Spelen met Leviatan

24 augustus 2014

Oog in oog met de monsterlijke machten van een in zonde gevallen wereld mag je bedenken dat God speelt met Leviatan. Dit machtige zeemonster vormt voor Hem kinderspel.

Lezen: Job 40:25-41:26

Tekst: Psalm 104:26

Het lekkere van vakantie is dat je even alles achter je kunt laten. En dan denk ik ook aan het wereldnieuws. Wij hebben geen schotelantenne op de vouwwagen, ook lieten wij de krant niet doorsturen naar Frankrijk en het wifi-hok op de camping heb ik nauwelijks van binnen gezien. Wij vertrokken met de beelden van MH17 op het netvlies, wij kwamen terug met de colonne witte vrachtwagens die richting Oost-Oekraïne reed, met de christenen op de berg Sinjar in Irak, met het om zich heen grijpende Ebola virus en met de aanhoudende ellende in Gaza en Israël.

 

Zeker in het nieuws over Oost-Oekraïne zit de dreiging van oorlog. Een oorlog tussen Rusland en Amerika? Of een oorlog tussen Europa en Rusland? Die dreiging komt met het nieuws in je leven. Oorlog is een monster. Het slaat om zich heen, verscheurt en rukt uiteen. Kijk maar naar de vluchtelingen in Irak en naar de gebeurtenissen in Israël. In zo’n wereld leef je. Deze zomer wordt je er wel heel nadrukkelijk bij bepaald. Maar toevallig wil ik het juist vandaag met u hebben over een bijbels monster en over hoe God met hem omgaat: Leviatan. Een verschrikkelijk monster in de ogen van de Israëlieten en van de volken om hen heen. Maar voor God is deze Leviatan kinderspel, want dit vreselijke monster is maar een schepsel.

 

De plek van Leviatan in deze serie over dieren

Hoort Leviatan wel in deze serie over de dieren? We hebben het eerder gehad over de mieren en over slang en duif. Is Leviatan wel een dier? En wat voor dier dan? Misschien had je nog nooit van de Leviatan gehoord. Je zult hem tevergeefs zoeken in de dierentuin. Het is ook niet het monster van Loch Ness, hoewel hij daar wel een beetje op lijkt. Jesaja 27:1 heeft het over ‘Leviatan, de snelle, kronkelende slang’, het ‘monster in de zee.’ Het Hebreeuwse werkwoord waar Leviatan van afgeleid is betekent kronkelen of ombuigen. Er bestaat in een pretpark in Canada een achtbaan die Leviatan heet, en die achtbaan ziet er ook uit als een kronkelende slang. In de bijbel komt de Leviatan maar op vijf plaatsen voor en daarvan hebben we er nu al drie in beeld: Jesaja 27:1, Psalm 104:26 en Job 40-41. De andere twee zijn Job 3:8 en Psalm 74:14. In de Nieuwe Bijbelvertaling staat in Job 40:25 het woord krokodil, maar in het Hebreeuws staat daar hetzelfde woord als in Psalm 104. De vertalers hebben in Job 40 het woord krokodil ingevuld omdat het dier dat daar beschreven wordt nog het meest op een krokodil lijkt. Het lastige van het vertalen van zo’n woord als Leviatan is dat er geen woordenboek bij de bijbel zat. Nu zijn er natuurlijk wel woordenboeken Hebreeuws-Nederlands, maar zo’n woordenboek moet ook een keer gemaakt zijn. Als je een woordenboek Engels-Nederlands wilt maken dan wijs je gewoon op een tafel en vraagt aan een Engelsman hoe dat ding heet: table. Dat geldt ook voor dieren, je wijst op een duif en je krijgt te horen: pigeon. Maar je kunt niet op een Leviatan wijzen en aan een Israëliet uit de tijd van koning David vragen: hoe noemen jullie dit beest? Daar zit dus een probleem. In het modern Hebreeuws is Leviatan het woord voor walvis. Als je nu naar Israël gaat en je wijst op een walvis dan krijg je te horen: Livjatan. We zijn dus wel warm als we denken aan een zeedier. Maar een walvis heeft geen schubben, terwijl de Leviatan van Job 40-41 die wel heeft. Ook is het geen krokodil, want in Psalm 74 heeft de Leviatan meerdere koppen. Je komt er dus niet uit wat voor dier het precies is of was. Ook buiten Israël kende men de Leviatan, je komt hem tegen in teksten en verhalen. Dan is het een wat mythisch dier, een dier dat een rol speelt in de verhalen over het ontstaan van de wereld. Een beetje zoals draken in onze sprookjes. Soms gebruiken de bijbelschrijvers dat beeld, Leviatan als een monsterlijk dier dat voor mensen te sterk is maar voor God een speeltje.

