Vreugde voor jou, verdriet voor Jezus

14 februari 2021

Bij het laatste avondmaal onthoudt Jezus zich van wijn: in zijn naderend lijden wordt het pesach vervuld.

Lezen: Exodus 12:21-42

Tekst: Lucas 22:16 en 18

Wat voel je wanneer je avondmaal viert, voel je blijdschap of verdriet? Wat wil je voelen, wat zou je moeten voelen? Ik kan me voorstellen dat je verwarrende, dubbele gevoelens hebt bij het avondmaal. We vieren de dood van Jezus - dat klinkt heel verkeerd. Toch doen we dat. Een van de avondmaalsgebeden zegt: ‘dankbaar gedenken we aan dit avondmaal de bittere dood van uw geliefde Zoon’. En in de opwekking: ‘Neem blij en eensgezind deel aan de maaltijd van uw Heer’. En ergens in het onderwijzende gedeelte staat: ‘Met blijdschap maken we bekend dat zijn dood ons het leven schenkt’. Dan vier je toch de dood van Jezus? Moet je nou blij zijn of verdrietig wanneer je avondmaal viert? Ik heb het idee dat veel mensen dit lastig vinden. En dan heb ik het nog niet eens gehad over alles wat je met jezelf kunt meedragen aan vreugde en verdriet.

 

Een andere vraag is, wat doe je nou precies bij het avondmaal? Je eet, je drinkt, je gedenkt en gelooft. Maar wat gebeurt er met je? En wat doe je zelf? Verandert er ook echt iets in jezelf of in je relatie met God?

 

Opvallend in het gedeelte dat we gelezen hebben zijn de verzen 16 en 18. Beide beginnen met dezelfde formule: ‘Want ik zeg jullie’. De leerlingen moeten opletten, Jezus gaat iets belangrijks zeggen. In beide uitspraken zegt Jezus: Ik zal niet meer dit... voordat dat... Sterke taal rond het avondmaal. Jezus verbindt zichzelf, zijn lot, aan de gebeurtenissen. Dat is hetzelfde als dat je Wie is de Mol zit te kijken en zegt: als Splinter de mol is vreet ik mijn schoen op. Je verbindt je eigen lot aan wat er gebeurt. Dat doet Jezus hier ook. In vers 18 zegt Jezus: vanaf nu zal ik geen wijn meer drinken tot het koninkrijk van God gekomen is. Pal daarvoor heeft Hij een beker met wijn gepakt en tegen de leerlingen gezegd: ‘neem deze beker en geef hem aan elkaar door’. Probeer het plaatje voor je te zien: de leerlingen liggen rond de tafel, ze vieren de pesachmaaltijd en drinken daarbij wijn -verschillende keren gaat er een beker met wijn rond- maar Jezus onthoudt zich. Jezus drinkt deze avond geen wijn. Waarom? Om zich voor te bereiden op zijn lijden. Wijn is een feestdrank. Wijn drink je niet om je dorst te lessen, dan kun je beter een biertje of een glas water pakken. Wijn drink je op een feest of ter gelegenheid van iets feestelijks. Of je neemt een glas wijn bij het eten, misschien alleen in het weekend. Maar Jezus gaat lijden. Dat weet Hij. Vers 15: ‘Ik heb er hevig naar verlangd dit pesachmaal met jullie te eten voor de tijd van mijn lijden aanbreekt.’ In het licht van zijn naderend lijden drinkt Jezus geen wijn. Misschien ook omdat Jezus het lijden nuchter wil ondergaan. Zelf drink ik geen alcohol op zaterdagavond als ik zondags moet preken.

 

Het plaatje is dus dit: feestende leerlingen en Jezus die zich onthoudt. De leerlingen hebben iets naïefs over zich. Dat Jezus gaat lijden en sterven is nog niet tot ze doorgedrongen. Al helemaal niet dat dit voor hen is. In die zin klopt het plaatje, want het bittere lijden van Jezus wordt hun vreugde. In alle onschuld vieren de leerlingen de dood van Jezus. Niet omdat ze blij zijn dat Hij gaat sterven (zo vier je de dood van een vijand), nee de discipelen vieren de dood van Jezus omdat Jezus het zo geregeld heeft. Hij wilde dit pesachmaal met hen eten en Hij laat de beker met wijn onder hen rondgaan maar neemt dan zelf opeens niet.

 

Jezus verbindt zijn lot aan de gebeurtenissen van dat moment. Sterke taal rond het avondmaal: voor mijn geen wijn meer tot het koninkrijk van God gekomen is. Dat betekent dat Jezus zich persoonlijk voor de komst van Gods rijk gaat inzetten. Hij zal ervoor zorgen dat dit rijk op aarde komt. Dat gaat Hij doen door te lijden. Want door te lijden wordt het pesach vervuld. Dat is de tweede sterke uitspraak van Jezus, vers 16: ‘Want ik zeg jullie: ik zal geen pesachmaal meer eten voordat het zijn vervulling heeft gevonden in het koninkrijk van God’. Dat is weer zo’n ‘ik zal niet meer dit... voordat dat...’ uitspraak. Vers 16 en 18 samen laten zien hoe het zit: Jezus onthoudt zich van wijn (vers 18) omdat door zijn lijden het pesach wordt vervuld (vers 16). Jezus maakt duidelijk dat door zijn lijden de vreugdevolle vervulling van het pesach nu werkelijkheid gaat worden. Kernwoord in vers 16 is het woord vervulling; het pesach gaat in vervulling.

