Teruggaan achter het beloofde

1 juni 2014

Wie vertrouwt op de Belover en zijn belofte gelooft. Wie zich vastklemt aan het beloofde dient een afgod.

Lezen: Genesis 22:1-19, Hebreeën 11:1-3

Tekst: Hebreeën 11:17-19

Leven met God door de week, daar gaat de preek vanmorgen over. Geloven door de week. Hoe doe je dat? Blijkbaar is geloven op zondag op een bepaalde manier gemakkelijk, maar door de week is het moeilijker. Tenminste zo pikte ik dat op uit het gesprek met hen die vandaag belijdenis gaan doen. En ik denk dat het breder herkend wordt.

 

Waar zit dat dan in? Als je op zondag naar de kerk gaat dan word je als het ware meegenomen in een stuk leven voor God. Je hoort over God, je zingt, je bidt, je denkt over God en je relatie met Hem na. Maar op maandag t/m zaterdag moet je dat zelf doen. Zelf je bijbel open doen, zelf bidden, zelf je aandacht op God richten. Er is niet een format waar je instapt zoals dat er wel op zondag is. Op zondag zijn er gewoon kerkdiensten. Ik denk dan wel eens, dat moeten we door de week dan ook maar doen.

 

Een vraag vanuit geheiligd verlangen

Zolang dat er niet is blijft de vraag: hoe leef je nou met God door de week? Ik ben sowieso ontzettend blij dat jullie die vandaag belijdenis doen die vraag gesteld hebben. We hebben deze dienst samen voorbereid en daarbij heb ik de vraag gesteld: waar moet het over gaan op de belijdeniszondag? Daar kwam dit uit: Leven met God door de week. Het mooie daarin vind ik dat jullie daar dus naar verlangen. Jullie willen met God leven door de week. Jullie doen dus terecht belijdenis. Jullie geloof is gerijpt en iets van jullie zelf geworden. En jullie legden vervolgens in alle openheid die moeite op tafel: door de week is het best moeilijk om met God te leven. Eén van jullie zei: de boodschap van de preek is tegen de tijd dat het woensdag is wel ongeveer uit mijn hoofd verdwenen; vind ik nog steeds heel aardig hoor: twee hele dagen. Verder zijn er gewoon veel andere dingen die je aandacht opslokken door de week. Jullie hadden trouwens zelf ook een aantal praktische ideeën. Eén van jullie zei: het is goed om standaardtijden te kiezen voor bijbel lezen en bidden, een vast moment op de dag. En: om door de week te geloven is het belangrijk bijbel te lezen, te bidden, maar ook om gesprekken te hebben met vrienden en ouders. Ik kan dat alleen maar beamen. Tegelijk zal ik aan het einde van deze preek nog een paar praktische aanwijzingen geven voor leven met God door de week.

 

Een vraag vanuit verwarring

Nu zat er ook nog een diepere laag onder jullie moeite om met God te leven. Jullie zeiden: soms snap ik God ook niet. Als dingen tegenvallen of moeilijk zijn of niet lukken. Blijven geloven als dingen tegen zitten, hoe doe je dat? De naam van Job werd genoemd. Job krijgt tegenslag op tegenslag te verwerken en toch blijft hij op God vertrouwen. Iemand anders zei: soms is het ook heel verwarrend, je wilt met God leven maar je snapt niet waarom Hij bepaalde dingen van je vraagt. En vanuit dat laatste kwamen we uit bij Abraham. We hadden het boek Hebreeën al open voor ons liggen omdat ik had gezegd: als er één Bijbelboek is waarin het gaat over volhouden in je geloof, niet verslappen, dan is het Hebreeën wel. En toen kwam één van jullie met Abraham, Hebreeën 11:17-19.

 

Wat er gebeurt in het leven van Abraham

Als je daar nou naar kijkt dan gebeurt er in het leven van Abraham iets heel opvallends. We gaan nu even de diepte in. Er zijn allerlei vragen bij dit verhaal te stellen. We hebben het verhaal gelezen in Genesis 22. Je kunt je afvragen of God dit offer wel van Abraham mocht vragen; God wil toch helemaal geen mensenoffers? Je kunt je ook afvragen of Abraham dit wel mocht doen. Was het niet verkeerd dat hij echt van plan was om zijn zoon te doden? Nog een hele belangrijke vraag: stelt God mensen op de proef? Doet Hij dat nu nog? En wat vind je daarvan? In deze preek ga ik die vragen niet beantwoorden. Denk er zelfs eens over na komende week en lees deze gedeelten dan opnieuw.