 

Spelend houdt God Leviatan kort (Job 40-41 en Psalm 104:26)

Ik ga die vijf bijbelteksten bij langs om te ontdekken dat dit monster, Leviatan, kinderspel is voor God. Een makkie. God schakelt hem zo uit. God speelt met dit monster zoals een kat met een muis speelt. Zoals een kat al spelend een muis zijn nek breekt, zo doet God dat met Leviatan. God als kat en Leviatan als muis. Dat mag ik toch wel zo zeggen in deze serie over dieren, waarbij we door te kijken naar de dierenwereld God beter willen leren kennen. Gods grootheid, Gods majesteit en wijsheid, zoals Psalm 104 zegt. De berijmde Psalm 104 zegt aan het einde van vers 7 iets heel moois: ‘En in de schoot der zee leggen uw handen / de leviathan spelende aan banden.’ Als je dat vergelijkt met Psalm 104 in de bijbel dan ontdek je dat dit er helemaal niet staat. Psalm 104:26 luidt: ‘daar gaat Leviatan, door u gemaakt om ermee te spelen.’ Toch klopt het wel wat we zingen. God legt Leviatan aan banden. Want dat is de boodschap van Job 40-41. Wat een mens niet kan, kan God wel. Job, kun jij met een haak de leviatan op de kant trekken? Kun jij zijn tong met een touw beteugelen? Kun jij met een riet zijn neus doorsteken (Job 40:25-26)? Kun jij met hem spelen als met een vogel (29)? Nee, Job, dat kun jij niet. Maar ik kan het wel, zegt God. Ik heb hem zelfs gemaakt om mee te spelen. Spelend houd ik hem kort.

 

    Slapende monsters wakker maken (Job 3:8)

Maar wat zeggen die andere drie teksten over Leviatan? Ik begin bij Job 3:8. Daar staat: ‘Laten zij die het licht wekken die dag vervloeken, zij die het wagen om Leviatan te verstoren.’ Dat is een nogal vreemde zin die uitleg vraagt. Wat Job in deze verzen doet is zijn geboortedag vervloeken. Hij zegt: was ik maar nooit geboren. Als ik nooit geboren was dan was al deze ellende mij bespaard gebleven. Je weet wel: het verlies van al zijn bezit, al zijn kinderen, heel zijn gezondheid. Ik vind dat dit erg ver gaat, zeggen: was ik maar nooit geboren. Maar in die setting zegt Job dan: ik wou dat die dag waarop ik geboren ben nooit bestaan had. Ik wou dat het die dag donker was gebleven, zodat die dag nooit op de kalender terecht was gekomen. En in vers 8 roept Job dan de hulp in van mensen die je speciaal kon inhuren om een vloek uit te spreken, professionele vervloekers, denk aan iemand als Bileam. Die professionele dagvervloekers gingen volgens Job 3:8 als volgt te werk: ze hitsten Leviatan op. Zodat dit monster wakker werd en de zon zou opeten zodat het donker werd. Zo dachten de mensen uit de volken rond Israël. En Job gebruikt die voorstelling als hij zijn geboortedag vervloekt.

 

    De koppen van het oermonster door God verbrijzeld (Psalm 74:14)

We blijven nog even in de sfeer van monsters als we naar Psalm 74:14 gaan. In Psalm 74 bidden de Israëlieten om redding uit de hand van hun vijanden. Daarbij herinneren ze God aan de macht waarmee hij de wereld heeft geschapen: ‘U hebt de maan en zon een vaste plaats gegeven, u hebt de grenzen van de aarde bepaald’ (Psalm 74:16-17). En in dat verband zingen de Israëlieten dan: ‘U hebt door uw kracht de zee gespleten en de koppen van monsters op het water verpletterd, u hebt de schedels van Leviatan verbrijzeld, hem als voedsel gegeven aan de dieren in de woestijn.’ Hier is Leviatan een meerkoppig monster. Veel volken uit de tijd van Israël dachten dat de schepping van de wereld een strijd was geweest tegen de machten van de chaos. De machten van ‘in het begin was de aarde woest en leeg’. Maar dat ‘woest en leeg’ verzette zich. Het was een monsterlijk woestheid en leegheid. Maar God won. Hij vulde de aarde met schoonheid en pracht. Zo zingen de Israëlieten in Psalm 74 over God die de koppen van het oermonster verbrijzelde. En hun gebed is dan: laat die machtige God hen nu dan ook redden van hun vijanden.

