Waarom de opgestane Jezus mij alles waard is

21 september 2014

Wat is de opstanding van Jezus je waard: al je liefde, al je aandacht, al je aanbidding?

Lezen: 1 Korintiërs 15:12-26

Tekst: Zondag 17

Ik begin deze preek door de vraag van de Catechismus een klein beetje te kantelen. De Catechismus vraagt: ‘Wat is voor ons de waarde van de opstanding van Christus?’ De vraag die ik u en jou wil stellen is deze: ‘Wat is de opstanding van Christus je waard?’

 

De Catechismus vraagt naar een objectieve waarde. Iets wat gewoon zo is, een feit. Zoals je de waarde van geld kunt vaststellen in een wisselkoers. Zo benoemt Zondag 17 de waarde van de opstanding van Jezus. Als een feit. De waarde van de opstanding van Jezus is dit, drie dingen: daardoor staan we

 

1e) recht voor God

2e) steeds heiliger voor God

3e) straks heerlijk voor God

 

Wat is de opstanding je waard?

Maar als ik de vraag kantel naar: ‘Wat is de opstanding jou waard?’ dan krijg je heel andere mogelijke antwoorden. Laat ik het vragenderwijs doen. Wat is de opstanding van Jezus je waard? Al je liefde? Al je aandacht? Al je aanbidding? Hier komen we op een heel andere manier met elkaar in gesprek. We gaan het niet over de waarde van de opstanding hebben op een manier dat het buiten jezelf kan blijven. Ik wil graag dat je in je hart gaat rondkijken om te ontdekken welke plek de opstanding van Jezus daar heeft. Of laat ik het beter formuleren: welke plek heeft de opgestane Jezus in jouw hart? Wat is de opgestane Jezus je waard? Al je liefde? Al je aandacht? Al je aanbidding? Al je gehoorzaamheid? Al je hoop? Al je tijd? Volgens mij is het één van beide: of Jezus leeft in jouw hart, en dan is alles wat je doet op de een of andere manier verbonden aan Hem, of je leeft en gaat je gang en doet van alles, maar vraagt je af wat je met Jezus moet.

 

Dus de vraag van vanmiddag is: waarom zou de opgestane Jezus mij alles waard zijn? Het gaat mij er in deze preek om dat je de oneindige waarde leert zien van een levende Jezus. Van de opgestane Jezus. Sterker nog, het gaat mij er niet om dat je weet wat de waarde is van de opstanding van Jezus, maar dat er een liefde, een verlangen in je ontstaat naar die waarde. Zodat Jezus’ opstanding je alles waard wordt. Zodat de opgestane Jezus je meer lief wordt dan al het andere. Dus, waarom zou de opgestane Jezus je alles waard zijn? Drie antwoorden:

 

1) door Jezus achtervolgt het verleden je niet (de levende Jezus deelt gerechtigheid uit)

2) door Jezus is het heden vol nieuwe mogelijkheden (de levende Jezus deelt zijn Geest uit)

3) door Jezus is er een heerlijke toekomst voor jou (van de levende Jezus gaat zekerheid uit)

 

1. Door Jezus achtervolgt het verleden je niet

Ik moet nu dus laten zien wat er zo kostbaar is aan het niet meer achtervolgd worden door je verleden. Volgens mij is dat niet zo moeilijk. Ik moet straks ook vertellen wat de rol van Jezus daarbij is.

 

Welk mens kampt niet met zijn of haar verleden? Wie worstelt er niet met wat er gebeurd is en wat niet meer uit je hoofd wil? Dingen die je gezien hebt, gehoord hebt, die je zijn aangedaan of die jij gedaan hebt. Laten we ons even concentreren op dat laatste. Er kunnen dingen gebeurd zijn in je leven die onherstelbaar zijn. Door jou heeft jouw leven of dat van een ander een bepaalde wending gekregen en dat is nooit meer terug te draaien. Je hebt gebeden om vergeving en je gelooft dat je vergeving ontvangen hebt. Maar de gevolgen blijven zichtbaar. Voor jou en voor anderen. Je verleden achtervolgt je.

