Wat vriendschap is

7 maart 2010

Vriendschap is een prachtige gave van God aan mensen die leven in een wereld die vol is van eenzaamheid en individualisme. God zelf geeft zijn vriendschap aan de mens, en op een ander niveau maar wel daarvan afgeleid, kunnen mensen vrienden zijn voor elkaar. Vrienden hebben een gezamenlijke passie. Echte vrienden cijferen zichzelf zonodig voor de ander weg. In deze preek komt de vraag op je af of jouw vriendschappen worden gekenmerkt door liefde en trouw.

Lezen: 1 Samuël 18:1-4 en 20:11b-17

Tekst: 2 Samuël 1:26c

Waren David en Jonatan homo? Dat was de eerste vraag die iemand mij stelde toen ik zei: ‘reageer eens op die tekst waarin staat dat voor David Jonatans liefde meer was dan die van vrouwen.’ Het antwoord is nee. David en Jonatan waren geen homo. Van beiden weten we dat ze getrouwd waren. Van David weten we ook van zijn niet te beheersen seksuele gevoelens voor Batseba.

 

Maar wat bedoelt David dan wanneer hij in zijn rouwklacht over Jonatan zegt: ‘Jouw liefde was mij dierbaar, meer dan die van vrouwen’? Die liefde van Jonatan voor David moet dus wel heel bijzonder zijn geweest, dat voelen we wel aan, anders zeg je zoiets niet. In de vorige vertaling stond in vers 26: ‘Uw liefde was mij wonderlijker dan die van vrouwen.’ Waar David zich over verwonderde bij Jonatan was zijn zelfopoffering! Jonatan geeft zijn eigen leven op voor David. Niet letterlijk, maar Jonatan geeft zijn leven als troonopvolger op. Wat hij had kunnen krijgen, mag David hebben. En hij hoeft daar niets voor terug, en hij krijgt daar ook niets voor terug. Jonatan geeft. In zichzelf wegcijferende liefde.

 

En dat is ook het wonderlijke verschil dat David ziet met de liefde van vrouwen. In z’n algemeenheid kun je zeggen: in het huwelijk geef je en ontvang je ongeveer evenveel. Dat betekent nog niet dat je kunt zeggen: het is geven en nemen. Denk aan de preek over Hooglied op 14 februari: liefde is geven; laat je liefde niet gebaseerd zijn op het feit dat je er iets voor terugkrijgt. Toch kun je tegelijkertijd wel zeggen: als het goed is geef en ontvang je in het huwelijk evenveel. Je máákt gelukkig, maar je wordt ook gelukkig gemaakt. Neem het voorbeeld van Michal, dochter van Saul en vrouw van David. Toen Michal David liet ontsnappen voor haar moordlustige vader, redde zij ook haar eigen levensgeluk, haar toekomst. Maar Jonatan cijfert zichzelf helemaal weg wanneer hij David zijn troon geeft. Jonatan offert zijn toekomst op ten gunste van David. Die liefde noemt David wonderlijker, meer dan die van vrouwen. En die liefde heet: vriendschap.

 

Thema voor de preek van vanochtend is:

Ware (echte) vriendschap houdt zelfopoffering in

 

Hoe ontstaat vriendschap eigenlijk? Hoe zijn David en Jonatan vrienden geworden? In 1 Samuël 18 hebben we gelezen dat Jonatan ‘zich sterk tot David aangetrokken voelde’. En dat hij ‘een innige vriendschap voor hem opvatte’. Dat gebeurt op het moment dat Davids vertrouwen op God heel duidelijk is gebleken. En ik denk dat je wel mag zeggen: hij herkent dat vanuit zichzelf. Kijk, Jonatan heeft moeilijke weken achter de rug. Hij zal in het legerkamp van Saul hebben meegemaakt hoe de reus Goliat Israël belachelijk maakte en God erbij. Hoe hij hen uitdaagde. Maar niemand durft, de Israëlieten zijn alleen maar ‘verlamd van schrik’ staat er in de bijbel. Maar dan komt David, en in diep vertrouwen op God gaat hij de strijd met Goliat aan en wint. En Jonatan zit net zo in elkaar. Had hij niet een hoog gelegen en moeilijk bereikbare wachtpost van de Filistijnen uitgedaagd en overvallen? Je leest dat in 1 Samuël 14. Waarom Jonatan zelf dan niet op Goliat af is gegaan weten we niet. Misschien had zijn vader, koning Saul, het hem verboden. En een eerdere keer dat Jonatan ingegaan was tegen zijn vader had hem dat bijna zijn leven gekost. Dat is wanneer Jonatan tijdens de strijd tegen de Filistijnen wilde honing eet, terwijl Saul zijn hele leger had verboden ook maar iets te eten; 1 Samuël 15. Maar Jonatan zag in David, en hoorde in wat hij zei, dezelfde liefde voor God, hetzelfde vertrouwen op God, als hij had. En dat trok hem zo in David aan.

