Veel vragen, één antwoord

28 juni 2020

God wil dat wij met onze vragen naar Hem toegaan. Want Hij is God en wij zijn mensen.

Lezen: Psalm 111

Tekst: Spreuken 16:1

Ik kan me voorstellen dat je bij deze tekst denkt: was het maar waar, gaf de Heer maar antwoord op al mijn vragen. Wat kun je verlangen naar antwoorden van God. Dat zou je echt helpen om verder te kunnen.

 

Vaak beleven wij het anders. Je krijgt geen antwoord. Nachten lang kun je het naar boven schreeuwen ‘God, waarom?’ Maar het blijft pijnlijk stil. Klopt het wel zoals het hier in Spreuken 16 staat? Geeft de Heer het antwoord?

 

De eerste helft van het vers herkennen we wel, ‘Een mens stelt zich veel vragen.’ De diepste vragen gaan over Gods rol in de moeilijke dingen die je overkomen. Waarom brengt Hij dit verdriet in mijn leven? Is het God die dat doet of komt het ergens anders vandaan? Mensen stellen zich ook andere vragen: moet ik dit doen of dat, moet ik zus kiezen of zo? Dat kan over allerlei onderwerpen gaan. Welke opleiding zal ik gaan doen? Moet ik deze relatie doorzetten of niet? Zal ik belijdenis gaan doen? Dit zijn misschien vooral vragen van jongeren, maar ouderen hebben net zo goed hun vragen: hoe zal het met mijn kinderen en kleinkinderen gaan als ik er niet meer ben? Daar kun je behoorlijk wakker van liggen. Als je oud bent kun je ook worstelen met de vraag: heb ik het vroeger wel goed gedaan? Je kunt dingen uit het verleden niet meer veranderen, je zult moeten leren leven met hoe het gegaan is, maar tegelijk spoken die vragen wel door je hoofd: als ik toen nou dit of dat gedaan had, was het dan anders gelopen? Even terug naar de jongeren, vragen als ‘welke opleiding moet ik gaan doen’ en ‘moet ik deze relatie doorzetten’, daarvan zou je graag willen weten wat God ervan vindt. Ik kom veel jongeren tegen die graag Gods plan met hun leven willen weten. Als Hij mij liet weten wat zijn plan met mij is dan zou ik dat doen. Dat is een heel gelovig zoeken naar Gods antwoord op jouw vragen.

 

Tegelijk kan er een drang achter zitten om de controle te houden. Wie voortdurend bezig is met vragen als ‘hoe zal het verder gaan?’, ‘doe ik het nu wel goed?’, ‘moet ik dit doen of dat?’ - dat heeft iets van greep willen houden op de dingen. Met al je vragen probeer je zekerheid te krijgen. Op een bepaalde manier probeer je het leven in eigen hand te houden. Met al je vragen en nadenken probeer je onverwachte situaties voor te zijn. Je wil ook absoluut de goede keuzes maken en gunt jezelf geen fouten. Met als resultaat dat je best wel last kunt hebben van gepieker.

 