 

Dat kun je ook hebben met dingen die juist niemand weet. Dingen die niemand zag. Verborgen zonden. In het verborgene begaan. Maar jij weet het zelf heel goed. Je hoopte dat je het zou vergeten, maar het omgekeerde gebeurt: het dringt zich aan je op. Het is een last. Je draagt het met je mee, het wordt zelfs steeds zwaarder. Het zit op de een of andere manier tussen God en jou in. Maar het verstoort niet alleen de vrede met God, het verstoort ook je innerlijke vrede. Je wilt er over praten, maar schaamte houdt je tegen.

 

Wat kan je verlangen naar bevrijding dan sterk worden. Je wilt van dat verleden af. Je zou het willen overdoen als dat kon. Dan zou je het deze keer goed doen. Je zou weerstand bieden tegen de zonde. Maar je weet ook dat het zo niet werkt. Je kunt het niet overdoen. En dus ga je verder met je leven. En je onderdrukt het verleden zo goed en zo kwaad als het gaat.

 

Maar dan is dit het evangelie van Jezus. Jezus zegt: door Mij kun je God weer recht in de ogen kijken. Door Mij kun je ook jezelf weer recht in de ogen kijken. Jezus zegt: jij kunt je leven niet overdoen, hoe graag je dat misschien ook zou willen, maar dat pad van zelfverlossing bespaar ik je. Jezus zegt: Ik heb je leven al overgedaan. Daarvoor kwam ik naar de aarde. Ik heb jouw leven overgedaan, maar dan goed. Ik weerstond de verleidingen, de zonde. Ik had God en de medemens volmaakt lief. Ik was trouw tot in het uiterste. En nu is mijn vraag: wil je dat voor jou laten gelden?

 

Zo deelt de levende Jezus gerechtigheid uit. In het woord gerechtigheid zit het woordje recht. Daarom zeg ik: door Jezus sta je weer recht voor God. En ook recht tegenover jezelf. Vrede met God en vrede met jezelf. Maar zie je nu hoe belangrijk het is dat Jezus is opgestaan, dat Hij leeft? De Catechismus zegt in het ‘ten eerste’ dat Jezus door zijn opstanding de dood heeft overwonnen, om ons te doen delen in de gerechtigheid, die Hij door zijn dood voor ons had verworven. Ik knip die zin even in stukjes. Stap 1 is: Jezus’ dood aan het kruis zorgt ervoor dat wij weer recht voor God staan, dat wij Hem, de heilig en ontzagwekkende, weer recht in de ogen kunnen kijken. Dat we niet meer weg hoeven te kijken vanwege onze zonde en schuld. Dat is een groot wonder, het wonder van Goede Vrijdag. Stap 2 is: doordat Jezus opstond uit de dood kan Hij ons nu die vrede met God geven. Stel dat Jezus dood was gebleven, wie had ons de vrede met God dan moeten geven? Jezus heeft door zijn dood vrede met God gekregen, alleen Jezus kan die vrede aan mensen uitdelen. Vandaag. Vanuit de hemel. Dat is het wonder van Pasen. Gelukkig stond Jezus op uit de dood. In Romeinen 3 zegt Paulus: ‘In zijn verdraagzaamheid gaat God voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan. Hij wil ons nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid bewijzen: hij laat ons zien dat hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft’ (Romeinen 3:25-26). Geloof in Jezus. Geloof dat Hij jouw verleden heeft overgedaan. Dat God daar zo naar kijkt. Jezus leeft om zijn Vader iedere dag te vragen om zijn leven over jouw verleden heen te leggen. En over het verleden van deze wereld. Het verleden tot aan de zondeval, tot en met de zondeval. Zo ver reikt Jezus’ leven. Zelfs dit verste verleden hoeft niemand meer te achtervolgen.