 

    De machtige God wint het van de monsterlijke Leviatan (Jesaja 27:1)

In de laatste tekst gaat het ook over strijd tussen God en Leviatan, maar dan een strijd in de toekomst. In Jesaja 27:1 staat: ‘Op die dag zal de HEER ingrijpen: hij trekt zijn groot en machtig zwaard tegen Leviatan, de snelle, kronkelende slang, en hij zal Leviatan doden, het monster uit de zee.’ Een eerste vraag bij deze tekst is: op wat voor dag gaat de Heer ingrijpen? Op de dag dat de Israëlieten bij God gaan schuilen tegen zijn gericht over de volken. In de laatste verzen van hoofdstuk 26 staat: ‘Trek je terug in je kamers, mijn volk, en sluit de deur achter je (...) Zie hoe de HEER zijn woning verlaat en de mensen op aarde voor hun wandaden laat boeten’ (Jesaja 26:20-21). Het is dus een gerichtsdag. Maar dat betekent dat het woord Leviatan in 27:1 slaat op mensen, op volken. Uitleggers denken aan Egypte, Assyrië en Babylonië. Egypte is dan het monster in de zee, het ligt immers aan zee, en Assyrië en Babylonië zouden worden aangeduid als de snelle, kronkelende slang vanwege de rivieren de Eufraat en Tigris. Hoe het ook zij, ook in deze tekst wint de machtige God het van die monsterlijke Leviatan.

 

De mooiste samenvatting van deze vijf teksten vind ik daarom wat er staat in Psalm 104 berijmd, vers 7: ‘In de schoot der zee leggen uw handen / de leviathan spelende aan banden.’ Het monster van Job 3:8 dat hele dagen kan opslokken, dat veelkoppig monster is volgens Psalm 74:14 door God een kopje kleiner gemaakt en kan in Jesaja 27:1 dienen als beeld voor volken die God vernietigt in zijn oordeel. Voor mensen is dit monster veel te groot en te sterk, dat beschrijft Job 40-41. Maar voor God is het temmen van Leviatan kinderspel. Het is maar een schepsel, zingt Psalm 104.

 

Wat zegt dit over God en de machten in deze wereld?

Wat zegt dit over God? En wat zegt dit over alles wat machtig en monsterlijk is in deze wereld en wat zo’n indruk op ons maakt? Het hoeft dan niet alleen te gaan over monsterlijke machten in deze wereld, zoals de dreiging van oorlogen en epidemieën of de dreiging van een vastlopende samenleving zoals in Ferguson. Denk ook aan monsterlijke machten in je leven: een ziekte waar je tegen vecht, een verslaving waar je los van wilt komen, gedachten en gevoelens die je naar beneden halen, de macht van jaloezie in je leven, van verbittering, de macht van de zonde, voelbaar en merkbaar in terugval telkens weer.

 

    Waarom, o God?

Wat Job doet bij al zijn ellende is God ter verantwoording roepen. Waarom laat God dit allemaal toe? Waarom laat Hij die monsterlijke machten hun gang gaan? Zo kun je toch ook naar het journaal kijken? Waarom kunnen gewapende mannen ongekend wreed hun gang gaan? Waarom laat God een vliegtuig vol onschuldige burgers neerschieten? Misschien zeg je bij jezelf: ik weet het niet. Misschien zeg je het als christen: we weten het niet. En ik zal u vertellen: ook ik weet het niet. Job slingert God die vraag recht in het gezicht: nou God, waarom? Vertel het me!

 

    Gods antwoord

En God antwoordt: Job, ‘Kun jij met een haak de Leviatan op de kant trekken en zijn tong met een touw beteugelen? Kun jij met een riet zijn neus doorsteken en met een doorn zijn kaak doorboren? Kun jij met hem spelen als met een vogel, hem aan een touw houden, voor je dochters?’ Job, ‘Geen tegen hem getrokken zwaard houdt stand, geen speer, geen lans, geen pijl. IJzer beschouwt hij als stro, brons als rot hout. Voor hem is een knuppel als stro en hij lacht om het suizen van speren. Hij heeft op aarde zijn gelijke niet, hij is een schepsel zonder vrees’ (Job 40:25-41:26). En Ik, zegt God in Psalm 104, en het is ook de suggestie van Job 40-41, Ik leg hem spelende aan banden. Kinderspel! Dat grote, schrikwekkende, angstaanjagende monster heb Ik dus wel aan een touwtje. En Jobs reactie is een van de mooiste gedeelten van het hele boek Job. Hij zegt dan: ‘Nu weet ik dat niets buiten uw macht ligt en geen enkel plan voor u onuitvoerbaar is. Wie was ik dat ik, door mijn onverstand, uw besluit wilde toedekken? Werkelijk, ik sprak zonder enig begrip, over wonderen, te groot voor mij om te bevatten (...) Eerder had ik slechts over u gehoord, maar nu heb ik u met eigen ogen aanschouwd. Daarom herroep ik mijn woorden en buig ik mij, zoals ik hier zit in het stof en het vuil’ (Job 42:1-6).