 

Dat roept een aantal vragen op: wat was er onvervuld aan het pesach en hoe wordt het vervuld? Wat is de vervulling van het pesach en hoe ziet dat eruit? Om te beginnen met dat laatste, het pesach is vervuld als het visioen van Jesaja 25:6-9 werkelijkheid wordt.

 

Op deze berg richt de HEER van de hemelse machten voor alle volken een feestmaal aan: uitgelezen gerechten en belegen wijnen, een feestmaal rijk aan merg en vet, met pure, rijpe wijnen. 7 Op deze berg vernietigt hij het waas dat alle volken het zicht beneemt, de sluier waarmee alle volken omhuld zijn. 8 Voor altijd doet hij de dood teniet. God, de HEER, wist de tranen van elk gezicht, de smaad van zijn volk neemt hij van de aarde weg – de HEER heeft gesproken. 9 Op die dag zal men zeggen: ‘Hij is onze God! Hij was onze hoop: hij zou ons redden. Hij is de HEER, hij was onze hoop. Juich en wees blij: hij heeft ons gered!’

 

Ik denk dat je dit de vervulling van het pesach kunt noemen. We hebben gelezen over de instelling van het pesach in Exodus 12. Het was het feest van de haastige uittocht uit Egypte, bevrijding van jarenlange slavernij. Het was het feest van op weg gaan naar het beloofde land. Het was het feest van de doodsengel die de deur van de Israëlieten voorbij ging (waarschijnlijk heeft het woord pesach te maken met ‘overslaan’). De deuren waarbij bloed aan de deurpost zat sloeg de doodsengel over. De eerstgeborenen van de Israëlieten bleven leven, maar de eerstgeborenen van de Egyptenaren gingen dood. Het verlies van de eerstgeborenen betekende dat het land zijn toekomst en trots kwijt was. Het overslaan van de deuren was een teken van redding maar ook van oordeel. De dood kwam heel dichtbij, ook voor de Israëlieten. De dood bedreigde ook hun eerstgeborenen, maar zij konden eraan ontkomen door geloof in het teken dat God had gegeven: het bloed van een lam aan de deurpost. Hoe zou dat geweest zijn om een lammetje uit je kudde te halen en het eigenhandig te doden, om daarmee de dood van je eerstgeborene af te wenden? Wat moest zo’n oudste kind in het gezin ervan denken? Wil je dat wel, een onschuldig dier doden om jezelf te redden?

 

Wat was nou het onvervulde van het pesach? Jezus zegt immers: Ik eet geen pesachmaal meer voordat het vervuld is in het koninkrijk van God. Denk aan het volgende. De eerstgeborenen die gered werden door het bloed aan de deurpost zijn later toch gestorven. Nadat de Israëlieten bevrijd waren uit Egypte kwam toch de Farao nog achter ze aan. Het beloofde land, waar ze pas na veel omzwervingen aankwamen, bleek niet voor eeuwig: vanwege hun zonden werden ze in de tijd van de ballingschap eruit weggevoerd. En er waren ook in het beloofde land mensen die honger hadden, die nooit aan een feestmaal zaten maar een leven kenden gevuld door verdriet. En zeiden de Israëlieten nou echt: God was onze hoop, Hij heeft ons gered? Alleen de tijd van de rechters laat al zien dat het vaak heel anders ging. En het pesachfeest zelf werd soms jarenlang niet gevierd.

 

Maar als Jesaja 25 de vervulling van het pesach is, die door Jezus’ lijden werkelijkheid wordt, dan hebben wij die vervulling nog te verwachten. Want het koninkrijk van God is nog niet op aarde gekomen. De schitterende wereld van Jesaja 25 wordt ook beschreven in het boek Openbaring. In hoofdstuk 19:9 gaat het ook over een maaltijd: ‘Gelukkig zijn zij die voor het bruiloftsmaal van het lam zijn uitgenodigd’ (zie ook 3:20). Jezus benoemt het ook in Lucas 22:30, tegen zijn leerlingen zegt Hij: ‘jullie zullen in mijn koninkrijk eten en drinken aan mijn tafel’. Het pesach is pas vervuld als Gods koninkrijk op aarde is gekomen. Het beloofde land, waar het leven één groot feest is. Jezus kijkt aan de maaltijd met zijn leerlingen ver vooruit. Tegelijk doet Hij dat vanuit wat op het punt staat te gebeuren. Want zijn nabije toekomst en de verre toekomst hebben met elkaar te maken, zijn aan elkaar verbonden: het is door zijn lijden dat het pesach eens zijn vervulling zal krijgen. Gods vreugdevolle nieuwe wereld rust echt en alleen maar op de pijn en het verdriet van Jezus.