 

2. Door Jezus is het heden vol nieuwe mogelijkheden

Ook als het verleden je niet meer achtervolgt, heb je nog wel te maken met de worstelingen van het heden. Iedere nieuwe dag zit vol uitdagingen. Vooral de uitdaging om zo te leven zoals God het graag wil. Dat je liefde geeft aan God en mensen. Dat je trouw bent aan God en mensen.

 

Hier zie je ook hoe de opstanding van Jezus je motiveert. Hoe de opgestane Jezus je motiveert. Want trouw zijn aan Jezus heeft toch alleen zin als Jezus leeft? Als een jongen trouw is aan zijn vriendin -zijn vriendin die voor zes maanden naar het buitenland is- dan doet hij dat toch omdat zij leeft? Trouw zijn aan iemand die niet leeft slaat nergens op. Trouw zijn aan Jezus, willen doen wat Hij zegt -en wat is dat vaak moeilijk: eerlijk zijn, seksuele zuiverheid- dat doe je alleen omdat je gelooft dat Hij leeft. Anders is het allemaal vergeefse moeite. En op de dag dat je dat ontdekt stop je er toch mee? Ook bijbel lezen gaat er vanuit dat Jezus leeft, preken gaat er vanuit dat Jezus leeft, bidden gaat er vanuit dat Jezus leeft, kerk zijn gaat er vanuit dat Jezus leeft. Als Jezus niet leeft is de bijbel gewoon een oud boek. Is preken het ophalen van oude verhalen. Is bidden praten in de lucht. Is een gemeente gewoon een groep hobbyisten. Maar als Jezus leeft, dan spreekt Hij je aan in de bijbel en in de preek. Als Jezus leeft dan hoort Hij je gebed. Als Jezus leeft dan wordt de gemeente gevormd door mensen die Hij bij elkaar heeft gehaald. Dit is wat Paulus zegt in 1 Korintiërs 15: ‘als Christus niet is opgewekt, is onze verkondiging zonder inhoud en uw geloof zinloos’ (1 Korintiërs 15:14).

 

Deze levende Jezus, deze opgestane Jezus, geeft je zijn heilige Geest. Door Hem zit je leven vol nieuwe mogelijkheden. Ik las ergens het volgende: door de opstanding komen we in opstand tegen de duivel en de zonden. Toen dacht ik: echt? Is dat echt zo in mij? En in u en jou? Ik hoop het. Ik bid erom. Door de opstanding komen we in opstand tegen de duivel en de zonden. Daar begint het nieuwe leven. Bij afkeer van het oude. Bij afkeer van het kwaad in jezelf. En de nieuwe mogelijkheden die Jezus door zijn Geest geeft zijn eindeloos. Het is de levende Jezus die vanuit de hemel zijn heilige Geest geeft. In de Geest van Jezus kun je echt van God en je medemens houden. In de Geest van Jezus ben je blij met iedere meevaller in je leven; en tegenvallers slaan de diepe bodem onder je blijdschap niet weg. In de Geest van Jezus kun je in normale en open relaties leven met mensen die anders denken dan jij. In de Geest van Jezus leer je geduldig wachten. In de Geest van Jezus behandel je ieder mens vriendelijk. In de Geest van Jezus ga je het goede doen voor je medemens; je doet goed ook waar je kwaad ontmoet. In de Geest van Jezus twijfel je niet aan andermans intenties. In de Geest van Jezus sla je niet met je vuist op tafel. In de Geest van Jezus beheers je jezelf. Je hoort hierin de woorden van de apostel Paulus in Galaten 5: ‘De vrucht van de Geest is liefde, vreugde en vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing (Galaten 5:22-23). De levende Jezus deelt op aarde zijn Geest uit. Zondag 17 zegt in het ‘ten tweede’: wij worden door zijn kracht -door Jezus’ kracht- nu al opgewekt tot een nieuw leven. Echt een nieuw leven. Heel anders dan het oude. Kijk daarvoor maar in Galaten 5:19-21. Of zet het journaal aan. Of kijk eens rond in je eigen hart. Maar wat een nieuwe mogelijkheden zijn er door Jezus. Gelukkig leeft Hij in de hemel, en geeft Hij van daaruit zijn Geest.