Maar wat is dan het evangelie van Spreuken 16:1? Waar het in deze spreuk om gaat is het verschil tussen God en de mens. Veel spreuken hebben de structuur van: de mens dit, God dat (16:2 bijvoorbeeld ook). En dat verschil tussen God en de mens is evangelie. Want wij zijn klein en beperkt maar God is dat niet. En wij hoeven niet te kunnen, te weten en te dragen wat God kan, weet en draagt. Er zijn dingen waarvan het goed is dat je ze niet weet omdat het kennis is die je niet kunt dragen. De toekomst bijvoorbeeld. Stel dat je echt wist wat er in de toekomst gaat gebeuren, zou je daar blij van worden? Als je weet wat er nog met jou persoonlijk gaat gebeuren, of met geliefden of de wereld? Zou je je gedrag daar niet op een gekke manier op gaan aanpassen? Het verschil tussen God en mens is een zegen. God is gelukkig geen mens. En jij als mens bent gelukkig geen god. En wat Spreuken 16:1 daar over zegt is het volgende. Ik maak nu twee rijtjes -de mens dit, God dat- want die spreuken zijn moeilijk te vertalen (als je meerdere bijbelvertalingen naast elkaar legt zie je ook dat er wat verschillend wordt vertaald). Spreuken 16:1 zou je op de volgende manieren kunnen vertalen: de mens vraagt, God weet. De mens puzzelt, God heeft de oplossing. De mens is onrustig, God geeft rust. De mens dwaalt rond, God komt bij het doel. De mens zoekt controle, God is ‘in control’. Persoonlijk zou mijn vertaling van de eerste helft van het vers zijn: de mens breekt zich het hoofd. Daar gaat het om, je breekt je het hoofd over dit of dat en je komt er niet uit. Je loopt erop stuk. Als je de eerste helft zo vertaalt, hoe wordt dan de tweede helft? Ik zou zeggen: de mens breekt zich het hoofd, God breekt door muren. Want God doet wat wij niet kunnen, denk aan de berijmde Psalm 18:8 ‘met mijn God spring ik over een muur.’ Als mens loop je tegen muren aan, sommige dingen kun je gewoon niet. Dat is een harde grens, je krijgt het gewoon niet voor elkaar. Voor God bestaan zulke muren niet, Hij breekt door onze onmogelijkheden heen. Wat is het mooi dat God anders is. Wat het Spreukenboek, en ook 16:1 je wil leren is: wees blij met het verschil tussen God en jou.

 

Misschien knaagt het nu toch nog een beetje. Want het verschil tussen God en ons betekent dus ook dat wij met onze vragen blijven zitten. Wij blijven ons het hoofd breken over allerlei dingen. Dat is vermoeiend. Kijk, het is fijn om een groot en machtig God te hebben die je helpt. Een God waar je naar toe kunt met je problemen en die dan ook helpt en de dingen goed maakt. Gelukkig is God geen mens. Natuurlijk kunnen mensen je ook helpen, toch kan niemand helpen zoals God. Maar dat wij als mens geen antwoorden hebben, geen oplossing, dat wij maar blijven puzzelen op de dingen, is dat nou zo fijn? Gelukkig is God geen mens, maar is het niet jammer dat wij geen God zijn? Nu is de wens om als God te zijn de zonde van het begin, de zonde van het paradijs. Adam en Eva wilden zijn als God. De duivel spiegelde hen dat voor: jullie zullen als goden zijn en kennis hebben van goed en kwaad (Genesis 3:5). Ze kregen ook kennis, maar het was kennis waar ze niks mee konden. Ze zagen opeens in hoe vreselijk kwetsbaar ze waren: naakt. Ze wisten opeens: zelfs bij je medemens ben je niet veilig. Dit had je toch liever niet geweten? Dit hoefde de mens ook helemaal niet te weten, want God wilde voor de mens zorgen en hem beschermen. Op Gods stoel willen gaan zitten is de zonde van het begin. Het is een neiging die we slecht uit ons systeem krijgen. Spreuken 16:1 zegt: wees nou blij met het verschil tussen God en jou. Wat jij niet te weten krijgt hoef je blijkbaar ook niet te weten, het kon wel eens kennis zijn waar je niet perse blij van wordt.

 

Het mooiste is nog dat God in Jezus Christus de vloek van het paradijs weer omkeert. God werd mens. Daarmee laat God zien, er is verschil en er blijft verschil. Tegelijk laat God zien, ik overbrug de afstand. Ik kom zo dichtbij als maar mogelijk is. Want ik wil nog steeds voor jullie zorgen, Ik wil jullie nog steeds beschermen. Uiteindelijk haalt Jezus de kennis van het diepste kwaad bij ons weg: Hij kijkt in de peilloze diepte van de godverlatenheid. Die kennis bespaart Jezus ons, Hij bevrijdt ons van de uiterste kennis van het kwaad. Zo maakt God ons weer mens, zo geeft Hij ons weer de rol van mens. En zelf is Hij God: Hij komt met de oplossing, Hij breekt door het kwaad heen.