 

Nu zal niet elke vriendschap vandaag rusten op het delen van hetzelfde geloof. Vriendschap ontstaat vooral doordat je iets in een ander herkent wat jou ook aanspreekt. En dat kan geloof zijn, of inzet voor de kerk. Maar het kan net zo goed te maken hebben met een hobby, iets wat je allebei leuk vindt, een gezamenlijke interesse. Staan man en vrouw met hun gezicht naar elkaar toe, zij gaan op in elkaar, vrienden staan naast elkaar en gaan op in datgene wat hen gezamenlijk bezig houdt. Een levenspartner kun je zoeken, een vriend ontdek je.

 

En vanaf het moment dat Jonatan David ‘ontdekt’ heeft blijkt dat hij een echte vriend is. Want al gauw wordt hem duidelijk dat David door de Here is uitverkoren om koning te worden na Saul. Maar dan moet Jonatan zijn troon opgeven. Zijn toekomst. Als niet de dood ertussen gekomen was, had Jonatan zijn vriend koning zien worden in zijn plaats. Wilde hij dat? Kon hij dat? Ja, zo diep ging zijn vriendschap, zo groot was zijn zelfverloochening! Een heel teer moment in de vriendschap van Jonatan en David is wanneer David op de vlucht voor Saul rondzwerft, en Jonatan hem opzoekt; 1 Samuël 23 vanaf vers 16. De emotie is voelbaar in de woorden die Jonatan dan tot David spreekt: ‘Je hoeft niet bang te zijn. Mijn vader Saul zal je niet te pakken krijgen. Jij zult koning van Israël worden en ik zal je tweede man zijn.’ In de bijbel is dit het laatste contact tussen David en Jonatan, voor Jonatan sterft op de heuvels van Gilboa.

 

Nu vertelt de bijbel ons niet zomaar over die vriendschap tussen David en Jonatan. We ontdekken zo dat David de troon dus niet gegrepen heeft. Nee, hij ontving het koningschap over Israël. David is geen couppleger, maar de door God geroepen en aangewezen koning. En dat geldt eeuwen later ook voor de Here Jezus. ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde’, zegt Jezus in Matteüs 28. Maar behalve deze betekenis leren we uit de vriendschap van Jonatan voor David ook wat vriendschap is. En daarover gaat het nu in deze preek. We zagen dat twee dingen essentieel zijn: een gezamenlijke passie, en zelfopoffering. Dat laatste is trouw. Een vriend blijft bij je door dik en dun. Een vriend laat je niet vallen op het moment dat het moeilijk wordt. Vriendschap is belangeloos en laat zich niet betalen.

 

De bijbel kent meer voorbeelden van echte vriendschap. Ik denk aan Ruth. Daar speelt ook de familierelatie met haar schoonmoeder Naomi, maar Ruth geeft aan de God en het volk van haar schoonmoeder te delen. ‘Uw God is mijn God, uw volk is mijn volk’. Haar opoffering voor Naomi valt ook op: niet alleen is Ruth lange dagen in touw om de kost voor hen beiden te verdienen, maar uiteindelijk zorgt ze voor een familie voor Naomi en toekomst door te trouwen met Boaz.

 

Een ander voorbeeld van echte vriendschap komen we tegen in Lucas 11:5-13. Jezus zegt: ‘Als iemand een vriend heeft, en die komt midden in de nacht naar je toe, en vraagt hulp, dan hoort het toch bij die vriendschap dat je helpt?’ Uiteindelijk gaat het in deze verzen om gebedsonderwijs: Als een aandringende vriend al krijgt waar hij om vraagt, dan geldt dat helemaal voor Gods kinderen die hun Vader in de hemel vragen. Maar in het voorbeeld zelf wordt wel duidelijk dat echte vriendschap zelfopoffering inhoudt.