 

3. Door Jezus is er een heerlijke toekomst voor jou

Het punt van deze preek is dat er een liefde, een verlangen in je ontstaat naar de waarde van Jezus’ opstanding. Het gaat mij er niet om dat je weet wat de waarde van de opstanding is, maar dat je hart daarnaar uitgaat. Dat je hart uitgaat naar de opgestane Jezus. Dat je levende Heer je meer lief wordt dan al het andere. En daarom liet ik al zien: 1) de levende Jezus deelt gerechtigheid uit, daardoor achtervolgt je verleden je niet, en 2) de levende Jezus deelt zijn heilige Geest uit, daardoor is het heden vol nieuwe mogelijkheden. En nu is het derde: van de levende Jezus gaat zekerheid uit, door Jezus is er een heerlijke toekomst voor jou.

 

De Catechismus brengt dit zo onder woorden: ‘Ten derde is de opstanding van Christus voor ons een onderpand van onze opstanding in heerlijkheid.’ Ik moest hierbij denken aan de opkomst van het Death café. Wel eens van gehoord, het Death café? In juni was er voor het eerst een bijeenkomst in Zeewolde. Mensen gaan daar met elkaar in gesprek over de vraag: ‘wat is jouw ervaring met de dood?’ Dat lijkt mij op zich een mooie vraag. Die christenen ook aan elkaar kunnen stellen. En ik weet dat christenen met elkaar over die vraag praten, daarbij zoekend naar de troost van het evangelie. Maar blijkbaar leeft de behoefte om over de dood te praten breder. Daarbij zeggen de initiatiefnemers van het Death café: ‘eigenlijk is het heel gewoon, de dood.’ En: ‘het gesprek over de dood helpt je om echt te leven.’ Volgens mij worden er geregeld Death café’s gehouden in Zeewolde. Ik zou daar best eens met wat gemeenteleden naar toe willen. Misschien vooral om te luisteren. En om -waar de gelegenheid geboden wordt- te getuigen, te getuigen van de hoop die in ons is (1 Petrus 3:15).

 

Wat is die hoop? Die hoop is dat het met de dood niet afgelopen is. Maar dan moet ik meer zeggen, want soms zien mensen het als een bevrijding dat er na de dood niets is. Zo moe zijn ze van het leven. Soms zo moe dat ze kiezen voor die dood, die gezien wordt als het grote niets. Een pijnlijke vergissing. Juist daarom is het goed om in gesprek te gaan over de dood. En over het leven dat God wil bieden. God heeft het niet alleen maar over een opstanding, maar over een opstanding in heerlijkheid. Voor een opstanding alleen zou ik ook niet tekenen. Maar wanneer God mijn lichaam en mijn geest helemaal schitterend maakt, op een manier dat ik denk: ‘wow, zo had het altijd moeten zijn, wat is dit geweldig,’ dan ben ik blij dat er nog een heel leven voor me ligt. Een leven zonder eind.