 

Dat kleurt ook het avondmaal: vreugde voor jou, verdriet voor Jezus. Wij zijn blij met zijn bittere dood. Waarom laat God ons weten dat zijn vreugdevolle wereld er alleen komt door de pijn en het verdriet van Jezus? Om ons klein te maken en zichzelf groot zodat wij onze vreugde vinden in Hem. Ik moet hierbij denken aan Edmund in Narnia, in het (ook verfilmde) boek van C.S. Lewis ‘Het betoverde land achter de kleerkast’. Edmund heeft de boel verraden voor snoepjes. Door zijn verraad heeft de ijsheks recht op zijn leven. Maar Aslan, de schepper van Narnia, de leeuw, zal in zijn plaats gaan. En dan is er een scene dat Aslan in gesprek is met Edmund, en Edmund wéét dat zijn leven gered zal worden door het offer van de leeuw. En dat is te zien op zijn gezicht, hij schaamt zich zo. Het offer van Aslan is nodig vanwege hem, door zijn verraad moet Aslan nu een pijnlijke dood sterven. Edmund weet dit van te voren. Dat is misschien nog erger dan achteraf. Wij weten het achteraf, Jezus stierf voor onze zonden. Denk je eens in dat je er nog voor staat. Je weet, om mij gaat hij straks een pijnlijke dood sterven, omdat ik zo stom ben geweest. Ik kan me voorstellen dat je zegt: ik wil dat niet eens, ik wil niet dat iemand bewust voor mij sterft. Maar Jezus zegt tegen zijn leerlingen, toch is dat wat Ik voor jullie ga doen. Ik drink geen wijn meer, geen feestdrank voor mij nu de schaduw van de dood al over mijn leven valt. Vieren jullie maar feest, want door mijn lijden zal het pesach worden vervuld. Door mijn lijden komt die wereld van Jesaja 25 er.

 

Toch hoeft die schaamte niet je leven te blijven kleuren. Bij Edmund gebeurt dat ook niet. Het bleef een feit voor eeuwig en altijd dat Aslan om hem moest sterven. Zo blijft het ook een feit dat Jezus stierf om ons gelukkig te maken. Maar de schaamte daarover mag verdwijnen achter blijdschap. Dat je blij bent dat Jezus dat voor je deed. Jij kon jezelf niet redden. Jezus kon het wel en deed het ook. Wees daar blij mee. Het liefst willen we blij zijn met wat we zelf doen en kunnen. Maar dat zijn maar kleine dingen. Blij zijn met wat God doet is groter. Hij wil dat je blij bent met wat Hij doet. Het is dan wel genant dat Jezus voor jou moest sterven, maar Hij wilde dat doen, het is ook je enige kans op redding. Wees daar blij mee omdat God daarin zijn grote liefde laat zien. Vreugde in wat God doet is altijd groter dan vreugde in wat we zelf doen. Die vreugde zal ons leven kleuren in het koninkrijk van God.

 

Ik ga proberen een en ander concreet te maken, hoewel dit evangelie in zichzelf niet praktisch is. Wat is er praktisch aan je schamen? Wat is er praktisch aan verwarrende en dubbele gevoelens? Maar die gevoelens zijn juist de bedoeling, ook bij het avondmaal. Het is niet alleen maar een maaltijd van vreugde. Het is ook niet alleen maar een maaltijd van rouw. Door Jezus’ pijnlijke dood is er voor ons vreugde. Het gaat mis wanneer je blijft focussen op wat je zelf doet en kunt. Als je vasthoudt aan je eigen kracht en de schaamte niet wil toelaten. Dat is de doorwerking van de zonde, die maakt je blind voor het oordeel in het avondmaal. De eeuwige dood gaat onze deur voorbij, maar het scheelde niet veel. Denk aan de Israëlieten in Egypte, misschien stonden vader en zoon wel samen bij de kudde: welk lammetje zullen we nemen om jou te redden jongen? Het bevrijdende is dat Jezus het oordeel zichtbaar maakt op het moment dat Hij het bij ons weghaalt. Ik weet niet wat u en jij voelt bij het avondmaal. We weten ook niet wat de leerlingen voelden bij die laatste maaltijd met Jezus. Jezus liet hen wijn drinken, zij mochten feest vieren. Zelf nam Hij niet omdat er voor Hem niets te vieren was, Hij ging lijden. Dat Jezus zijn leerlingen ruimte gaf om naïef feest te vieren laat zijn liefde voor hen zien. Hij belastte hen niet met de diepte van zijn verdriet. Laat dat je troosten als je worstelt met je gevoelens tijdens de viering. Dit is Jezus’ bedoeling: vreugde voor jou, verdriet voor Hem.

 

Concreet, laat de blijdschap overheersen in je leven. Vier het avondmaal in blijdschap. Bedenk dat de vreugde in wat God doet altijd groter is dan vreugde in wat we zelf doen. Probeer dat te ontdekken en te ervaren. Eigenlijk is het heel logisch dat wat God doet meer vreugde geeft dan wat we zelf doen. Want God zelf is groter. Amen.