 

Dus God zegt, wees blij met het verschil tussen jou en mij. En respecteer dat verschil. God wil ons namelijk gelukkig maken als mens. Tegelijk wil Hij eer ontvangen als God. Twee dingen die in dezelfde beweging plaatsvinden, ons geluk is Gods eer en zijn eer is ons geluk. Maar God zegt nog iets in Spreuken 16:1. Namelijk, kom naar mij toe met je vragen. Ik zei al dat spreuken moeilijk te vertalen zijn, maar er zit in de tweede helft van het vers wel degelijk iets van dat je echt antwoord krijgt. De Herziene Statenvertaling zegt in dit vers: ‘Een mens heeft overleggingen in het hart, maar het antwoord van de tong komt van de HEERE.’ In mijn woorden: de mens breekt zich het hoofd, maar de goede ingeving komt van God. Als mens loop je te piekeren, maar op een gegeven moment zeg je: nu weet ik wat ik moet doen, ik ben eruit. Maar dat dank je niet aan jezelf, dat is niet je eigen slimmigheid, die goede ingeving komt van de Heer. Het ‘antwoord van de tong’ (dat ik nu kan vertellen wat ik ga doen) ontvang ik van God. ‘De HEER geeft het antwoord’, zei de NBV. Dat betekent hier niet dat je een briefje uit de hemel krijgt maar dat je eigen ingeving, je eigen proces om te komen tot een antwoord, bij God vandaan komt. Hij blijft degene die de impasse doorbreekt.

 

Geeft God antwoord op je vragen? Daar begon ik de preek mee. Was het maar waar, zei ik toen. Wat kun je verlangen naar antwoorden van God. Wat zou je graag Gods plan met je leven willen weten, om dat te doen. We ontdekten, God geeft lang niet altijd antwoord. Sommige dingen blijven voor ons verborgen. Dat kan je gebeden moeilijk maken. God lijkt ver weg. Het lijkt moeilijk om met Hem in contact te komen. Ik denk wel eens, Hij is zo stil daarboven. Nu heeft iedereen daar zijn eigen ervaringen mee. Het kan ook wisselen door de tijd heen, soms voel je een heel intens contact met God, op andere momenten lukt het niet. Ik denk dat dit normaal is. Niet dat je het zo moet laten wanneer je weinig contact met God kunt krijgen; ik hoop dat je er dan intensiever naar gaat zoeken, juist omdat je wil doen wat God van je vraagt. Maar hoe wijst God je dan de weg? Hoe geeft Hij antwoord? Volgens Spreuken 16:1 kan God antwoord geven door een ingeving. Die je vervolgens wel moet toetsen aan de Bijbel. Het antwoord dat jij denkt te krijgen van God moet passen bij God. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, want er zijn heel veel vragen waar de Bijbel niet een concreet antwoord op geeft. Vragen waar je zelf wel enorm mee kunt worstelen. En je wilt graag doen wat goed is, daar ga ik vanuit. Iemand die zegt ‘ik los de dingen zelf wel op’, houdt God bewust op afstand. Dan zit je in de sfeer van de zonde van het begin, je maakt jezelf tot god. Je stelt je eigen regels, je buigt voor niemand. Dat is een doodlopende weg omdat je God bewust buiten je leven houdt. Maar ook voor wie zoekt naar de wil van God met zijn of haar leven, blijven er heel veel vragen. Vragen waarop je geen antwoord krijgt in de Bijbel. Ik noemde al de keuze voor een levenspartner, de keuze voor een opleiding of baan. Vragen als, waar ga je wonen, waar besteed je je geld aan, met welke mensen wil je omgaan? De Bijbel geeft op deze vragen geen antwoord. Hooguit in de breedte: kies een levenspartner waarmee je God kunt dienen, besteed je geld niet alleen aan jezelf, ga niet om met slechte mensen maar leef tegelijk als licht te midden van de wereld. Veel concreter wordt het niet. Weet je trouwens waarom? God vertelt ons niet wat we precies wel en niet moeten doen omdat Hij wil dat we door zijn Geest veranderen naar het beeld van zijn Zoon. God wil dat we leren denken vanuit Hem. Dat we gaan verlangen naar waar Hij naar verlangt, dat we liefhebben wat Hij liefheeft en belangrijk vinden wat Hij belangrijk vindt. Zodat we zelf beslissingen kunnen nemen die naar zijn wil zijn. God wil volwassen, zelfstandige gelovigen van ons maken. Hij gunt ons dat vertrouwen. En Hij geeft ons zijn Geest en zijn woord. De Bijbel geeft geen antwoord op al onze vragen. Uiteindelijk is het zelfs andersom, in de Bijbel stelt God ons een vraag: wil je mij liefhebben en dienen? Maar in die Bijbel die geen precieze antwoorden geeft op onze vragen ontdekken we wel wat God van ons verlangt. Wat je dan uiteindelijk doet na al je nadenken en afwegen moet daarin passen. Voor wie God liefheeft spreekt dat voor zich, God geeft nooit antwoorden waarmee Hij ingaat tegen zichzelf. Wie zoekt naar antwoorden van God moet beginnen met zich af te vragen: waar doe ik God nou het grootste plezier mee?