 

Heel anders zijn de vrienden van Job. Gelukkig beginnen ze niet direct met praten wanneer ze bij hun doodzieke vriend komen. Nee, ze rouwen met hem mee. Job zal aardig wat ‘vrienden’ verloren hebben op het moment dat hij ziek werd en aan de bedelstaf raakte. Maar toch blijken ook deze drie vrienden die hem opzoeken in zijn nood, Job te laten vallen. Ze trekken zijn integriteit in twijfel. Eigenlijk zeggen ze: ‘Job, je zit ons voor te liegen. Jij hebt gewoon iets misdaan tegenover God.’ Vanuit hun verkeerde theologie moeten ze Job wel beschuldigen. Hoewel de bijbel het ons niet vertelt, kunnen we ons goed indenken dat deze vriendschappen daaraan kapot zijn gegaan. En was dat nodig? In een goede vriendschap moet je elkaar zeker de waarheid kunnen zeggen. Maar vervolgens zul je toch ook naar elkaar moeten luisteren en eventueel concluderen dat je het niet met elkaar eens bent. Maar wanneer je elkaar niet meer vertrouwt is de vriendschap stuk.

 

Echte vriendschap houdt dus zelfopoffering in. En Jezus maakt dat letterlijk waar. In Johannes 15:13 staat dat Jezus heeft gezegd: ‘Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden.’ Dat vers bevestigt de uitspraak van David, onze tekst, 2 Samuël 1:26: ‘Jouw liefde was mij dierbaar, meer dan die van vrouwen.’ Maar Jezus doet dat ook echt! Hij geeft zijn grootste liefde wanneer hij sterft voor zijn vrienden. Voor zijn discipelen. En niet alleen voor hen maar voor de hele wereld. Jezus zegt tegen zijn leerlingen: ‘Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg.’ Dat is niet voorwaardelijk bedoelt, zo van: jullie zijn pas mijn vrienden als..., nee, Jezus zegt: Dat jullie mijn vrienden zijn, zal blijken uit het feit dat je doet wat Ik zeg. Deze vriendschap tussen Jezus en zijn leerlingen wordt zichtbaar in de volledige overeenstemming over het nastreven van een gemeenschappelijk ideaal. Namelijk: liefhebben.

 

Jezus’ vriendschap voor zijn discipelen is daarmee uniek. Hij gaf zijn leven letterlijk voor zijn vrienden. Opzettelijk. Terwijl er in de leerlingen niets was wat daar aanleiding toe gaf. Ik denk aan wat er staat in Romeinen 5:7-8: ‘Er is bijna niemand die voor een rechtvaardig mens wil sterven; slechts een enkeling durft voor een goed mens zijn leven te geven. Maar God bewees ons zijn liefde doordat Christus voor ons gestorven is toen wij nog zondaars waren.’ Eerder in de bijbel worden Abraham en Mozes al ‘vriend van God’ genoemd. Was dat omdat ze een gezamenlijk verlangen hadden? Of juist ook omdat God zijn leven voor hen overhad? Ware vriendschap houdt zelfopoffering in.

 

God laat ons vanuit de bijbel weten dat echte vriendschap zelfopoffering inhoudt. Vraag je nu eens af of jij zulke vrienden hebt. Want wie verlangt daar niet naar? Wie verlangt er niet naar zo’n vriend als Jonatan? Vraag je ook eens af of jij een echte vriend bént. Een vriend die trouw blijft door dik en dun. Die doet wat hij zegt. Die er is op blijde momenten maar ook in tijden van verdriet. Ben jij een vriend die bijval geeft maar ook met kritiek durft te komen? Daar zit toch de liefde en trouw in vriendschappen? Maar, waarom wil God dat wij op die manier vriend zijn voor anderen? Ja, is dat niet om ons zijn beeld te laten zijn? Wij laten daarmee in deze wereld iets zien van hoe God is! God die als de drie-enige volmaakt is in relationeel zijn. God is volmaakt in liefde, volmaakt in trouw, volmaakt in zelfopoffering. God is nooit alleen of eenzaam. Ja, Jezus onderging dat bewust aan het kruis, voor de mens, omdat die daarvoor had gekozen bij de zondeval. Maar voor Jezus zelf stond die eenzaamheid volledig haaks op zijn eigen wezen. God herstelt door Jezus zijn relatie met de mens. God herstelt ook de verbroken relaties tussen mensen onderling. En wat is de gave van vriendschap daarin iets prachtigs! Er is zoveel eenzaamheid in onze wereld, zoveel individualisme, zoveel gaan voor zichzelf. In onze gevallen wereld, de wereld die tegelijk in verwachting is van herstel en vernieuwing, in die wereld geeft God parels van prachtige vriendschappen. Om daarin te laten zien hoe Hij is, hoe het was in het begin, en hoe het zal zijn wanneer alles hersteld is. En om nu daarin kracht te geven om het vol te houden, het uit te houden als mens tot dat moment van volledig herstel.