 

Het beloofde opofferen

Wat ik vanmorgen wil doen is u en jullie laten zien wat Abraham doet, omdat God het van hem vraagt, en waarom Abraham dit kan doen. Wat Abraham volgens Hebreeën 11:17-19 doet is dit: hij offert het beloofde op, terwijl hij blijft geloven in de belofte. Hij offert Isaak -dat is hij echt van plan, in zijn hart is hij Isaak ook al kwijt- maar hij blijft geloven in een grote nageslacht door Isaak. Abraham had een belofte van God ontvangen: door Isaak zul je nageslacht krijgen, via Isaak komt er uit jou een groot volk voort. En Abraham klemde zich aan die belofte vast, hij had die belofte met zoveel blijdschap ontvangen. En hij blijft geloven in die belofte, terwijl hij de deur naar het uitkomen van die belofte in het slot moet gooien. Menselijkerwijs gaat hier alles fout. Maar Abraham gehoorzaamt omdat hij eindeloos hoge verwachtingen heeft van wat God kan doen.

 

Drie dingen: de belofte, het beloofde, de belover

Ik ga een voorbeeld geven van wat Abraham hier doet. Stel iemand belooft jou een vakantieweek in zijn vakantiehuisje. Vervolgens vraagt diezelfde persoon van jou om hem te helpen dat vakantiehuisje af te breken. Hè, maar die vakantie dan?! Hoe blijf je dan geloven in de belofte: ‘jij mag een week in mijn huisje zitten’, terwijl je het beloofde -het huisje- kapot moet maken? Hoe kan Abraham blijven geloven in de belofte: ‘door Isaak word jij tot een groot volk’, terwijl hij het beloofde -Isaak- moet doden? Dat kan alleen als je kijkt naar de ‘belover’, degene die belooft. Je hebt een belofte (de mondelinge toezegging), het beloofde (wat je krijgt), en je hebt degene die belooft. Het is heel belangrijk dat je die niet vergeet. Abraham heeft hoge verwachtingen van wat God kan doen. God is degene die belooft. En de proef die God hier neemt is of Abraham vertrouwt op het beloofde of op de Belover en zijn belofte. Daar valt de beslissing. Ook voor u en jou. Wie vertrouwt op de Belover en zijn belofte gelooft. Wie zich vastklemt aan het beloofde dient een afgod.

 

Je leven verliezen om het te behouden

Ook daar wil ik een voorbeeld van geven. Wat God ons belooft is leven. God belooft ons heel veel, maar ik kan me voorstellen dat de belofte van leven een hele belangrijke voor je is. God belooft je leven te geven (vele teksten, bijvoorbeeld: Psalm 133:3, Johannes 11:25, 1 Tessalonicenzen 5:10). Maar hoe kan het dan dat God soms leven afneemt? Dat God het leven van jonge mensen vraagt? De belofte is leven. Het beloofde is ieder dag kunnen ademen. Als God het beloofde van je afneemt, of dat dreigt door ziekte, hoe blijf je dan geloven in de belofte? De vraag is: waar klem je je aan vast, aan het beloofde of aan de Belover? Hou je vast aan je leven of aan God? Jezus zegt: ‘Wie zijn leven probeert te behouden zal het verliezen, maar wie zijn leven verliest omwille van mij, die zal het behouden’ (Mattheüs 10:39). Ik kan me voorstellen dat de jongeren hiermee worstelen. Je doet belijdenis van je geloof in God, maar hoe kan God dan bepaalde dingen van je vragen of van je afnemen? Dat is verwarrend.

