijk bewust. Wij hoeven niet uit deze wereld weg te gaan. Dat zou ook niet kunnen, waar zou je naar toe moeten? Maar wees niet naïef voor het kwaad. De wereld is niet goed. Een slang weet dat de wereld niet goed is en zet daarom al zijn zintuigen open. Dat moet jij ook doen. De apostel Petrus zegt: ‘Laat uw geest (...) voortdurend paraat zijn (en) wees waakzaam (1 Petrus 1:13).

 

Een duif gaat uit van het goede in mens en wereld

We zullen scherpzinnig zijn als een slang, maar tegelijk de onschuld van een duif behouden. Een duif gaat uit van het goede in de mens en de wereld. Hoe kan dit nou samengaan? Een duif is niet voor niets het symbool van de vrede, de vredesduif. Het Hebreeuwse woord voor duif is ‘jona’. De profeet Jona heet dus ‘duif’. Ik geloof niet dat hij echt uitging van het goede in de mens. Hoewel, hij was bang dat de mensen in Nineve zich zouden bekeren. Misschien ging hij toch uit van het goede in de mens en de wereld. Maar waarom leert Jezus zijn volgelingen de houding van een duif? De wereld is niet goed, maar toch moet je blijven uitgaan van het goede in mens en wereld. Opnieuw drie dingen:

 

    Blijf zuiver

Het eerste is: blijf zuiver. Laat je niet in met het kwade en behoud je onschuld. Je leeft in een wereld die vol is van kwaad. Maar denk daarom niet: ach, het maakt allemaal niks uit, een zonde meer of minder daar kan God niet wakker van liggen. Denk niet: in deze wereld die vol is van kwaad is mijn onschuld een druppel op een gloeiende plaat. Dat is wel zo maar toch zegt de Here Jezus: behoud de onschuld van een duif. Laat het kwaad niet gewoon worden. Blijf het als iets vreemds zien. Iets dat er niet bij hoort in je leven en ook niet in deze wereld. Paulus schrijft in zijn brief aan de Romeinen: ‘Ik zou graag zien dat u de wijsheid hebt om het goede te doen en dat u standhoudt tegen het kwaad’ (Romeinen 16:19). En aan de Tessalonicenzen schrijft hij: ‘Onderzoek alles, behoud het goede’ (1 Tessalonicenzen 5:21). In beide teksten lijken de scherpzinnigheid van de slang en de onschuld van de duif bij elkaar te komen.

 

    Niet gedesillusioneerd of sarcastisch worden

De tweede reden waarom Jezus zijn discipelen leert de onschuld van een duif te behouden is omdat ze niet gedesillusioneerd mogen raken of sarcastisch worden. Dus Jezus’ leerlingen mogen niet de hoop verliezen en zich niet boos van hun tegenstanders afkeren. Bij hun opdracht -het koninkrijk van God verkondigen in Israël- zullen de leerlingen op tegenstand stuiten. Forse tegenstand. Jezus zegt: jullie zullen voor het gerecht worden gebracht en gegeseld worden. Jullie zullen worden uitgeleverd aan de heidenen (de Romeinse overheid). De mensen zullen jullie uitschelden en uitjouwen. Keer je dan niet ontmoedigd of kwaad van de mensen af met het idee dat ze zich toch nooit zullen bekeren. Blijf geloven in de goedheid van de mens. Niet vanwege die mens maar omdat Ik jullie zend. Ik, de goede Herder.

 

    Dit is de opening voor het evangelie

Zo kom ik op het derde. Jezus’ leerlingen moeten blijven uitgaan van het goede in de mens en in de wereld. Er is bekering mogelijk. Niet omdat er een restje goedheid in de mens is achtergebleven, maar omdat Jezus mens in deze wereld is geworden. Zie je het? De wereld is niet goed. Volgelingen van Jezus moeten niet naïef zijn. Maar juist vanwege het kwaad in de wereld is Jezus naar de aarde gekomen. Hij kwam om alles goed te maken. Jezus is sterker dan de krachten van het kwaad (Romeinen 8:38-39). Daarom kunnen zijn volgelingen blijven uitgaan van het goede in de mens en de wereld. En dit is de opening voor het evangelie. Dit zorgt ervoor dat het evangelie verkondigd blijft worden. Wanneer Jezus’ volgelingen naïef zijn voor het kwaad komen ze ten val. Wanneer ze voortdurend op het kwaad focussen verliezen ze de moed. Dan houden ze op het koninkrijk te verkondigen. Daarom moeten ze in hun houding uitgaan van het goede. Niet omdat positief denken nou eenmaal beter werkt maar omdat het Jezus is die hen op pad stuurt. Want Jezus is gekomen vanwege het kwaad en om alles goed te maken.

 

Als christen leven in een Jezus-vijandige wereld

Hoe blijf je slang en duif? Met die vraag ga ik afsluiten. God wil dat we niet naïef zijn voor het kwaad, maar tegelijk zullen we blijven uitgaan van het goede in mens en wereld. Dat laatste kan lijden met zich meebrengen. De duif was een offerdier in Israël. Maar zo blijft er opening voor het evangelie. En daar gaat het om, dat het koninkrijk van God verkondigd wordt. Ik merk aan mezelf dat ik niet naïef ben voor het kwaad. Maar hoe zit het met mijn kijk op ongelovigen, heb ik ook de onschuld van een duif? Wat is mijn verwachting van ongelovigen? Vraag jezelf dat ook eens af. Met welke houding sta jij in de wereld? Heb je door dat je zo kwetsbaar bent als een schaap, dat je op de weg van Jezus midden tussen de wolven bent? Of ben je misschien wat naïef als het gaat over de kracht van het kwaad? En hoe kijk je tegen ongelovigen aan, verwacht je het goede van hen? Juist dat kan een prachtig aanknopingspunt zijn voor het evangelie. Sommige ongelovigen leven voorbeeldig, geven in iedere collecte, doen goed aan hun naaste in nood, geen vloek komt uit hun mond. Zou jij dan niet kunnen vertellen dat dit komt door Gods Geest (Romeinen 2:14-15, 8:4)? Je blijft als christen slang en duif door goed naar Jezus zelf te kijken. Hij had een scherp oog voor het kwaad in de wereld. Tegelijk nam Hij dit kwaad en de schuld van mens en wereld op zich, om zo het goede in de mens en de wereld te kunnen brengen. Door zijn offer wordt het ook eens weer helemaal goed. De profeet Jesaja spreekt al van een vrederijk waarin wolf en schaap samen leven. Luister maar: ‘Wolf en lam zullen samen weiden, een leeuw en een rund eten beide stro en een slang zal zich voeden met stof. Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg - zegt de HEER’ (Jesaja 65:25, zie ook 11:6). God schept een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Tot die tijd zullen wij scherpzinnig zijn als een slang en tegelijk zo onschuldig als een duif. Wees niet naïef voor het kwaad, maar blijf uitgaan van het goede in mens en wereld. Dat is het evangelie van Jezus. Amen.