 

Bedenk dan ook dat er situaties zijn waarin meerdere antwoorden goed zijn. Dat geeft ontspanning. Je hoeft niet te wachten op een teken in de wolken om ja te zeggen op een huwelijksaanzoek of baan die je aangeboden krijgt. God heeft je verstand en gevoel gegeven, dat mag je gebruiken om tot een afweging te komen. God geeft ook mensen om je heen. Zeker medegelovigen kun je om raad vragen of iets naar Gods wil is. Ook ongelovigen kunnen je helpen bij bepaalde afwegingen. God geeft niet voor niets mensen om je heen, Hij kan hen gebruiken om jou een antwoord te geven. Soms zul je merken dat God wel een teken geeft. Je mag het ook vragen: Here, laat me zien wat ik moet doen. Misschien krijg je een teken, misschien niet. Soms opent God een deur, gebeuren er dingen waardoor er opeens iets mogelijk wordt, dat mag je zien als antwoord van God. Het belangrijkste is, ga met je vragen naar God. Dat wil Hij. Dat eert Hem.

 

Of je dan antwoord krijgt van God of niet, je zult merken dat je rust krijgt. Niet bij toverslag. Maar dichtbij God krijgen je vragen een andere kleur. Misschien ken je mensen bij wie je dat ziet, een bepaalde rust ondanks dat er heftige dingen in hun leven gebeuren of gebeurd zijn. Door je vragen bij God neer te leggen erken je dat Hij God is en geen mens. Bij Hem zijn je vragen in vertrouwde handen, ook als je geen antwoord krijgt. God kan jouw vragen aan. Wat voor jou te groot is past in zijn handen. Hij sluit zijn handen om jouw vragen heen zodat ze jou niet meer schaden. Vragen kunnen dan nog lang stuiptrekken in je leven, misschien zelfs gedurende je hele leven, maar de angel is er uit. Want je weet, er is iemand met het antwoord. Niet de vragen hebben de leiding in mijn leven maar God. En Hij wil als God voor je zorgen, juist omdat Hij weet dat jij mens bent. Het bewijs daarvan is dat God zijn eigen Zoon gaf. Hij ‘belichaamt het ja’, zegt de apostel Paulus, ‘in hem worden alle beloften van God ingelost’ (2 Korintiërs 1:19-20).

 

Ik ga een en ander praktisch maken. Probeer elke dag met God te leven, zo leer je God kennen en daarmee ook zijn wil. Wanneer God in je leven is komen de antwoorden ook gemakkelijker. Je weet waar Hij van houdt, wat Hij belangrijk vindt en waar Hij mee bezig is in deze wereld. Zoek daarom de relatie met God in Bijbel lezen en gebed. Een tweede opmerking is, betrek God bij concrete vragen. Vraag je af, hoe past mijn besluit in Gods plan van redding met mij? Bekend zijn ook de vragen: What would Jesus do? en What has Jesus done? Ik voeg eraan toe: What fits in his kingdom? De derde praktische aanwijzing is, vraag raad aan je medegelovigen; ik noemde het al even. De apostel Paulus zegt hierover: samen met alle heiligen ga je de liefde van Christus begrijpen (Efeziërs 3:18-19). En dan is dit het uitzicht: je ontvangt rust in je leven door te vertrouwen op God, die geen mens is. Amen.