 

Verlies Gods grootheid niet uit het oog

Job was Gods grootheid uit het oog verloren. Wat gebeurt dat niet gemakkelijk wanneer je oog in oog staat met de monsterlijke machten van ziekte en zonde en wat ze uitwerken, van oorlog en de vernietiging van mensenlevens. Wie Gods grootheid uit het oog verliest gaat God zomaar ter verantwoording roepen voor het kwaad in de wereld. Dan kan het gebeuren dat je moeite krijgt met Gods besluiten. Ook zijn besluit over jouw leven. Job wilde Gods besluit over zijn leven toedekken (42:3). Hij wilde zijn leven losmaken van Gods besluit en daarmee ook van Gods zorg. Hij zei eigenlijk: dat besluit van God over mijn leven, weg er mee! Terwijl hij juist veilig was bij zijn machtige en liefdevolle God. En dat geldt ook voor jou. Je hoeft de besluiten van God niet te begrijpen. Vaak kun je ook niet begrijpen waarom iets in je leven of in deze wereld gebeurt. Maar wie in zijn nood en worsteling zijn vragen aan God stelt, de omgang met Hem zoekt, doet de ontdekking van Job: nu weet ik dat niets buiten uw macht ligt, eerder had ik slechts over u gehoord maar nu heb ik u met eigen ogen gezien. God laat zichzelf zien in deze wereld. God laat zichzelf zien in zijn macht. Wat ons angst aanjaagt is kinderspel voor Hem.

 

    Gods spelen is belangrijk voor ons en voor de wereld

Het is wel een ernstig spel. Geen ‘spielerei’, het gaat hier niet over iets wat er eigenlijk niet zo toe doet. Gods spelen met Leviatan is belangrijk voor ons en voor de wereld. Voor ons omdat wij zo Gods grootheid en majesteit ontdekken. En we ontdekken ook dat die machten die ons zo kunnen begroten maar schepsels zijn. Ook die wereldmachten die zich zo grootmaken en die terroristen die zo vreselijk huishouden. Het slot van Romeinen 8 laat zien dat niets ons kan scheiden van Gods liefde omdat alles buiten God slechts schepsel is. Dat is zo mooi. Paulus zegt: ‘Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer’ (Romeinen 8:38-39). Wat geschapen is, is nooit sterker dan zijn schepper. Spelenderwijs houdt God de machten er onder. Zo mag je het nieuws van de komende week op je af laten komen, wat het nieuws ook brengt, welke rampen er ook over de aarde gaan, welke dreiging het ook inhoudt. God alleen vult je hart met rust. Niet allerlei bezwerende woorden van ministers en regeringen, niet de verhoging van het defensiebudget, alleen God vult je hart met rust. Vertrouw op Hem die speelt met Leviatan.

 

Ook voor de wereld is Gods spel met Leviatan belangrijk. Dan denk ik aan wat het boek Openbaring zegt over Gods strijd met de draak, dat is de satan (Openbaring 12 en 20). Een monsterlijke macht. Nu nog gaat de satan rond om te verleiden en te verslinden. Hij heeft nog macht en hij laat die macht ook voelen. Maar ook hij is slechts een schepsel. Ook met hem speelt God zijn spel. Een dodelijk spel, voor satan. Want hij delft het onderspit, dat staat vast. Hij werd al uit de hemel verwijderd, eens komt de dag dat hij van de aarde wordt verwijderd. God versloeg satan in Christus. Daarom regeert Christus nu vanuit de hemel. In macht en majesteit. Zo heeft God de angel uit iedere dreiging weggenomen. De dreiging van wereldmachten en hun leiders, de dreiging van dood en verderf, de dreiging van ziekte en zelfs van de zonde. Geen van hen heeft straks het laatste woord. Dat heeft God.

 

Vertrouw op God die speelt met Leviatan

Verlies daarom Gods grootheid niet uit het oog wanneer je oog in oog staat met de machten van deze wereld. Dat zeg ik tegen mezelf als ik het nieuws op me af laat komen. Het is de ontdekking van Job. Dan zeg ik net als Job: ik herroep, ik neem het terug, ik zeg niet meer verbijsterd: waarom laat u dit allemaal toe? Maar ik buig mij voor God neer en zeg: hoe groot moet uw wijsheid zijn, uw almacht, uw majesteit. Op u wil ik vertrouwen. Vul mijn hart met rust, vul mijn hart met u zelf. Amen.