 

De uitdaging van geloven

De jongeren die vandaag belijdenis doen voelen die uitdaging. De uitdaging van geloven en blijven geloven terwijl je lang niet altijd de zegen daarvan ervaart. En dat voelen we toch allemaal? Hier in Hebreeën 11 leer je zien wat geloof is. Niet vertrouwen op het beloofde maar vertrouwen op de Belover en zijn belofte. Erop vertrouwen dat de belofte blijft staan ook als het beloofde er niet is of tijdelijk niet is. En dat vanuit je verwachting, je hoge verwachting van wat God kan. In het voorbeeld van net: je hecht niet aan je leven maar aan degene die leven geeft en kan geven. Laatst heb ik het zo gezegd: wij geloven niet in het eeuwige leven maar wij geloven in God, bij wie dat leven is. Daarmee ga je terug achter het beloofde. Het gaat niet om wat jij hebt maar om God en wat Hij kan doen.

 

Teruggaan achter het beloofde

Je ziet hier dus wat geloof is: teruggaan achter het beloofde en alles verwachten van God. Je snapt nu ook -hoop ik- dat moeiten in je leven in dit kader staan, of door jou in dat kader gezet kunnen worden. Dit is ook waar de mensen mee te maken hadden die in de Hebreeënbrief worden aangesproken. Deze gelovigen riskeerden nogal wat kwijt te raken: hun bezit, hun vrijheid, hun leven. Kijk maar in hoofdstuk 10:34: ‘U hebt meegeleefd met de gevangenen onder u, en toen u van uw bezittingen beroofd werd, hebt u dat in vreugde aanvaard, in de wetenschap dat u iets beters bezit, een blijvend bezit voor uzelf.’ Dat is nogal wat. Het is wel het leven waar de hele brief op aanstuurt. Zo’n leven wil de schrijver bij zijn lezers bewerken. Een leven dat de hoge prijs van de liefde voor God ziet -namelijk verlies van bezit, vrijheid en leven- maar dat met vreugde accepteert uit dankbaarheid om alles wat God ons gegeven heeft in Christus. Dit is maar niet een aanhangsel bij het geloof, dit is niet een soort ‘geloven-plus’, voor wie het aankan, dit is de essentie van geloof. Geloven is leven op een manier die nergens op slaat als God er niet zou zijn. Dit is het geloof waardoor je behouden blijft (Hebreeën 10:39). Dit is wat Jezus bedoelt met je leven verliezen om het te winnen (Matteüs 10:39).

 

Risico-nemende en verlies-aanvaardende liefde

Deze risico-nemende en verlies-aanvaardende liefde heeft hele praktische uitwerkingen. Daar kom ik straks op. Het is belangrijk eerst echt goed de basis te zien waarop deze liefde staat. Want deze risico-nemende en verlies-aanvaardende liefde is simpel, maar niet eenvoudig. Simpel onder woorden te brengen, maar niet eenvoudig om te doen. Wat is het fundament waarop die risico-nemende en verlies-aanvaardende liefde in jouw leven stevig kan staan? Want deze uitdaging komt op iedereen af die belijdenis heeft gedaan. Het fundament daarvoor is geloof. Het fundament is je verwachting van wat God kan doen. Abraham ging ervan uit dat God Isaak uit de dood kon teruggeven. ‘Hij zei bij zichzelf dat het voor God mogelijk moest zijn iemand uit de dood op te wekken.’ Dat is een bijzonder hoge verwachting van Gods kunnen. Abraham leefde ver voor de dodenopwekking door Elisa en ver voor de opwekking van Lazarus. Abraham ging ervan uit dat God iets kon doen dat nog nooit vertoond was. En moet je nagaan: ondertussen heeft God zijn eigen Zoon uit de dood opgewekt. Heeft God zijn eigen Zoon geboren laten worden als mens, heeft God hem geofferd aan het kruis. Toen was er geen stem die vanuit de hemel riep: ‘raak Hem niet aan, doe Hem niets’. Waar Abraham moest stoppen ging God verder. God deed wat nog nooit vertoond was: Hij had lief tot het uiterste. De grote ontdekking van Hebreeën 11:17-19 is dat het bij geloof draait om vertrouwen op God in plaats van op het beloofde, en dat je zo het beloofde kunt missen terwijl je geloof in de belofte blijft. Wat is dit bevrijdend. Dit betekent dat je je gezondheid, je leven, je huis, je bezit en je geliefden kunt verliezen, terwijl je toch aan de beloften van God blijft vasthouden. De beloften van leven, gezondheid, bezit en familie (Johannes 6:47, Openbaring 22:2, Matteüs 5:5, Marcus 10:29-30). Dat is het uitzicht hier: God maakt zijn beloften uiteindelijk altijd waar. En daar kun je nu al zo van genieten.