 

Dus vraag je af: hoe zien mijn vriendschappen eruit? Vertoon ik het beeld van Christus daarin? Worden mijn vriendschappen gekenmerkt door liefde en trouw; de liefde en trouw die ik zelf van God ontving? Op zo’n manier vriend zijn is best spannend. Want je geeft, maar weet niet wat het je brengt of waar het je brengt. Echte vriendschap is niet alleen zielsverbondenheid maar ook lotsverbondenheid, je gaat delen in het lot van de ander. Wat jouw vriend of vriendin overkomt raakt jou.

 

Het is daarom ook niet vreemd dat vrienden-zijn, en een vriendschap onderhouden, inspanning kost. Zelfs moeilijk kan zijn. Je kunt teleurgesteld worden door vrienden. Of je houdt zelf vrienden bij je vandaan op het moment dat je moeilijk zit. Of iemand laat weten in jou als vriend teleurgesteld te zijn. Of vrienden vallen door de mand als blijkt dat ze iets van je willen hebben: geld of macht, of status of voordeel. Vriendschappen hier op aarde zijn niet volmaakt en dat merken we vaak genoeg. Ook een vriendschap voor het leven kan stuklopen. We trekken toch weer grenzen: qua tijd, of wat we van elkaar pikken en verdragen. Desondanks is het verlangen naar een goede vriend of vriendin heel menselijk. Vanuit de schepping: ‘God de Heer dacht: Het is niet God dat de mens alleen is.’ Daarom schrijnt eenzaamheid en het niet hebben van goede vrienden ook zo. Laten we juist dan ook als gemeente een vangnet vormen voor elkaar. Hoewel vriendschap iets anders is dan de relatie tussen broeders en zusters, zullen we er wel zorg voor dragen dat niemand in de gemeente eenzaam is. Overigens zijn vriendschappen binnen de gemeente helemaal prima. Als het maar geen kliekjesgebeuren wordt die de gemeenschap der heiligen afbreekt.

 

Laten we ook nog even stilstaan bij vriendschappen met ongelovigen. Het kan heel goed zijn dat je met een collega van het werk, die aan God noch gebod doet, een vriendschapsrelatie opbouwt. Doordat je een gezamenlijke hobby hebt of op een andere manier een klik met elkaar hebt. Dat kun je ook hebben met buren die niet geloven. Je komt bij elkaar over de vloer, je herkent iets in elkaar wat je met elkaar verbindt. Ik denk ook aan vrienden die je hebt leren kennen op de sportclub. Dat je dan een gezamenlijke passie hebt is duidelijk. Maar al bijbel lezend kun je vervolgens zomaar stuiten op dat woord van de apostel Jakobus: ‘Beseft u niet dat vriendschap met de wereld vijandschap jegens God betekent?’ Dat is Jakobus 4:4. Wat betekent dit? Dat je geen vrienden kunt zijn met ongelovigen? Nee, het gaat hier om iets anders. Jakobus wil zeggen: wie kiest voor het genot dat de wereld biedt, voelt zich door God bedreigd en gaat in Hem een vijand zien. Vrienden zijn met ongelovigen wordt in de bijbel niet afgewezen. Tegelijk laat de bijbel wel zien dat het iets vreemds in zich heeft. In Johannes 15:19 staat: ‘Als jullie bij de wereld zouden horen, zou ze jullie hebben liefgehad als iets van haarzelf, maar jullie horen niet bij haar, want ik heb jullie uit de wereld weggeroepen. Daarom haat ze jullie.’ Dat betekent: gelovigen en ongelovigen hebben ten diepste tegenover elkaar staande passies. Wees er daarom alert op wanneer je ongelovige vrienden hebt dat het jouw passie voor God niet afvlakt. Wat zou het mooi zijn wanneer je juist je vriend of vriendin in jouw passie zou meenemen. Is dat ook niet een blijk van werkelijke liefde en oprechte trouw?

 

Tot slot nog dit: hoe kun je nou groeien in vriendschap? En misschien gaat voor jou daaraan vooraf de vraag: hoe krijg ik vrienden? Allereerst en vooral door een vriend te zijn. Vriendschap begint bij jezelf, zou je kunnen zeggen. Wat een ander doet heb je niet in de hand. Maar voor je nu het gevoel krijgt op jezelf te worden teruggeworpen: ten diepste begint vriendschap bij God. Hij offerde zich voor ons op. Hij bleef ons trouw. Groeien in vriendschap heeft alles te maken met je zicht op de vriendschap die God met ons sloot. Leef vanuit Gods liefdevolle genade en opofferende trouw. Dan ga je zien dat zulke relaties tussen mensen -vriendschap dus- het leven van nu mooi maken en toekomst geven. Vertrouwelijke omgang met God, stimuleert vertrouwelijke omgang met mensen. Omdat jij er mag zijn voor God, ben jij er voor anderen. Amen.