 

Hoe weet je nou zeker dat dit echt gaat gebeuren? Dat dit geen verhaal is waarmee christenen elkaar zoet houden? Antwoord: door de opstanding van Jezus. Jezus leeft nu al in zo’n heerlijk lichaam. Het bestaat dus. Dit is geen toekomstplaatje, maar huidige realiteit. Jezus leeft in een lichaam dat dood geweest is, maar opstond uit het graf. Dit is realiteit in de hemel. Op dit moment. De Catechismus zegt: de opstanding van Jezus is een onderpand van onze opstanding. Een garantie voor onze opstanding. En hoe weet je nu zeker dat Jezus is opgestaan? Nou, denk eens aan de joodse leiders. Zij betaalden een grote som geld aan de soldaten die het graf moesten bewaken. En die bij hen kwamen met het bericht van een aardbeving, een engel, de steen die weggerold werd, een hemelse stem die zei: ‘Hij is niet hier, Hij is immers opgestaan’ (Matteüs 28:2-6, 11-15). Het is die historische som geld die de waarheid van de opstanding bewijst.

 

Wie de waarde ervan inziet is het waard

Ik vraag het nu opnieuw: wat is de opstanding van Jezus je waard? Wat is de opgestane Jezus je waard? Al je liefde? Al je aandacht? Al je aanbidding? Zie je in dat deze levende Heer belangrijker is dan al het andere? Gewoon in jouw leven van iedere dag?

 

In Matteüs 10 zegt Jezus iets opvallends. Hij zegt: ‘Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van mij, is mij niet waard’ (Matteüs 10:37). Dat gaat nogal ver. Misschien geef jij de relatie met je ouders wel op voor minder. Bijvoorbeeld voor een verkering waar je ouders niet gelukkig mee zijn. Jezus zegt: ben je bereid de relatie met je ouders op te geven voor Mij? Wanneer die ouders tussen jou en Mij komen? Anders ben je Mij niet waard. Wat betekent dat: ‘ben je Mij niet waard’? Of positief geformuleerd: hoe word je Jezus wel waard? En zijn koninkrijk? En de opstanding uit de dood? In Lucas 20 gaat het over mensen die ‘waardig zijn bevonden deel te krijgen aan de komende wereld en aan de opstanding van de doden’ (Lucas 20:35). Jezus niet waard zijn, dat klinkt niet goed. Wanneer je iets niet waard bent dan bedoelen we dat je iets niet verdient. Zo kan de Romeinse centurio in Matteüs 8 zeggen: ‘Heer, ik ben het niet waard dat u onder mijn dak komt’ (Matteüs 8:8). Hij bedoelt: ik verdien dat niet. Als we over een meisje zeggen ‘zij is die jongen niet waard’, dan bedoelen we: zij verdient hem niet. Maar pas op dat je dit niet zomaar omdraait. Wie het koninkrijk van God waard is, wie ‘waardig bevonden is deel te krijgen aan de komende wereld en aan de opstanding van de doden’, die heeft dat niet verdiend. Het zit net anders: hij of zij zag de waarde ervan in. Wie de waarde van het koninkrijk van God inziet is dat koninkrijk waard. En zo geldt ook: wie de waarde van Jezus inziet is Hem waard. Terug naar Matteüs 10 -als Jezus zegt: ‘Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van mij, is mij niet waard’- dan gaat het erom dat je de unieke waarde van Jezus ontdekt. Wie Jezus waard is, heeft dat niet verdiend, maar heeft ontdekt dat Jezus waardevoller is dan al het andere. Verkies jij Jezus, de levende Jezus, boven al het andere? Gaat jouw liefde meer naar Hem uit dan naar al het andere in je leven? Dan ben je Jezus waard. Je zou Matteüs 10:37 ook positief kunnen formuleren, misschien wordt het daar duidelijker van. Dus niet: ‘Wie meer van zijn vader of moeder houdt dan van mij, is mij niet waard’, maar: ‘Wie meer van Mij houdt dan van al het andere in zijn leven, die is mij waard.’

 

Wat is dat belangrijk. Ben jij Jezus waard? Dat Hij aan jou gegeven wordt? Als de levende? Zodat jouw verleden je niet meer achtervolgt, zodat het heden vol nieuwe mogelijkheden is, zodat er een heerlijke toekomst voor je is. Als je daarnaar verlangt, laat dan de opgestane Jezus je alles waard zijn. Amen.