 

Voed je verwachting van wat God kan doen

Maar wat is het dan belangrijk om je verwachting van wat God kan te voeden, te versterken. Ga jij ervan uit dat God dingen kan doen die nog nooit vertoond zijn? Denk aan wereldwijde vrede. Of bijvoorbeeld een einde maken aan het kwaad. Of het opheffen van het bestaan van de dood. Het beëindigen van het bestaan van verdriet. Dat is allemaal nog nooit gebeurd. Zeg jij bij jezelf dat het voor God mogelijk moet zijn? Dan kun je blijven geloven ook als je op de proef gesteld wordt. Als je dingen niet begrijpt. Weet je wat de bijbel zegt over beproevingen: ze maken je geloof alleen maar sterker. Beproevingen zijn een zegen omdat ze de echtheid van je geloof naar boven halen. En de bijbel zegt ook dat God je nooit beproeft boven wat je aankunt (Jakobus 1:2-4, 1 Petrus 1:6-9, 1 Korintiërs 10:13).

 

Elke dag praktisch leven met God

Hoe leef je nu met God door de week? Dat was de startvraag, daar gaan we nu eindigen. Maar onder die dagelijkse praktijk ligt nu wel een hele stevige basis. Namelijk het inzicht wat geloof is: teruggaan achter het beloofde en alles verwachten van God. Verder het doorzicht dat moeiten en beproevingen in dit kader staan: de liefde voor God neemt risico’s en aanvaardt verlies. En het uitzicht dat God zijn beloften uiteindelijk altijd waar maakt. Vanuit die basis gaan we nu naar de dagelijkse praktijk. Een dagelijkse praktijk die nergens op slaat als God er niet zou zijn. Maar dat is geloven. Ik noem vier dingen:

 

    Aanbidding

Probeer door de week tijd te maken, te nemen voor het aanbidden van God. Laat dat niet iets zijn van alleen de zondag. Dan wordt de zondag een religieus momentje. Aanbidding van God, in gebed en zingen, in bewust een moment van eer brengen aan God, doe dat iedere dag. Het is het doel van je leven. (Psalm 68:20, 150:6, Kolossenzen 3:16)

 

    Keuzes

Maak je dagelijkse keuzes met God. Iedere dag zijn er grotere en kleinere keuzes waar je voor komt te staan. Op het gebied van eerlijkheid, trouw, gehoorzaamheid, nederigheid en noem maar op. Probeer te beseffen dat je al die keuzes maakt voor het aangezicht van God. Hij kijkt mee vanuit de hemel. Leven met God betekent Hem in al die keuzes betrekken: wat wil God dat ik doe? Maak je zo’n leefstijl eigen. (Jozua 24:15)

 

    Focus

Denk aan God, stel je God voor. Bedenk hoe machtig Hij is, wat Hij kan, dat niets te wonderlijk voor Hem is. Voed dagelijks je verwachting van wat God allemaal kan: alles! (Genesis 18:14, Jeremia 32:17, 27)

 

    Liefde

Heb dagelijks lief. Gewoon heel praktisch: doe het goede voor je medemens. Geef, deel, kijk om je heen en help. Verdraag en doe goed. Vergeef en ontzie. Bied ruimte en wees trouw. (1 Korintiërs 13)

 

Geloven is leven op een manier die nergens op slaat als God er niet zou zijn. Kijk nog maar eens naar het rijtje hierboven. Aanbidding -maar ook zoiets als hier nu in de kerk zitten- het zou nergens op slaan als God er niet zou zijn. Keuzes maken tegen je eigen belang in, je dingen ontzeggen, het zou nergens op slaan als God er niet zou zijn. Nadenken over God, je God voorstellen, ook dat zou nergens op slaan als God er niet zou zijn. En ook liefhebben, jezelf opofferen, zou nergens op slaan als God er niet zou zijn. Maar Hij bestaat. En Hij belooft: leven! En Hij zal het je geven. Amen.